Er verschijntĀ een ree aan de rand. Op een drafje komt hij haast gehaast nabij. Plotseling blijft hij staan. De wintervacht jeukt. Het bokje is zo lenig, dat het met gemak vlak achter zijn hoofd even wat kan happen in zijn vacht.
Alvorens hij verder loopt, veegt hij zijn gewei aan een bosje takken. Het ziet er schattig uit. Zeker als je het vergelijkt met het geweld, waarmee de herten in de bronst tekeergaan.
Het is een heel jong reebokje.
Al lopend pakt hij hier en daar enkele sprietjes
Je kan de blaadjes nog net zien voordat hij ze naar binnen werkt