Oproep Vereniging het Edelhert aan Tweede Kamer om dierenleed in OVP te stoppen

Op 24 september komt het beleid in de Oostvaardersplassen aan de orde in de Tweede Kamer. Er zal nu eindelijk besloten worden waar het met het beleid naar toe moet. De staatssecretaris wil dat de verantwoording voor het beheer van het gebied overgaat naar de Provincie Flevoland, maar het welzijn van de dieren wil ze raar genoeg in haar eigen invloedssfeer houden, met het uiteindelijk beslissingsrecht aan de Tweede Kamer (den Haag).

En met dat welzijn is het niet goed gesteld. De aantallen moeten drastisch terug naar aantallen waarbij de dieren, ook in de winter voldoende voedsel hebben. 5000 dieren op nog geen 3000 ha is vragen om steeds terugkerend dierenleed. Het moet maar eens afgelopen zijn met het experiment waarbij dieren bewust verhongeren. De VhE staat voor normale aantallen grote grazers, in evenwicht met de natuurlijk voedselaanbod, bomen en beschutting aantrekkelijk voor alle dieren.

Een laatste appèl aan het gezonde verstand het parlement. Een uiterste poging om informatie en visie te delen.

Open brief aan de Tweede Kamer:


Apeldoorn, 18 september 2015.

Aan de Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Geachte heer/mevrouw,

Op 24 september a.s. gaat u als lid van de Tweede Kamer in discussie inzake het beheer over de laatste vier jaar van de Oostvaardersplassen (OVP) en de plannen voor de toekomst. De evaluatie zal zich specifiek richten op de eindrapportage van de Beheer Advies Commissie (BAC) en het advies aan u van de Staatssecretaris mevrouw Dijksma, gebaseerd op de conclusies zoals zij die getrokken heeft. U als leden van de Tweede Kamer heeft hierin het laatste woord.

Vereniging het Edelhert (VhE) heeft als vertegenwoordiger van de aanwezige edelherten in de OVP jarenlang geparticipeerd in het Stakeholdersoverleg OVP en heeft haar krachten gebundeld samen met een aantal specialisten op het gebied van Natuurbeheer, dierenwelzijn en juridische zaken in de Werkgroep Leefbaar OVP. Hierdoor is er voldoende informatie en kennis verzameld om een gedegen advies te kunnen geven.
Als wij kijken naar de eindrapportage van de BAC, de ICMO-II aanbevelingen uit 2010 en het advies van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer dan komen wij tot de volgende evaluerende conclusies/punten:  

Negen punten, zeven vragen
1. Bij alle discussie over de OVP lijkt nog nooit de voor de hand liggende vraag te zijn gesteld wat de zin en het doel zijn van het zo controversiële populatiebeheer van de grote grazers. Zowel uit wetenschappelijk als uit praktisch oogpunt is dit immers zeer aanvechtbaar.
2. De BAC heeft geconstateerd dat de 90% grens bij vroeg reactief beheer meerdere keren niet wordt gehaald, meer dan 10% sterft dus de hongerdood. In absolute getallen betekent dat nog altijd dat in bijvoorbeeld de winter van 2011/2012: 206 dieren en 2012/2013: 241 dieren en in de afgelopen (zachte) winter ook nog altijd 85 dieren lijdend zijn gestorven zonder genadeschot.
3. De BAC vindt het halen van de 90% essentieel, maar verwacht dat in de toekomst de uitvoering van het vroeg-reactief beheer altijd moeilijk zal blijven, of zelfs nog moeilijker wordt.
De conditiescore van de geschoten dieren ligt overwegend bij 1 en een deel bij 2, dat betekent dat de dieren wekenlang honger geleden hebben en dus onnodig geleden.
4. Evenals de beroepsvereniging van dierenartsen, de KNMvD, zijn wij van mening dat vroeg-reactiefbeheer onnodig lijden voor de grazers, niet voorkomt. Dit in tegenstelling tot dat wat wordt beweerd. Veterinair gezien is voordat vroegreactiefbeheer überhaupt aan de orde is er al sprake van kwijnend lijden.
5. Nu duidelijk is dat aangrenzende bossen aan de OVP slechts zeer beperkt grazers kunnen herbergen, en SBB daar ook blijkbaar een ander beheer voorstaat, kan toevoegen van die bosgebieden dus niet een oplossing zijn om beschutting voor de grazers van de OVP te creëren. Temeer daar er in het Hollandse Hout  ongeveer 15 dieren een plaats zullen kunnen krijgen gezien de grootte van en voorkomen van schade aan het gebied (300Ha).
6. De Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) heeft eind 2012 de nota “Zorgplicht Natuurlijk Gewogen” uitgebracht. Waarom wordt met deze nota in de hand niet op verantwoorde wijze getoetst of het beheer van de grazers in de OVP de toets der kritiek kan doorstaan.
7. De Staatssecretaris stelt in haar brief dat er een robuuste populatie Heckrunderen is ontstaan, maar de BAC meldt dat de Heckrunderen een kwijnend bestaan leiden. Vast staat dat de populatiegrootte van de Heckrunderen afneemt en daardoor ook de genetische variabiliteit.
8. De OVP zijn ingesteld voor de toendertijd zeldzame ganzen en de grote grazers waren dienstbaar aan deze ganzenpopulatie. Op dit moment is de populatie grote grazers explosief gegroeid en zijn de ganzen een rechtstreekse voedselconcurrent geworden voor deze grazers. Met name in het voorjaar leidt dat tot voedselschaarste en pas heel laat in het jaar weer wat ruimer voedsel voor de grazers. Omdat het grote aantal     ganzen inmiddels landelijk als een groot probleem wordt gezien in verband met schade aan de Landbouw en aan de vliegveiligheid (vliegveld Lelystad) is het beheer in de OVP contraproductief voor de bestrijding van die schade.
9. In de OVP wordt geclaimd dat de natuur haar eigen gang mag gaan. Dat verhoudt zich op geen enkele wijze tot de geplande reset van het waterpeil van het moerasgebied, het uitzetten van Noordse woelmuis en het kunstmatig inbrengen van kieuwpootkreeftjes. Ook daarom vinden dat ingrijpen in de grote grazerpopulatie alleszins te verdedigen is!

