· Beheer grote grazers via verbeterd predatormodel wordt voortgezet
· De Oostvaardersplassen als boegbeeld voor "Natuur op eigen benen"
· De politieke opdracht
· Adviescommissies
· Het verbeterde predatormodel: wat betekent het
· Natuur op eigen benen met vinger aan de pols
· Ontwikkeling van de kudde

Beheer grote grazers via verbeterd predatormodel wordt voortgezet
Op 5 november 2004 heeft de directie Staatsbosbeheer besloten het beheer grote grazers volgens het predatormodel zoals dat is aanbevolen door de wetenschappelijke adviescommissie grote grazers Oostvaardersplassen voort te zetten. Op deze wijze wordt het selectieproces aan de natuur gelaten en wordt tevens onnodig dierenleed voorkomen.

De Oostvaardersplassen als boegbeeld voor "Natuur op eigen benen".
In de Oostvaardersplassen is de natuur de baas en doet de natuur zoveel mogelijk zelf het werk om in stand te blijven. Dat zijn we in Nederland niet gewend. Toch is dat naar de overtuiging van Staatsbosbeheer nodig om de natuur ook duurzaam in stand te houden.
In gebieden als de Oostvaardersplassen krijgen natuurlijke processen de ruimte waardoor soorten zich aan veranderende omstandigheden kunnen blijven aanpassen.
In mensafhankelijke ecosystemen, zijn de mogelijkheden voor aanpassing en ontwikkeling geringer. De sterke afhankelijkheid van menselijk ingrijpen, maakt deze ecosystemen meer kwetsbaar. De hoge mate van versnippering van de natuur in Nederland, waardoor het bloempotten zijn in een overwegend natuuronvriendelijke omgeving, versterkt deze kwetsbaarheid. Daarom gaat Staatsbosbeheer er vanuit dat grote ecosystemen met een hoge mate van natuurlijkheid een betere garantie bieden voor het duurzaam behoud van biodiversiteit dan ecosystemen die sterk afhankelijk zijn van ingrijpen van de mens. Het is voor de Nederlandse- en de Europese natuur belangrijk dat de Oostvaardersplassen kunnen blijven fungeren als boegbeeld voor een zich zo spontaan en zo ongestoord mogelijk ontwikkelende natuur, met een minimum aan menselijke ingrepen.

De politieke opdracht
Staatsbosbeheer heeft enerzijds een politieke opdracht om de Oostvaardersplassen zo natuurlijk mogelijk te beheren en anderzijds is Staatsbosbeheer gehouden om via het wettelijk kader en de ethische richtlijn onnodig lijden van de grote grazers te voorkomen.

Voor de in de Oostvaardersplassen levende grote grazers zijn verschillende wettelijke kaders van toepassing. De Tweede Kamer heeft in 2000 de leidraad Grote grazers vastgesteld. Hiermee wordt het dierenwelzijn geregeld van met name runderen en paarden die als wilde dieren natuurgebieden leven. In deze leidraad worden de runderen en paarden beschouwd als niet gehouden dieren. Hiervoor gelden dan ook andere regels dan voor gehouden landbouwhuisdieren. Ook geldt, evenals voor de edelherten, de Wet Gezondheid- en welzijn voor dieren. Op de Edelherten is niet de leidraad maar de de Flora- en faunawet en het besluit beheer en schadebestrijding van dieren van toepassing. Staatsbosbeheer heeft binnen dit wettelijke kader en in samenwerking met onder andere de dierenbescherming de ethische richtlijnen opgesteld. Volgens de verschillende richtlijnen is Staatsbosbeheer gehouden om dieren bij uitzichtloos lijden te doden. Ook is gesteld dat Staatsbosbeheer preventieve aantalregulatie toe moet passen wanneer er een gerede kans bestaat op het optreden van grote sterfte als gevolg van overschrijding van de draagkracht. Zo’n overschrijding ontstaat wanneer er een structureel gebrek aan voedsel en/of geschikt leefgebied is. De beheerder is verplicht in het beheersplan aan te geven wat de draagkracht van het gebied voor de dieren is.

Via internationale verdragen, zoals het biodiversiteitsverdrag (1992) en via het nationale natuurbeleid is vastgelegd dat een zo ongestoord mogelijk ontwikkelende natuur, met een minimum aan menselijke ingrepen wordt nagestreefd en ontwikkeld. De minister van LNV heeft bepaald dat natuurlijkheid het uitgangspunt is van het beheer in de Oostvaardersplassen en heeft dat bevestigd in de Tweede Kamer.

Adviescommissies
Rond de Oostvaardersplassen zijn twee commissies ingesteld met externe deskundigen: een veterinaire begeleidingscommissie en een wetenschappelijke adviescommissie. In de veterinaire begeleidingscommissie hebben deskundigen vanuit verschillende disciplines op veterinair gebied zitting. De wetenschappelijke adviescommissie wordt voorgezeten door prof. dr. C.J.G. Wensing. Deze commissie is samengesteld uit onafhankelijke wetenschappers afkomstig van diverse (onderzoeks)instituten.
De commissie is gevraagd om aan te geven wanneer een gerede kans bestaat op het optreden van grote sterfte als gevolg van overschrijding van de draagkracht. De wetenschappelijke adviescommissie heeft aangegeven dat dit moment gepasseerd is. Vervolgens heeft de commissie in november 2003 geadviseerd om vervroegd te euthanaseren bij dieren die uitzichtloos lijden. Staatsbosbeheer heeft dit advies overgenomen in december 2003. In oktober 2004 heeft de commissie het advies gegeven om voorlopig door te gaan met deze wijze van beheer van de grote grazers.

