Toen ik pas begon met natuurfotografie, rond 2000, was ik me nog niet zo bewust van verstoring van wild. Niet structureel, maar af en toe liep ik een rustgebied in. Wat is er mooier dan in een koude nacht onder een heldere hemel met sterren burlende edelherten te beleven.
Als ik terugliep naar de parkeerplaats zag ik boswachters verbaasd kijken: waar komt die vandaan. Toen ik een uur voor zonsopkomst de Postbank opreed en edelherten op de weg zag staan dacht ik bij me zelf dat ik mij erg rot zou voelen als ik door dit gedrag een hert zou verwonden of mogelijk doden door een aanrijding. Blijkbaar viel het kwartje toen bij mij. Sindsdien houd ik me aan de regels, die zijn er blijkbaar niet voor niets, alleen voor een plasje doen begeef ik mij enkele meters van het pad. Het is een beetje stout, maar aan uitgebreide vernielzucht zal ik me niet schuldig maken. Ik vermoed dat het Nationale Park de Veluwe het struinverbod heeft aangescherpt om fotografen en andere bezoekers te weren die blijkbaar een soort drijfjacht houden op met name edelherten. Dat is spijtig, want dat gaat ten koste van de fatsoenlijke fotograaf die de natuur wil beleven. Voor zover ik weet mag nu alleen in het stuifzandgebied- niet ver van de wildbaan- gestruind worden. Sommige mensen leren het echter nooit. Ik hoor zelfs van rasters doorknippen in het park. Dat is misdadig. Wild kan ontsnappen en de openbare weg opraken.
Blijkbaar komen mensen ook na zonsondergang in de rustgebieden. Dat is jammer. Herten waren dagdieren, maar door de komst van de mens hebben ze zich aan de nacht aangepast.
Wie rustgebieden uitgebreid betreedt verstoort het patroon van herten en hun nachtrust. Dieren kunnen in paniek raken en zich verwonden. Herten kunnen namelijk slecht diepte zien. Als het plaatshert door mensen wordt verjaagd, dekken zwakkere herten de hinden. Dat is slecht voor de soort. Door stress kan het wild ook besluiten weg te trekken. Toenemende stress leidt ook tot energieverlies, energie die ze hard in de winter nodig hebben. Herten houden goed vast wat struingebieden zijn en waar ze mensen kunnen verwachten. Dat geeft voor herten geen onrust, wel als mensen zich ongeoorloofd in rustgebieden begeven.
Mogelijk wordt de ellende in de hand gewerkt doordat in coronatijd meer mensen in eigen land met vakantie gaan en de bekende bronstexcursies door de corona zijn gestopt en de bestaande wildobservatie plekken in de coronatijd een beperkte capaciteit hebben.
Wat te doen? Pasklare oplossing heb ik niet. Ik zou weer een aantal struingebieden weer openstellen. Zo kunnen mensen toch wat hun ei kwijt en bijvoorbeeld zoeken naar paddenstoelen. Ik zou ook doorgaan met excursies onder leiding van de boswachter inclusief nodige voorlichting.
Verder met meer opsporingscapaciteit de rustgebieden bewaken en indien nodig overtreders straffen. Niet met de botte bijl, soms komen mensen per abuis in een rustgebied. Net als bij schaduwzijden van het voeren van wilde zwijnen door mensen denk ik dat het goed is dat mensen ook goed worden voorgelicht over verstoring tijdens met name de bronst. Als men zich aan de regels houdt en op de paden blijft zijn er zeker goede wildfoto’s te maken.
Ook een toevallige ontmoeting met een ree zoals ik heb meegemaakt laatste is erg mooi.
Ik geef mensen ook het advies mee een verrekijker mee te nemen en eens alleen te wandelen.
Wie zich rustig gedraagt en op het pad blijft heeft zeker een goede kans om wild te zien.
Ronald Wilfred Jansen, Hoogeveen
Inwoner van Arnhem in 1987-2007 en bezoeker van Nationale Park de Hoge Veluwe