Vragen aan de Staatssecretaris:
1. Waarop is de mening van de Staatssecretaris gebaseerd dat vroegreactief beheer een werkzaam instrument is?
2. Hoe denkt de Staatssecretaris een eind te kunnen maken aan het jaarlijks terugkerende dierenleed dat door honger wordt veroorzaakt? (In deze zachte winter stierven tussen 1 december en 31 maart reeds 1061 dieren, vrijwel allemaal met een conditiescore van 1 en 2.
3. Wat is de reactie van de Staatssecretaris op het onder punt 1 gestelde?
4. Er is door SBB geen verklaring gegeven voor het noodzakelijk doden van meer dan 300 paarden in de maanden februari, maart en april van 2015. Een zeer zachte winter! Is hier geen sectie verricht en zo nee: waarom niet!
5. Waarom wordt er door SBB sinds april 2015 geen maandrapportage meer openbaar gemaakt? Waarom is het door ICMO-II ingestelde Stakeholdersoverleg opgeheven? Waarom komt de jaarrapportage 2014-2015 pas na het Tweede Kamer debat? Heeft dit relatie met het vorige punt?
6. Gaat de wens van de Provincie in vervulling en krijgt de OVP de status van Nationaal Park met vele bezoekers dan wordt, alleen al uit veiligheidsoverwegingen vroeg reactiefbeheer onmogelijk (bij dit type beheer moet je de kwijnende dieren opzoeken en kun je niet zoals bij actief beheer op vaste plaatsen afschot plegen). In een beetje winter worden er 1800 dieren geschoten. Op die momenten kan het park niet open zijn. Gaat het park dan drie of vier maanden dicht?
7. Wat is het antwoord van de Staatssecretaris aan de natuurminnende politiek en bevolking als bij de eerstkomende strenge winter een geweldige populatiecrash zal plaatsvinden en er een paar duizend dieren de hongerdood sterven zonder afschot?

U hebt op 24 september de laatste mogelijkheid om dit experiment met een uit de hand gelopen aantal grote grazers en als gevolg veel onnodig dierenleed te stoppen.
We kunnen op 2800 ha Nederlandse polder nu eenmaal geen Serengeti creëren. Wel is het mogelijk om er door verandering van beleid een mooi, toegankelijk en veilig Nationaal Park van te maken met beschutting door bomen tot aan de hemel en grazige vlaktes met zichtbare edelherten, paarden en runderen in aantallen volgens het draagkrachtmodel.
Mocht u toch voor voortzetting van dit beleid zijn dan zadelt u de Provincie Flevoland op met een besluit wat resulteert in minstens 2000 dode dieren bij de eerst komende strenge winter!

Met vriendelijke groet
Jozef H.M. Linthorst
Voorzitter VhE