In de Tweede Kamer is het onderwerp Oostvaardersplassen weer eens aan de orde geweest. De zeggenschap over het beheer van het gebied was inmiddels gedelegeerd naar de Provincie. De zeggenschap over het welzijn van de dieren was nog steeds verantwoordelijkheid van de Tweede Kamer. Deze situatie ging steeds meer wringen. Hierbij een ingezonden brief van VVD-fractielid Heerma over hoe dit is aangepakt en wat de uitkomst is. 

Bij de behandeling van de nieuwe wet natuurbescherming hebben we als Kamer besloten om natuurbeleid te decentraliseren naar de provincies. Een verstandig besluit, want provincies weten veel beter hoe ze met hun eigen natuur om moeten gaan dan wij in Den Haag. Niet lang daarna stond het AO (Algemeen Overleg red.) Oostvaardersplassen op de agenda, waar we wéér de cijfers kregen van [te grote] aantallen dieren in dit omheinde gebied in Flevoland. Schrijnend dat de aantallen door de zachte winter en goede zomer fors toegenomen waren, waardoor je kan verwachten dat bij een strenge winter vele dieren een hongersdood zullen sterven. Wat mij betreft onacceptabel, en met mij bijna alle partijen in de Tweede Kamer. Het grote probleem in de Tweede Kamer is dat elke partij wel verbetering wil, maar dat alle oplosssingsrichtingen te verschillend zijn, waardoor er voor geen enkel voorstel een meerderheid te vinden is. Dit gaat al jaren zo en irriteert mij mateloos, want de dieren zijn daarmee niet geholpen.
Ik ben toen gaan brainstormen met de VVD Flevoland en kwam op het idee om voor dit gebied, naast natuurbeleid, ook dierenwelzijn te decentraliseren, omdat natuurbeheer in de Oostvaardersplassen onlosmakelijk verbonden is met dierenwelzijn. Dat voorstel heb ik ingediend in de Tweede Kamer en dat heeft een meerderheid gekregen. Dat betekent dat bij de invoering van de nieuwe natuurwet per 1 januari 2017 niet alleen natuurbeleid, maar ook het dierenwelzijn van de grote grazers een provinciale aangelegenheid gaat worden. Dat is enorme winst, want de provincie heeft wel een meerderheid om tot pro actief beheer over te gaan en deze dieren geen hongersdood te laten sterven.
---------------------

Met vriendelijke groet,

Rudmer Heerema

            Kamerlid VVD-fractie

Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag 
r.heerema@tweedekamer.nl

            T 070-3182935 

Bij de behandeling van de nieuwe wet natuurbescherming hebben we als Kamer besloten om natuurbeleid te decentraliseren naar de provincies. Een verstandig besluit, want provincies weten veel beter hoe ze met hun eigen natuur om moeten gaan dan wij in Den Haag. Niet lang daarna stond het AO Oostvaardersplassen op de agenda, waar we wéér de cijfers kregen van [te grote] aantallen dieren in dit omheinde gebied in Flevoland. Schrijnend dat de aantallen door de zachte winter en goede zomer fors toegenomen waren, waardoor je kan verwachten dat bij een strenge winter vele dieren een hongersdood zullen sterven. Wat mij betreft onacceptabel, en met mij bijna alle partijen in de Tweede Kamer. Het grote probleem in de Tweede Kamer is dat elke partij wel verbetering wil, maar dat alle oplosssingsrichtingen te verschillend zijn, waardoor er voor geen enkel voorstel een meerderheid te vinden is. Dit gaat al jaren zo en irriteert mij mateloos, want de dieren zijn daarmee niet geholpen.
Ik ben toen gaan brainstormen met de VVD Flevoland en kwam op het idee om voor dit gebied, naast natuurbeleid, ook dierenwelzijn te decentraliseren, omdat natuurbeheer in de Oostvaardersplassen onlosmakelijk verbonden is met dierenwelzijn. Dat voorstel heb ik ingediend in de Tweede Kamer en dat heeft een meerderheid gekregen. Dat betekent dat bij de invoering van de nieuwe natuurwet per 1 januari 2017 niet alleen natuurbeleid, maar ook het dierenwelzijn van de grote grazers een provinciale aangelegenheid gaat worden. Dat is enorme winst, want de provincie heeft wel een meerderheid om tot pro actief beheer over te gaan en deze dieren geen hongersdood te laten sterven.
---------------------

Met vriendelijke groet,

 

Rudmer Heerema

Kamerlid VVD-fractie

cid:image001.png@01CD9736.5A1A3EB0

Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag