Foto: Jan Paulides

Soort: Veluwse Zwartkop.

Gewicht: volwassen schapen bereiken een gemiddeld gewicht van 40 kilo.

Kleur : beige met zwarte kop



Nadere kennismaking met het heideschaap en enkele typerende eigenschappen van de Elspeter schaapskudde van Christiene Mouw - Dubbeldam.

Een heideschaap houdt er een geheel andere leefwijze op na dan het weideschaap.

Wol:
De wol van het Veluws Zwartkopschaap is beige van kleur. De kwaliteit is matig, doordat de schapen vaak onder takken staan te schuren en de vachten onder het opstuivende zand van bos- en heidepaden en tevens vol dennennaalden zitten. Eenmaal per jaar, op de eerste zaterdag van juli, worden de schapen bij de schaapskooi geschoren. De vachten, die gemiddeld zo'n 14 kilo wegen, worden in de fabriek tot tapijten verwerkt.

Voedsel:
Heideschapen doen hun naam eer aan. Zij moeten dagelijks vier tot vijf uur hei eten, dat als ruwvoer dient, om zich goed te voelen. Zou je deze dieren alleen de hele dag in een vette weide hebben lopen, dan zijn ze binnen de kortste tijd 'van slag' en worden ze te dun op de mest. Een combinatie van beide is dan ook het beste.

In de winter worden ze bijgevoederd met kuilvoer. Een tweede factor is beweging. Deze schapen moeten, om hun gevoel van welzijn, tevens enkele uren daags met hun pootjes door de heide kunnen struinen, zoniet, dan doe je ze tekort. Een schaap is een herkauwer.

Bronst, draagtijd en lammeren:
De natuurlijke bronst van de schapen valt in de zomermaanden juli en augustus. We hebben dan onze eigen rammen bij de ooien lopen. Zo wordt het ras in standgehouden. De draagtijd van het schaap is vijf maanden min vijf dagen.
Foto: Jan Paulides Iedere morgen, 365 dagen per jaar, zul je dan ook de Elspeter kudde op de heidevelden aan kunnen treffen.
Foto: Christine Mouw

In de schaapskooi is het behaaglijk warm. Het schaap zoogt het lam

De lammeren worden in december en januari geboren in de warme schaapskooi, of ook wel tijdens het hoeden op de eenzame vlakte waar de wind giert en de regen naar beneden klettert. In de lammertijd heb ik daarom ook altijd een jute zak bij me, waar ik de boorling in kan wikkelen, zodat het warm blijft. Ik draag het dan op mijn arm mee naar huis.

Aantal en leeftijd:
Hoewel de kooi berekend is op ongeveer 150 schapen, zitten we op een gemiddeld aantal van 170 schapen. Meer passen er écht niet aan de vier ruiven! Er gaan ieder jaar zo'n 30 oude schapen weg, terwijl we ook zo'n 30 lammeren per jaar aanhouden. Zo houdt de kudde zich zelf in stand en worden onze schapen gemiddeld niet ouder dan acht jaar.

Mee naar de heide:
Na drie maanden, zo om en bij Pasen dus, gaan de lammeren mee de heide op. Dan is het eerste voorjaarsgras ontkiemd en ziet u om u heen de weidelammeren geboren worden.
Nu breekt weldra de tijd aan, dat er voor onze kudde schapen genoeg voedsel in de natuur te vinden is en vanaf dat moment zult u ze niet meer in de kooi, maar alleen nog buiten aan treffen, waar ze op de heide, in een afgerasterd weiland, overnachten. Pas als er weer bijgevoerd moet worden, wacht hun weer de beschutting van de schaapskooi.

Foto: Jan Paulides Rond het middaguur gaat de kudde van de hei naar het weiland.