Foto: Maas van de Ruitenbeek
ram en ooi


Gewicht: ram 35-50 kg, ooi 25-40 kg

Schouderhoogte: 80 cm

Kleur : ram kastanje bruin, in de zomer lichter, op de flanken een witte zadelvlek. Ooi lichter en grijzer van kleur

Komt voor: ca. 25 stuks op de heide nabij Vierhouten, 150 stuks in het Park De Hoge Veluwe, ca. 50 Wekeromse Zand en ca. 10 stuks in de Amsterdamse Waterleiding Duinen


Nadere kennismaking met de moeflon

De moeflon is een wilde schapensoort die na de laatste ijstijden verdrongen was naar eilanden in de Middellandse Zee, Corsica, Sardiniu en Cyprus.
Vanaf het midden van de 18e eeuw werden vandaar moeflons uitgezet in Midden-Europa ten behoeve van de jacht. De in ons land levende moeflons zijn in de jaren twintig van de vorige eeuw uitgezet in het Nationaal Park De Hoge Veluwe.
Tot in de jaren tachtig leefden er ook nog moeflons binnen de rasters van het Kroondomein, maar deze werden afgeschoten omdat zij te veel negatieve effecten hadden op de bosontwikkeling.
Naast de populatie op De Hoge Veluwe, leven nu nog moeflons op het Wekeromse Zand, in het Vierhouterbos en in het Deelerwoud.
De status van de moeflon is afwijkend. Het behoort niet tot de inheemse diersoort en geldt als exoot. Dit betekent in principe dat het dier afgeschoten mag / dient worden. Te terreiniegenaar heeft echter het laatste woord en kan beplaen, dat er een populatie van een bepaalde grootte mag blijven bestaan.

De dieren hebben een voorkeur voor open landschap en stellen weinig eisen aan hun biotoop. Op de Veluwe eten zij het gehele jaar door veel hei en diverse grassen, zoals bochtige smele. Verder bestaat het menu uit knoppen, bladeren, stengels van bosbes en mast van eik en beuk.

Bronsttijd, draagtijd en geboorte

In november zonderen de oude rammen zich af en drijven bronstige ooien uit hun groep om ze te beslaan. Soms komt het tot gevechten waarbij rammen van enige afstand op elkaar inrennen, op het laatste moment omhoog springen en voluit met de koppen tegen elkaar slaan. Dit is soms goed hoorbaar. Dodelijke slachtoffers van deze klappen vallen er niet.
De draagtijd is ongeveer 22 weken, de lammeren worden dus in het zéér prille voorjaar geboren.
Het schijnt ze niet te deren en na 20 minuten kan het pasgeboren lam de moeder volgen. Door de voedzame melk is het geboortegewicht van 2800 gram na een maand al verdubbeld.

Foto: Jan Paulides
Drie moeflon rammen

Hun mooie kastanjebruine vacht is in de zomer wat lichter van kleur en rammen ontwikkelen vanaf hun tweede jaar een zogenaamde witte zadelvlek, vooral in de winter goed te zien.
Foto: Jan Paulides
Twee ooien met twee lammeren

De vorm en lengte van de hoorn zijn sterk individueel bepaald.
Moeflonrammen worden tot 50 kg zwaar, ooien 25 tot 40 kg. Rammen vormen vaak eigen groepen. Moeflons zijn dagactief en echte zichtdieren. Hoewel ook de reukzin en het gehoor goed ontwikkeld is, zijn de ogen groot en moeflons kunnen de geringste bewegingen op grote afstand waarnemen.
Foto: Jan Paulides
Ooi met twee lammeren

Moeflons hebben geen gewei maar altijd doorgroeiende horens. Die van de rammen kunnen wel 85 cm lang worden. Zij wijken eerst uiteen, buigen dan neerwaarts weer wat naar binnen en wijken aan de punten weer naar buiten uit. Ooien hebben soms kleine horens, maar vaak ook niet.