Directie | Princenhof Park 1 | 3972 NG Driebergen | Postbus 1300 | 3970 BH Driebergen | T 030-6926375 | F 030-6910667

Geachte heer Veerman,

In reactie op uw brief d.d. 18 mei jl., waarin u verzoekt om nadere informatie ten behoeve van een evaluatie met betrekking tot de situatie van de grote grazers in de Oostvaardersplassen de afgelopen
winter, bericht ik u het volgende.

Uw vragen worden in volgorde behandeld.

1. De meest recente gegevens over de ontwikkeling van de populatie-omvang van Edelherten,
Heckrunderen en Koniks (update brief 7 april jl.).
Een overzicht van de sterfte- en geboortecijfers over de afgelopen vijf jaar, inclusief afgelopen winter, alsmede een overzicht van he t afschotpercentage van de afgevallen dieren treft u aan in bijgaande grafieken.


Samengevat is er sprake van de volgende ontwikkeling: het aantal Heckrunderen stabiliseert (geboorte en sterfte komen in een meerjaarlijks gemiddelde in evenwicht), de groei van het aantal Koniks neemt af en van het aantal Edelherten toe. De totale populatie groeit nog steeds.
Gegevens met betrekking tot leeftijdsopbouw en geslachtsverhouding van de groepen grote grazers zijn nog niet be schikbaar. Comform de telprocedure worden deze in de zomermaanden 2005 verzameld.
De vraag of er sprake is van stabilisering van de populatieomvang nu de draagkracht van het gebied lijkt bereikt, is niet eenduidig te beantwoorden. Naast het terugkoppelingsmechanisme op voedselaanbod spelen ook de opbouw van de populatie en de weersomstandigheden een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de populatieomvang. De wetenschappelijke adviescommissie heeft aangeven dat naar haar mening de draagkracht, zoals bedoeld in de leidraad, bereikt is en dat een ge rede kans bestaat op grootschalige sterfte. Ecologisch gezien betekent dat, dat het natuurlijk terugkoppelingsmechanisme begint te werken. Stabilisatie heeft in een natuurlijk, zullen de aantallen fluctueren; het is niet waarschijnlijk dat in enig jaar eenzelfde aantal dieren wordt geboren als er sterf t. Over meerdere jaren gekeken kan wel een trend worden vastgesteld; zoals eerder genoemd bij de Heckrunderen is het aantal geboortes in evenwicht met de sterf te. Bij de Edelherten komt het erugkoppelingsmechanisme op gang. Dit wordt geïllustreerd in onderstaande grafiek waarin de jaarlijkse sterfte en de jaarlijkse geboortes van Edelherten in de Oostvaardersplassen ten opzichte van de stand per 1 januari wordt weergegeven. Het jaarlijkse afschot ten opzichte van de voorjaarsstand op de Veluwe wordt weergegeven als referentie. Bij een stabilisatie van de populatie zal de sterfte over een periode van meerdere jaren in evenwicht zijn met de geboortes.


2. De aanwezigheid van een extreme situatie, zowel naar weersomstandigheden als naar sterfte, in de Oostvaarders plassen in de afgelopen winter. Ik ben van mening dat daar geen sprake van was .
Een overzicht van voedselaanbod gedurende de afgelopen winter is niet voorhanden. In het reguliere monitoringprogramma worden de hoogte en bedekking van de vegetatie gemeten.
Daarnaast vindt er gericht onderzoek plaats naar de relatie tussen vegetatiegroei en de grazers . In de beheersevaluatie, die in 2005 plaatsvindt, zullen de resultaten van deze meerjarige ontwikkeling worden geëvalueerd.
Gegevens over het kopergehalte in de levers en een oordeel over de relatie daarvan met ataxie zijn niet beschikbaar. Hiervoor is aanvullend onderzoek nodig. Een onderzoeksvoorstel is  Er vindt nog een analyse plaats van de meerjarige ontwikkeling van de conditie van de dieren.

3. De conclusie ten aanzien van het gevoerde beheer is dat het predatormodel logistiek en communicatief beheersbaar is gebleken onder deze omstandigheden. De maatschappelijke acceptatie voor het gevoerde beheer is toegenomen. In geval van een snelle terugval in conditie bij Edelherten is de beoordeling wanneer moet worden ingegrepen soms lastig. Deze zwakke dieren blijven lang in de groep meelopen en afschot leidt dan tot welzijnsproblemen onder de rest van de groep. Deze vraag is in he t kader van de evaluatie ook voorgelegd aan de wetenschappelijke adviescommissie. Op basis van dit advies zal de directie Staatsbosbeheer besluiten hoe hiermee moet worden omgegaan.

4. Met betrekking tot het toekoms tige beleid zal de Wetenschappelijke Adviescommissie deze zomer het advies beschikbaar stellen aan Staatsbosbeheer. Op basis van dit advies neemt de directeur Staatsbosbeheer een besluit. Het onderwerp van bijvoederen zal worden uitgewerkt in het Calamiteitenplan.

5. Met betrekking tot uitbreiding van het leefgebied van de Edelherten is een plan gemaakt voor toevoeging van de Hollandse Hout aan het gebied. Hiervoor is een begroting gemaakt. Er worden wegen gezocht om de uitbreiding met de Hollandse Hout en het Kotterbos als toegangspoort tot de toekomstige verbindingszone te versnellen. Daarnaast overlegt Staatsbosbeheer met bestuurlijke en maatschappelijke partijen en met marktpartijen in en rondom de toekomstige verbindingszone om versnelling te brengen in de realisatie van de robuuste verbinding tussen de Oostvaardersplassen en Duitsland via het Horsterwold en de Veluwe.

6. Het Calamiteitenplan is in concept gereed en voorgelegd aan de Wetenschappelijke
Adviescommissie die hierover schriftelijk zal adviseren. E r is nog geen conceptplan beschikbaar (nog in procedure richting de Wetenschappelijke Adviescommissie). Daarnaast vindt overleg plaats met Natuurmonumenten om afstemming met het beheer op de Veluwezoom te bewerkstelligen. Het calamiteitenplan zal beschikbaar komen voor het einde van het groeiseizoen.

7. Het meerjarig beheerplan voor de Oostvaardersplassen zal worden opgesteld op basis van de beheersevaluatie over de afgelopen 10 jaar. Deze evaluatie wordt dit jaar uitgevoerd (volgens contract tussen het Ministerie van LNV en Staatsbosbeheer). Het meerjarig beheerplan zal derhalve in 2006 worden opgesteld.

Hiermee hoop ik u voldoende te hebben geinformeerd.

Hoogachtend,
Ir. C.J. Vriesman
Algemeen directeur
c.c. Mr. G.B. Raaphorst

Image

Image

Image