Vooruitlopend op de introductie van het edelhert in dit gebied organiseerde de Vereniging op 27 juni een excursie om leden de gelegenheid te bieden kennis te maken met dit voor velen onbekende terrein.  Helaas bleef de deelname beperkt tot elf personen, die een wandeling maakten van bijna vier uur door dit schitterende gebied.

Uitleg in de schaduw

De beheerder van Natuurmonumenten, Ruud Kreetz, was onze gids. Hij leidde de excursie in door een schets te geven van het terrein waar we stonden. Het z.g. Drents-Friese Wold omvat ongeveer 6500 ha, qua omvang iets groter dan de Hoge Veluwe. De ontwikkeling van dit Drents-Friese Wold gebeurt in nauwe samenwerking met Staatsbosbeheer die ook veel terreinen beheert in deze streek.
Veel landbouwgrond is intussen omgevormd naar natuur, en ook veel oude elementen in het landschap die bijna verdwenen waren zijn of worden weer geactiveerd.  Zo wordt een kaarsrecht kanaal dat begin vorige eeuw aangelegd is om de ontwatering van het gebied te verbeteren geheel gedempt, en de oude meanderende slenk die er van nature liep weer uitgediept. Dat betekent dat het water langer kan worden vastgehouden in dit gebied en dat daardoor de gewenste vernatting zal toenemen. Het gebied vertoont een enorme variatie aan biotopen, van nat tot droog, naald- en loofbossen, heidevelden en zandverstuivingen en vennen.

oud berkenbos

kraaiheide en dopheide

Verder is van veel voormalige landbouwgrond de bovenlaag verwijderd zodat de natuur zich kan herstellen. Dit gebeurt heel omzichtig zodat oude landschapselementen gespaard blijven en zo mogelijk versterkt worden.
Ruud leidde ons rond door “zijn” gebied. Hij deed dat met veel kennis van zaken en humor. We hebben weinig wandelpaden gezien die middag, meestal ging onze tocht over veepaadjes die de dieren gevormd hadden die het terrein begrazen. Er lopen al groepen runderen en schapen die moeten voorkomen dat de grote vlaktes zich spontaan omvormen tot bos.
In dit gebied worden in de nabije toekomst nu ook edelherten uitgezet. De eerste herten zijn al gesignaleerd in het Bezoekerscentrum in Appelscha. Daar staan namelijk sinds 24 april de twee herten die onze Vereniging aanbood aan Natuurmonumenten, als voorlopers en promotie voor de komst van echte herten.

Na deze lange wandeling  waren de deelnemers er van overtuigd dat dit Drents-Friese Wold zich uitermate leent voor de nieuwe bewoner, het edelhert. Er is voldoende ruimte en rust, en voedsel is er ruimschoots. Het Drents-Friese Wold heeft echt alles in zich om op termijn een belangrijk leefgebied voor roodwild te worden.
Voorlopig zullen alleen edelhert en damhert  verschijnen, de introductie van het wilde zwijn is voorlopig nog niet aan de orde. Trouwens het damhert is er al, losgelaten of ontsnapt. Voor het wilde zwijn is geen draagvlak binnen de samenleving en de provinciale overheden. De introductie van het edelhert is een goede eerste stap om de mensen weer te laten wennen aan grote vrijlopende grazers. Maar er zijn ook veel tegengestelde belangen die een rol spelen: landbouw, verkeer, recreatie en natuur. En overleg met twee provincies (Friesland en Drenthe), twee waterschappen en vier gemeenten vergt veel tijd om tot een voor ieder aanvaardbaar plan te komen. Onderdeel van het nieuwe beleid zal  ook zijn dat er getalsregulatie zal plaats vinden.
De omvang van de groep edelherten  zal daarom beperkt zijn omdat de dieren vrij kunnen rondzwerven, en niet ingeperkt worden door rasters. De belangen van verkeersveiligheid, landbouw, de recreatie  en de natuur zullen tot een werkbaar compromis moeten leiden, en dat houdt in dat een voorzichtige start wordt gemaakt.
Op strategisch gelegen plekken zullen observatieplekken worden ingericht, zodat het publiek kan genieten van het wild. Gezien de enorme uitstraling van de aanwezigheid van roodwild voor de plaatselijke economie op de Veluwe, ligt het voor de hand dat dit ook in Drenthe een belangrijke impuls aan de regionale economie zal geven.

Tijdens onze tocht zagen we ook dat de reeënbronst al op gang komt, ook werd een boommarter gespot.