Dam AWD 1 klein

In het afgelopen winternummer verscheen een uitgebreid artikel over het decentrale faunabeleid. Sinds een aantal jaren is het faunabeleid van Rijksbeleid gedecentraliseerd naar de provincies. Het is sindsdien aan de provincies om – uiteraard binnen de wettelijke kaders – zelf beleid op te stellen over het beheer van de verschillende diersoorten binnen de provinciegrenzen. Dat klinkt wellicht mooi, maar is het ook zo mooi als het klinkt?

Vereniging het Edelhert bekeek dit wat nader en nam als casus ‘het damhert’. Niet zomaar, want op 24 november 2011 hield onze vereniging in haar 65e bestaansjaar het symposium ‘Dama dama’. Op dat symposium werd een voorstel voor landelijk beleid t.a.v. het damhert bepleit en gepresenteerd. Een aantal externe sprekers gaf daarbij zijn kijk op het damhert en de positie daarvan in Nederland. We zijn nu 10 jaar verder, dus hoog tijd om eens de thermometer in het door ons zo bepleitte damhertenbeleid te steken. Is er wat veranderd afgelopen jaren en zo ja, wat dan precies?

Door de decentralisatie van Rijksnatuurbeleid naar de provincies is van een nationaal kader, zoals bijvoorbeeld de Nota Jacht en Wildbeheer (Ministerie LNV, 1993) indertijd vormde, nu dus geen sprake meer. De vereniging zag 10 jaar geleden al dat mede door het ontbreken van duidelijk beleid ten aanzien van damherten, dat het op meerdere plekken de spuigaten uitliep en tot niet-geaccepteerde overlast leidde. De Amsterdamse Waterleidingduinen waren daar in die periode al een duidelijk voorbeeld van.

Hoe is de situatie nu?

Aan de hand van een aantal (natuur)gebieden hebben we de actuele situatie t.a.v. het (beheer van het) damhert beschreven. Het gaat dan om de Amsterdamse Waterleidingduinen, het Horsterwold en de Haringvreter. De uitgebreide beschrijving van die specifieke gebieden gaan we hier niet herhalen, daarvoor verwijzen we naar het artikel.

We hadden de beschreven voorbeelden makkelijk kunnen uitbreiden met andere gebieden waar soortgelijke problemen spelen: Oranjewoud, de Lauwersmeer, de Manteling van Walcheren en Vrouwenpolder, ectetera. Maar dat had weinig meer toegevoegd aan het inzicht dat elke provincie aan het ‘hannesen’ is met deze diersoort. De voorbeelden illustreren duidelijk dat het wiel steeds opnieuw uitgevonden wordt of - erger nog - er wordt gewoon nog niets gedaan. Dat laatste is duidelijk te beschouwen als struisvogelpolitiek want het is niets meer of minder dan een voorschot nemen op problemen in de nabije toekomst. Daarnaast is in die gevallen dat er wel iets van beleid geformuleerd is gebleken dat dit beleid tegenwoordig maar zeer beperkt houdbaar is (enkele jaren) doordat het beleid nu speelbal is van de regionale politiek, waardoor consistent beheer op de lange termijn onzeker is.

Maar weinig provincies hebben inmiddels adequaat beleid opgesteld ten aanzien van deze diersoort. Uitzonderingen hierop zijn Zeeland, Noord- en Zuid-Holland en Gelderland. De provincie Friesland is momenteel bezig met het opstellen van beleid. De rest van Nederland niet. We ontberen dus duidelijke beleidsrichtlijnen voor deze soort. Slechts enkele provincies hebben een of andere vorm van reactief beleid geformuleerd. Het gevolg daarvan is dat problemen meestal ad hoc worden opgelost, zonder dat over de verdere consequenties daarvan wordt nagedacht. Zo zien we nu al dat, ondanks het Rijksbeleid ten aanzien van ontsnippering, het aantal rasters rond natuurgebieden in de praktijk juist weer toeneemt. Verder dreigt lokaal en/of regionaal het draagvlak ten aanzien van het gevoerde natuurbeheer af te kalven.

Wordt het geen tijd dat de Rijksoverheid – want hoe groot zijn we nu als BV Nederland dat elke provincie zijn eigen natuurbeleid moet formuleren? - weer de regie naar zich toe trekt en in ieder geval voor grensoverschrijdende (trekvogels, ganzen) en sterk migrerende soorten (edelhert, damhert, wild zwijn) kaderstellend beleid gaat ontwikkelen met een langetermijnhorizon? Wij zijn daar sterk voorstander van. Waarom is er wel een Interprovinciaal Wolvenplan ontwikkeld (IPO, 2019) voor een soort waar er nu nog maar enkele exemplaren in Nederland voorkomen, en doen we dat niet voor edelhert, damhert en wild zwijn?

We doen dus de oproep aan het Rijk, in casu het Ministerie van LNV: er is ten aanzien van het beheer van grote hoefdieren en andere sterk migrerende soorten meer centrale regie in het beleid gewenst: Rijk pak je verantwoordelijkheid terug!