In de evaluatie van het Faunabeheerplan van FBE Veluwe, waarvan hieronder een kleine selectie wordt weergegeven, kwamen de volgende zaken naar voren:

- De doelstand van het wildzwijn is afgestemd op de gemiddelde voedsel situatie
- De doelstand en dichtheid van het edelhert en damhert afgestemd op effecten op het bos, draagvlak landbouw en de inftrastructuur/verkeersveiligheid met als globaal resultaat dat er op de Noord Veluwe lage en op de Zuid Veluwe hoge dichtheden mogelijk zijn.
- Bij het ree geen taakstellende doelstanden, maar afstemming op lokaal niveau, veelal op draagkrachtniveau.

Wildzwijn
Doelstand 835 stuks
gewenste vermindering 3589
realisatie afschot 63% (laag door goede mastsituatie)
Voorjaarsstand 2200 wilde zwijnen

De zeugen zijn het slechts en de overlopers zijn het best gerealiseerd

Edelherten
Doelstand 1429 stuks
gewenste vermindering 1188
realisatie afschot 70%
Voorjaarsstand 1783 edelherten

Image

Image

Het beeld dat naar voren kwam na onderzoek van het afschot is dat het aantal vette dieren in dec-jan-febr. geschoten zijn, wat wijst op een uitstekende voedselsituatie (mast, zachte winter) en dit resulteerde in een geringe vraatdruk op de landbouwgronden.

De hinden zijn het slechts en de spitsers het beste gerealiseerd.

Damherten
Doelstand 492 stuks
gewenste vermindering 224
realisatie afschot 69%
Voorjaarsstand 565 damherten

Image

Image

Reeen
Doelstand niet bepaald (afschot wordt bepaald vanuit de bestaande situatie)
gewenste vermindering 1595
realisatie afschot 52%

Aanrijdingen
Aanrijdingen met reeen zijn licht gestegen, wilde zwijnen licht gedaald, edelherten behoorlijk gedaald, damherten gelijk gebleven. Voor 2007 wordt een stijging van aanrijdingen met reeen en zwijnen verwacht.

Image

Image

Schade
De uitgekeerde landbouwschade is de laatste jaren flink gestegen. Het edelhert had voornamelijk interesse in de mais, aardappel en suikerbiet, de zwijnen vrorzaakten schade in de mais, wroetschade in grasland en zomergraan.

Bewegingsvrijheid
De grote wilde hoefdieren worden beperkt door rasters en infrastrucruur. De bewegingsvrijheid kan verbeterd worden door de aanleg van ecoducten, verkeers- en snelheidsbeperkende maatregelen io provinciale wegen, beperkende toegankelijkheid van tertiaire wegen en het afsluiten van zandwegen. Verder door het tot standbrengen van poorten en het ontwikkelen van robuuste verbindingen.

Image

Bron: Evaluatie Faunabeheerplan FBE Veluwe 2006/2007 G.J. Spek