Uit een onlangs gepubliceerd Duits onderzoek bleek dat meer dan 80% van de onderzochte herten en reeën EHEC-bacteriën bij zich droegen. Naar aanleiding hiervan zijn in Nederland Kamervragen gesteld over de gevaren van consumptie van wild. EHEC kan zeer gevaarlijk zijn, met de nadruk op ‘kan’. Wie herinnert zich niet het EHECdrama in 2011 in Duitsland, waarbij zeer veel mensen ziek werden en zelfs tientallen stierven door het eten van bepaalde kiemplantjes? Er zijn zeer veel verschillende typen van de Escherichia coli bacterie, slechts een deel daarvan is ziekmakend. De bacterie Escherichia coli (E. coli) is een algemeen voorkomende bacterie in de darmen van mens en dier. De bacterie speelt een rol bij de vertering van bijvoorbeeld glucose en lactose en helpt bij het maken van bepaalde vitaminen. Enkele typen van deze, voor warmbloedige dieren essentiële, bacterie kunnen echter voor de mens ziekmakend zijn en soms zelfs dodelijk. De in het recente Duitse onderzoek bij wild gevonden typen behoren tot de niet- of minder ziekmakende typen. De mens kan op verschillende manieren besmet raken met de E. coli bacterie, bijvoorbeeld door het eten van groente die in aanraking is gekomen met verontreinigd sproeiwater of uitwerpselen van een dier. Een andere bron van besmetting is het eten van besmet vlees dat onvoldoende is verhit. Omdat de bacterie algemeen voorkomt in de darm is het belangrijk ervoor te zorgen dat geen darmverontreinigingen op wildbraad terecht komt. Als de jager het schot goed plaatst (bladschot), tijdig en hygiënisch ontweidt, het dier op de juiste manier vervoert en tijdig koelt, is de kans verwaarloosbaar dat een eventuele schadelijke E. coli bacterie op het vlees terecht komt. Bij een weidwondschot ligt dat anders. Dat is ook één van de redenen dat een stuk grofwild met een weidwondschot ONGESCHIKT is voor consumptie en dus niet mag worden verkocht of aan derden worden gegeven.

Kijk voor een uitgebreider artikel op www.knjv.nl onder Jagen > wildziekten