kleine veenbes Foto: Margriet Montizaan


Over de indeling van de veenbessen zijn de meningen verdeeld; de één deelt ze in bij het geslacht Oxycoccus, de ander bij Vaccinium.

Er zijn twee soorten veenbessen, de kleine (Oxycocus palustris of Vaccinium Oxycocus0 en de grote (Oxycoccus macrocarpos of vaccinicum macroparpum) . De kleine veenbes is een laag blijvende, kruipende struik.

De grote veenbes lijkt op de kleine veenbes, maar is iets robuuster. De grote veenbes is bij velen bekend onder de Engelse naam: cranberry. In oude Nederlandse boeken wordt ook wel gesproken over lepeltjeheide, beien en blaadjeheide. De veenbes behoudt evenals de vossebes in de winter zijn glanzende donkergroene bladeren. De blaadjes van de kleine veenbes zijn maar 4-8 mm lang, die van de grote veenbes 8-15 mm. De rozerode bloempjes bloeien in juni-augustus. De rijpe dieprode bessen smaken pas goed als de vorst erover is geweest. De bes van de grote veenbes is, evenals de vossebes, rijk aan vitamine C.

grote veenbes Foto: Margriet Montizaan
Zoals de naam al aangeeft groeit de veenbes op veengronden, met een voorkeur voor veenmosvegetaties. De kleine veenbes is een inheemse heester die in Nederland alleen in Drenthe regelmatig voorkomt en elders vrij zeldzaam is.
De grote veenbes is daarentegen niet inheems, maar uit Amerika afkomstig. Er wordt verteld dat een vat met cranberrybessen op het strand van Terschelling is aangespoeld en door een strandjutter over het eiland is verspreid. In de natte duinvalleien gedijde de plant goed en is van daaruit door vogels over naar andere gebieden verspreid. Op de waddeneilanden en in enkele veengebieden in Friesland en Drenthe is de grote veenbes nu ingeburgerd. Voor de consumptie worden zelfs cranberries in de duinvalleien gekweekt. De gerechten waarin de bessen verwerkt worden zijn zeer divers: compote, chutney, taart en cake, saus, thee.