Van onze redactie

Fietsend, wandelend of ergens stilletjes zittend, wat is nou de beste manier om wild te zin? Om wild te zien zoals zwijnen en herten is het allereerst raadzaam om een bos te kiezen waar voldoende rust is. Fietsend is een manier om afstand af te leggen en van de wisselende omgeving te genieten, maar zie je wild, dan is het bijna altijd maar heel kort. Het wild heeft jou namelijk al eerder gezien dan jij het wild hebt gezien. Het wild valt je namelijk pas op, wanneer ze in beweging komen, dus al verstoord zijn. Daarnaast is het wild ook niet dom en blijft in de dekking vaak stokstijf staan en kijkt naar de fietsers, terwijl de fietser langskomen. Wil je het wild langer zien, dan is wandelen al een stuk beter. Je kan al heel rustig lopend (2 km/uur) de dekking met je blik afstruinen en bij het spotten, kan je stil blijven staan en het wild langere tijd gadeslaan, indien je verdekt opgesteld staat. De beste manier is echter ergens je verdekt op te stellen, b.v. achter lage struiken of achter een dikke boom en echt stilzittend afwachten. Noodzakelijk is dan wel dat je op een goede plaats zit en daar hoort kennis van het gebied bij. Een goede voorbereiding is dus noodzakelijk. Je krijgt er wel wat voor terug: geen verstoring van het wild, dus je behoudt je kans voor volgende keer en je kan het wild lange tijd in hun ongedwongen houding onderling met natuurlijk gedrag observeren en fotograferen.

Van het pad af is echt niet nodig. Bijna al mijn opnames zijn gemaakt op voor iedereen toegankelijke plaatsen. Voor de rust in het bos is de weersituatie of zelfs de weersvoorspelling van belang. Niet voor het wild, maar voor de hoeveelheid mensen in het bos. Buiig weer is best wel ideaal. Druppende bossen zijn de herten zat en willen wel het open terrein in. De mensen wagen zich niet het bos in. Succes.