
Gewicht: bok 20-30 kg, geit 18-25 kg
Schouderhoogte: 70 cm
Kleur : zomer roestbruin en soms zwart (zeldzaam), winter grijs.
Komt voor: in geheel Nederland
Aantal: ca. 50.000 stuks
Nadere kennismaking met het ree, Nederlands derde hertensoort
Het ree is de oudste hertensoort van Europa en nader verwant aan de eland dan aan edelhert.
Het gewei groeit, anders dan bij het edelhert, in de winter en wordt in het vroege voorjaar geveegd.
Het is relatief klein en heeft zelden meer dan zes enden. Een reeëngewei weegt zelden meer dan 500 gram. Ook bij reebokken geldt dat bij het ouder worden het gewei korter en dikker wordt. De maximale leeftijd van een ree is ongeveer 12 jaar.
Anders dan vele diersoorten die tijdens de laatste ijstijd uitstierven, wist het ree zich te handhaven en werd slechts teruggedrongen tot Oost-Europa en Azië.
Vandaaruit breidde de soort zich 20.000 jaar geleden weer uit naar het de Stille Oceaan.
Na de Tweede Wereldoorlog heeft het ree zich vanuit het oosten van ons land vrij snel verspreid over alle provincies. Door zijn bouw en aanpassingsmogelijkheden voelt een ree zich al gauw thuis, vooral ook in cultuurlandschappen met een afwisseling van bos en kruidenrijke vegetaties.
Leefwijze ree
Reeën zijn veel minder sociaal dan edelherten en leven het grootste deel van het jaar alleen.
Een ree is een snoeper, zijn pens is relatief klein en reeën kunnen alleen voedsel van hoogwaardige kwaliteit verteren. Dit betekent dat zij zéér selectief hun menu samenstellen met veel afwisseling en bij voorkeur jonge scheuten van loofbomen en kruiden.
Bronsttijd, draagtijd en geboorte
De bronsttijd is eind juli, begin augustus en door hun sterke territoriumgedrag worden alleen hierbinnen geiten beslagen. Reebokken burlen niet zoals herten en afgezien van een soort blaffend geluid dat soms gehoord kan worden verloopt de bronst geruisloos. Grote afstanden worden niet afgelegd, maar bokken rennen langdurig achter de geit aan in steeds kleiner wordende cirkels totdat zij eindelijk stopt en beslagen kan worden.
De draagtijd van reeën is extreem lang in relatie tot het lichaamsgewicht, namelijk 10½ maand.
De eerste maanden blijft het bevruchte eitje in rust en pas in januari gaat de foetus zich ontwikkelen.
Vanaf medio mei worden dan meestal twee kalfjes geboren, prachtig gespikkeld.
Klieren
Het reukorgaan, de windvang oftewel de neus is goed ontwikkeld en dat is van groot belang bij het vinden van dieren van het andere geslacht, het zoeken van voedsel en het waarnemen van vijanden. De geurklier, een klierzakje tussen de hoeven van de achterlopers, maakt een sterk ruikend vocht aan. Tijdens het lopen en springen wordt het vocht eruitgedrukt en verspreid via de hoeven in de prenten. Ook heeft het ree nog een geurklier bij het enkelgewricht. Hiermee wordt geur aan het struikgewas afgegeven.
Bedreigingen en beheer
Het ree is, zoals alle hertensoorten, volledig beschermd in de Flora- en Faunawet.
De mens vormt direct en indirect zijn enige bedreiging. Per jaar worden duizenden reeën door het verkeer aangereden en zij sterven vaak een afschuwelijke dood.
Hun gewicht ligt rond de 20 kilo, waarbij dieren in een gunstig biotoop zwaarder worden dan die op de arme Veluwe.
Een reegeit (links) krijgt elk jaar een en soms twee kalveren (rechts smalgeit), die heftig verdedigd worden tegen indringers, honden, vossen, ja zelfs mensen worden soms aangevallen door het moederdier.
De kalveren worden de eerste weken regelmatig gezoogd en verblijven doodstil in de dekking. Soms worden jonge reekalveren door wandelaars gevonden en meegenomen met het idee dat het door de moeder verlaten is.
De kalveren worden de eerste weken regelmatig gezoogd en verblijven doodstil in de dekking. Soms worden jonge reekalveren door wandelaars gevonden en meegenomen met het idee dat het door de moeder verlaten is. Dit is bijna nooit het geval en daarom dienen reekalveren altijd met rust te worden gelaten
Bokken hebben, zodra het gewei is geveegd in het vroege voorjaar, een eigen territorium, dat ze heftig verdedigen tegen indringers. De reebok houdt het territorium ten opzichte van andere reebokken tot na de bronst in stand, enkele geiten met kalveren worden echter wel getolereerd.
Het ree is de oudste hertensoort van Europa en nader verwant aan de eland dan aan edelhert.
Het gewei groeit, anders dan bij het edelhert, in de winter en wordt in het vroege voorjaar geveegd.
Het is relatief klein en heeft zelden meer dan zes enden. Een reeëngewei weegt zelden meer dan 500 gram. Ook bij reebokken geldt dat bij het ouder worden het gewei korter en dikker wordt. De maximale leeftijd van een ree is ongeveer 12 jaar.
Anders dan vele diersoorten die tijdens de laatste ijstijd uitstierven, wist het ree zich te handhaven en werd slechts teruggedrongen tot Oost-Europa en Azië.
Vandaaruit breidde de soort zich 20.000 jaar geleden weer uit naar het de Stille Oceaan.
Na de Tweede Wereldoorlog heeft het ree zich vanuit het oosten van ons land vrij snel verspreid over alle provincies. Door zijn bouw en aanpassingsmogelijkheden voelt een ree zich al gauw thuis, vooral ook in cultuurlandschappen met een afwisseling van bos en kruidenrijke vegetaties.
Leefwijze ree
Reeën zijn veel minder sociaal dan edelherten en leven het grootste deel van het jaar alleen.
Een ree is een snoeper, zijn pens is relatief klein en reeën kunnen alleen voedsel van hoogwaardige kwaliteit verteren. Dit betekent dat zij zéér selectief hun menu samenstellen met veel afwisseling en bij voorkeur jonge scheuten van loofbomen en kruiden.
Bronsttijd, draagtijd en geboorte
De bronsttijd is eind juli, begin augustus en door hun sterke territoriumgedrag worden alleen hierbinnen geiten beslagen. Reebokken burlen niet zoals herten en afgezien van een soort blaffend geluid dat soms gehoord kan worden verloopt de bronst geruisloos. Grote afstanden worden niet afgelegd, maar bokken rennen langdurig achter de geit aan in steeds kleiner wordende cirkels totdat zij eindelijk stopt en beslagen kan worden.
De draagtijd van reeën is extreem lang in relatie tot het lichaamsgewicht, namelijk 10½ maand.
De eerste maanden blijft het bevruchte eitje in rust en pas in januari gaat de foetus zich ontwikkelen.
Vanaf medio mei worden dan meestal twee kalfjes geboren, prachtig gespikkeld.
Klieren
Het reukorgaan, de windvang oftewel de neus is goed ontwikkeld en dat is van groot belang bij het vinden van dieren van het andere geslacht, het zoeken van voedsel en het waarnemen van vijanden. De geurklier, een klierzakje tussen de hoeven van de achterlopers, maakt een sterk ruikend vocht aan. Tijdens het lopen en springen wordt het vocht eruitgedrukt en verspreid via de hoeven in de prenten. Ook heeft het ree nog een geurklier bij het enkelgewricht. Hiermee wordt geur aan het struikgewas afgegeven.
Bedreigingen en beheer
Het ree is, zoals alle hertensoorten, volledig beschermd in de Flora- en Faunawet.
De mens vormt direct en indirect zijn enige bedreiging. Per jaar worden duizenden reeën door het verkeer aangereden en zij sterven vaak een afschuwelijke dood.

Een mannelijk ree heet een bok, herkenbaar aan de niertjesvormige spiegel. Hun gewicht ligt rond de 25 kilo.

Een vrouwelijk dier een geit, herkenbaar aan het schortje met een pluimje.
Hun gewicht ligt rond de 20 kilo, waarbij dieren in een gunstig biotoop zwaarder worden dan die op de arme Veluwe.

Twee reegeiten
Een reegeit (links) krijgt elk jaar een en soms twee kalveren (rechts smalgeit), die heftig verdedigd worden tegen indringers, honden, vossen, ja zelfs mensen worden soms aangevallen door het moederdier.

Dit reekalf is niet verlaten!!
De kalveren worden de eerste weken regelmatig gezoogd en verblijven doodstil in de dekking. Soms worden jonge reekalveren door wandelaars gevonden en meegenomen met het idee dat het door de moeder verlaten is.

de moeder is altijd in de buurt!
De kalveren worden de eerste weken regelmatig gezoogd en verblijven doodstil in de dekking. Soms worden jonge reekalveren door wandelaars gevonden en meegenomen met het idee dat het door de moeder verlaten is. Dit is bijna nooit het geval en daarom dienen reekalveren altijd met rust te worden gelaten

Reebok met volgroeit bastgewei

Een bok bededigd zijn territorium tegen indringers, soms ook tegen mensen.
Bokken hebben, zodra het gewei is geveegd in het vroege voorjaar, een eigen territorium, dat ze heftig verdedigen tegen indringers. De reebok houdt het territorium ten opzichte van andere reebokken tot na de bronst in stand, enkele geiten met kalveren worden echter wel getolereerd.
