Het is stil in het bos. De loofbomen verliezen hun fraaie bladerpracht vol van warme herfstkleuren en dekken de bodem toe met een laag gevallen blad. Voeding in de toekomst voor diezelfde bomen die ze hebben laten vallen en voedsel voor het, vaak voor ons onzichtbare leven van ontelbare micro-organismen en insecten op en in de bosbodem. Ook voor de grotere bosbewoners is er een belangrijke voedselbron door eik en beuk vrijgegeven.

Wintertijd 1 kln

Tonnen eikels en beukennoten, mast genoemd, zijn gedurende het najaar op de bosbodem terecht gekomen. Kleinere zoogdieren, met misschien wel het bekendste voorbeeld de eekhoorn leggen er hun wintervoorraad mee aan en voor het zwart- en roodwild een essentieel onderdeel van hun voedsel tijdens de wintermaanden.

Wintertijd 1a kln

Ook de edelherten zijn weer stil. Het burlen, een van de meest indrukwekkende geluiden hoorbaar in de Nederlandse natuur is inmiddels verstomd en zelfs het typerende knörren van het damhert tijdens hun bronst is verleden tijd. De bronstplaatsen van het edelhert zijn inmiddels weer verlaten. De geweidragers, die een aardig jasje hebben uitgedaan tijdens de bronst door gevechten, het bij elkaar houden van een bronstroedel en natuurlijk het drijven en beslaan van de hindes, keren terug naar hun winterinstanden. Een tocht die soms best lang kan zijn, hoewel beperkt door de begrenzing van het leefgebied zijn er toch herten die vele kilometers afleggen om van en naar bronstplekken te trekken, gebruik makend van ecoducten en het passeren van een aantal wegen. Uiteindelijk zullen de geweidragers zich weer aansluiten bij een roedel. Een roedel waarbij herten zullen ontbreken maar waar ook jonge herten zich voor de eerste keer zullen aansluiten, jonge geweidragers die door de kaalwildroedels zijn verstoten. De oudere herten zullen, de tijd nemen om hun gewicht weer enigszins op peil te brengen, te herstellen van eventuele verwondingen en wellicht wat geschonden ego’s oppoetsen.

Wintertijd 2 kln

Bij het kaalwild verandert er na de bronst ook het een en ander. De soms grote bronstroedels vallen weer uiteen in familie gerelateerde roedels, bestaande uit hindes, smaldieren en kalveren, matriarchaal geleid door de zogenaamde leidhinde. Roedels die overigens kunnen variëren in grootte van klein (hinde, smaldier en kalf) tot wel 10 of meer exemplaren.

Wintertijd 3 kln

De jonge geweidragers zijn inmiddels uit de kaalwildroedels verstoten en hebben zich aangesloten bij andere geweidragers, al zijn er altijd wel wat hertjes die tot hun tweede of derde levensjaar in het roedel blijven en door de leidhinde getolereerd worden, de zogenaamde moederskindjes. Het kaalwild maakt, in tegenstelling tot de geweidragers na de bronst niet van die grote tochten en is meer gebied gebonden dan de geweidragers die meer de wijde wereld intrekken. Een natuurlijke manier om de kans op inteelt te verkleinen. Helaas werkt dit systeem steeds minder, niet alleen in Nederland maar ook in de landen om ons heen raken de populaties edelherten steeds verder geïsoleerd waardoor uitwisselen van genen steeds moeilijker wordt. En nu we het toch over het uitwisselen van genen hebben, een groot deel van de hindes zijn tijdens de bronst succesvol beslagen en gaan, hoe pril ook, drachtig de winter in.

De winter, een seizoen van schaarste. Afhankelijk van de strengheid en de hoeveelheid mast een moeilijke periode voor het edelhert. Geen wonder dat de herten hun activiteiten tot een minimum beperken. Natuurlijk, als herkauwer zal een hert moeten blijven eten om een goede penswerking te houden voor een verdere vertering van het voedsel maar de stofwisseling wordt in de wintermaanden duidelijk op een laag pitje gezet. Het mag dan ook geen wonder heten dat herten vooral in de winter gebaat zijn bij zoveel mogelijk rust en zo weinig mogelijk verstoring.

Wintertijd 4 kln

Ook tijdens het foerageren is rust en het voorkomen van verstoring van levensbelang voor het wild. Laten we ze die rust zoveel mogelijk geven en tijdens een mooie winterwandeling vooral genieten en ons houden aan de regels en aanwijzingen van de terrein-beherende organisatie en een beroep doen aan ons gezond verstand.