Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Stichting het Drentse Landschap zijn boos over het besluit van de provincie Drenthe om alle edelherten, wilde zwijnen en damherten van nature naar de provincie komen, af te schieten. Uit angst voor schade aan landbouwgewassen en verkeersonveilige situaties wil Drenthe geen groot wild en dienen te worden afgeschoten, zodra het de provinciegrenzen overtrekt. Niet alleen op landbouwgronden of nabij wegen,  ook in de grote natuurgebieden.. Boswachter André Donker van Natuurmonumenten vindt dat onbegrijpelijk: "Grote natuurgebieden zoals het Drents Friese Wold en het Dwingelderveld bieden genoeg leefruimte voor herten en wilde zwijnen. Het levert juist meerwaarde op voor de natuur en de beleving van natuur. Daarnaast is het een toeristische trekpleister. Mensen vinden het prachtig om een burlend edelhert te horen. Kijk maar wat het doet voor de Veluwe"

Volop leefruimte

Individuele wilde zwijnen en herten trekken uit verschillende richtingen naar Drenthe. Ze vinden in de aaneengesloten bossen in het hart van Drenthe volop leefruimte. Boswachter Donker komt al regelmatig sporen van wilde zwijnen tegen. In 2012 werd een doodgereden wild zwijn gevonden ter hoogte van het ecoduct bij het Drentse Spier.

Kleine populatie mogelijk

De provincie is van mening dat groot wild in heel Drenthe ongewenst is met het oog op verkeersveiligheid, diergezondheid en mogelijke schade voor de landbouw. De drie natuurbeherende organisaties stellen juist dat Drenthe vanwege haar aaneengesloten natuurgebieden, uitstekend kleine populaties van wilde zwijnen, edelherten en damherten kan herbergen. Overdracht van ziekten is afgelopen jaren in Nederland en omringende landen geheel niet aan de orde geweest.

Advies

Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Het Drentse Landschap adviseren de provincie om snel met de omgeving in gesprek te gaan over het toestaan van kleine populaties. De natuurorganisaties zijn bij het ontstaan van eventuele schade bereid mee te werken aan populatiebeheer.