Het verbeterde predatormodel: wat betekent het
In de praktijk betekent het predatormodel dat in het beheer tot 2004 een dier in de stervensfase werd gedood door daarvoor gekwalificeerde personen. Daarmee werd ecologisch gezien een deel van de rol van de wolf als predator geïmiteerd. Op basis van het advies van de wetenschappelijke adviescommissie wordt een dier nu eerder gedood. Er wordt ingegrepen op het moment dat een dier met een slechte conditie zich gaat afscheiden van de kudde. In feite wordt hiermee de rol van een grote predator als de wolf vollediger vervuld. Een wolf pakt immers niet alleen dieren in de stervensfase maar ook verzwakte dieren.

Voor de ontwikkeling van de populatie grote grazers
Bij normale winters tendeert de jaarlijkse sterfte naar een evenwicht met de jaarlijkse geboorten. Dat betekent dat 10 - 15% van de dieren per jaar sterft, het merendeel in de winter en het vroege voorjaar. Bij extreme winters zal de sterfte toenemen en zal een veelvoud van de reguliere jaarlijkse sterfte optreden. Dit wordt bevestigd door wetenschappelijk onderzoek in natuurlijke referentiegebieden, bijvoorbeeld in Afrika. De kuddeomvang zal afhankelijk van de omstandigheden, voortdurend schommelen. Deze fluctuaties in de tijd zijn een essentieel onderdeel van een natuurlijk werkend ecosysteem. De totale omvang van de kudde komt in de buurt van de 3100 dieren (oktober 2004).

Voor de individuele dieren
Alle dieren die geboren worden sterven ook. Paarden worden 15-20 jaar, runderen worden ca. 10 jaar en herten worden 10-15 jaar oud, uitzonderingen daargelaten. Wanneer dieren in de natuur gemiddeld 10 jaar worden, sterft ca. 10% van de dieren, jeugdsterfte buiten beschouwing gelaten. Ter vergelijking in de melkveehouderij, waar dierenwelzijn een belangrijk item is, leven koeien zo'n 4 -  5 jaar. Het leven van stierkalveren is beperkt tot enkele maanden.
Zoals vrijwel alle levende wezens in de natuur bouwen ook dieren in de zomer een vetreserve op voor de winter. In een normale winter is dat voor gezonde dieren voldoende om de winter door te komen.
Het is volkomen natuurlijk dat jonge dieren sterven door gebrek aan ervaring en weinig reserves. De dieren worden gedood op het moment dat er een reëel risico is op een uitzichtloos leven. Bij echt strenge winters of langdurig natte periodes sterven ook veel oudere stieren. De sterke stieren hebben een goed, voedselrijk, territorium terwijl de zwakkere stieren een slecht territorium hebben. Zij komen daar niet buiten ook al is buiten het territorium nog voldoende voedsel.

In de periode 2002 - 2003 stierf 33% van de gestorven dieren een natuurlijke dood. Met het verbeterde predatormodel, waarmee al wordt ingegrepen op het moment dat een dier verzwakt is en zich gaat afscheiden van de groep, is in 2004 nog maar 22% van de gestorven dieren een natuurlijke dood gestorven. Er sterven de laatste jaren in de Oostvaardersplassen enkele honderden dieren per jaar. Ter vergelijking; per dag sterven er gemiddeld 5000 runderen in de landbouw in Nederland. Door deze aanpak krijgt het verbeterde predatormodel invloed op de populatieomvang van de kudde. Er wordt preventief ingegrepen om te voorkomen dat er welzijnsproblemen voor de dieren ontstaan zonder dat daarbij gezonde dieren worden gedood.

Natuur op eigen benen met vinger aan de pols
Achter het beheer en de regelgeving zit een meetprogramma waarmee de ontwikkelingen in de Oostvaardersplassen worden gevolgd. Voor vogels worden soorten geteld en verspreiding gemeten. Voor planten worden soorten geteld en verspreiding en biomassa gemeten. De waterhuishouding wordt bijgehouden via peilbuizen.
Voor de grote grazers geldt:
· dagelijks toezicht en afschot volgens de ethische richtlijnen.
· wekelijks rapportage van de boswachter over het gevoerde beheer en de veldomstandigheden
· maandelijks (in de winter 2 wekelijks) bezoek dierenarts + second opinion
· inventarisatie middels vliegen om tellingen te controleren
· jaarlijks aanbieding van een aantal beesten aan de gezondheidsdienst voor dieren
· aanbieding van beesten met een onbekende doodsoorzaak aan de gezondheidsdienst voor dieren
Voor het hele gebied wordt jaarlijks rapportage opgemaakt. Het gebied is een belangrijk object voor wetenschappelijk onderzoek. Ook is er een dynamisch computermodel ontwikkeld waar mee de aantalsontwikkeling van de dieren in relatie met het voedselaanbod word gevolgd. Daarnaast is er onderzoek gedaan naar diergedrag en sociale structuren in kuddes.