Afgelopen zaterdag is weer onze jaarlijkse ledendag gehouden. Zo'n kleine 60 personen hebben de reis naar de Ossenstal in Epe ondernomen om bij deze jaarlijkse dag te zijn. Op de ledendag dit jaar begonnen we met koffie met taart en hebben we het glas kunnen heffen op ons 70-jarig jubileum.

       

Voorzitter Jozef Linthorst opent de ledendag met de verschillende mededelingen over de werkzaamheden van het afgelopen jaar. Vice-voorzitter Bas Worm overhandigt de voorzitter de 'eerste' cursusmap van de nieuwe cursus wildzichtbaarheid. Deze cursus is met succes afgelopen donderdag van start gegaan (zie elders op deze site), maar aangezien Linthorst in Amerika was had hij de map nog niet kunnen zien.

De lezingen van deze dag staan in het teken van het genetische onderzoek dat afgelopen jaar is gedaan naar de populatie genetica van edelherten in Nederlandse populaties en populaties in Duitsland. Twee lezingen, door Hugh Jansman en Joost de Jong, beide onderzoekers bij de Wageningen Universiteit en Research Centrum. Een artikel over het onderzoeksrapport is hier te lezen en daar is ook het rapport te downloaden. Opvallende bevindingen: het hert dat in de gemeente Zeewolde is aangereden heeft genen die het meest overeenkomen met de herten op de Veluwe. Bij het Landgoed Gerven leeft een kleine populatie. Het dier zou daar vandaan kunnen zijn gekomen. In principe is het ook mogelijk dat het dier via het ecoduct Hulshorst is gekomen. Aan de kant van de voormalige Zuiderzeekust leeft een kleine populatie. Bij beide routes is het verwonderlijk dat het dier ongezien Zeewolde heeft kunnen bereiken en moet je je afvragen hoe het dier daar is gekomen. Het hert dat jaren geleden werd gevonden in Mourik heeft duidelijk Duitse genen en het hert dat vorig jaar in Assen is gevonden heeft ook Duitse genen. Hier kan ook de vraag worden gesteld hoe is het dier hier gekomen. Het is heel goed denkbaar dat de dieren uit een hertenfarm zijn ontsnapt en daarna zijn aangereden. Misschien is heet interessant om de dieren uit de verschillende hertenfarms eens te onderzoeken.

In het algemeen kan geconcludeerd worden dat met het genenonderzoek duidelijk is geworden dat ook de populaties op de Veluwe wel verscheidenheid in genen hebben, maar per individu is er niet veel genetische verscheidenheid. Zowel Kroondomeinen als Hoge Veluwe zijn de bakermatpopulaties. In deze gebieden in de vorige en eervorige eeuw herten ingebracht vanuit bijvoorbeeld Roemenië. Het is bekend dat de dieren soms per goederenwagon aankwamen op Halte Assel.

Onderzoek roept altijd weer vragen op. De volgende vraag die opkomt is: zorgen de herten er middels partnerkeuze voor dat er nog verscheidenheid voorkomt in de populaties en is de stress op de populaties niet te hoog om dit te waarborgen. De mate van inteelt in sommige populaties is duidelijk zichtbaar. Bijvoorbeeld de populaties in de verschillende onderzochte Duitse gebieden zijn een eenheidsworst wat genen betreft, we hebben het dan over de populaties in het Bad Bentheim, de Üftermark / Dämmerwald, het Reichswald over de grens bij Nijmegen en Nationalpark Eifel meer naar het zuiden. Zodra er een dier in Nederland gevonden wordt kan na genenonderzoek zonder twijfel worden gezegd of het dier uit een van deze populaties komt. Ook de Veluwse herten zijn herkenbaar na genenonderzoek, evenals de herten uit de Oostvaardersplassen (OVP). De OVP heeft nog de meeste variatie in het genenpakket. Dat is ook geen wonder aangezien deze herten uit Schotland en Tsjechië komen, aangevuld met een hert van een hertenfarm in Gorssel en een hert uit de Kroondomeinen. 'Genetisch is de Veluwe vitaal, ten opzichte van Duitse populaties doen we het goed', aldus onderzoeker Hugh Jansman.

De lezing van Joost de Jong heeft als titel: Hoe ziet het genoom van Veluwse herten eruit? Hier is dieper ingegaan op de genetische samenstelling van de Veluwse herten. Ook hier zichtbaar: soms komen in de gesloten wildbaan meer variatie in genen voor dan in de vrije wildbaan. Dit kan verklaard kunnen worden door het feit dat er in de gesloten wildbanen vroeger herten en daarmee genen zijn ingebracht. We kunnen stellen dat we in Nederland toch nog kunnen spreken van heterozygositeit waarbij in de onderzochte populaties in Duitsland duidelijk sprake is van homozygositeit, hoewel de bandbreedte van de genen relatief smal is en daarmee de inteelt bij herten op de Veluwe niet gering is.

Met een wandeling van vijf kwartier in het gebied en daarna een overheerlijk stamppotbuffet is de ledendag voor dit jaar weer voorbij.