Verbetering zichtbaarheid

De hoge hertenstand

Afgelopen heidesessie van het bestuur en de adviseurs van Vereniging Het Edelhert is nogmaals de ontwikkeling ter sprake gekomen dat er op steeds meer plaatsen edelherten worden uitgezet of dat er plannen in die richting gemaakt worden. Ook de steeds stijgende edelherten stand op de Veluwe kwam op de tafel. Willen we meer herten, waarom wel of niet en wat zijn de gevolgen?

Voorop staat het welzijn van het edelhert. Men willen voornamelijk (meer) edelherten in een bepaald gebied om ze vaker te kunnen zien en om de natuur zijn vrije gang te laten. Maar meer herten betekent ook meer afschot, immers 2x zoveel herten, 2x zoveel kalfjes en dus 2x zoveel afschot. We zijn geen jagersvereniging en hebben geen belang bij meer afschot, we willen juist minder afschot. Minder afschot betekent ook minder verstoring. Wat we naast het behouden van het welzijn van de herten willen, is het vergroten van de zichtbaarheid. Die zichtbaarheid kunnen we op andere manieren bereiken dan meer herten: o.a. verminderd afschot en kortere jachtijden. Maar nu kan het afschot al niet gehaald worden.

Aan het begin van het afschotseizoen op 1 augustus waren er ca. 2900 edelherten op de Veluwe. De doelstelling (voorjaarsstand) is echter bepaald op ca. 1500 edelherten. Gedurende een aantal jaren is steeds weer gebleken dat het afschot in vele gebieden niet gehaald werd. De voorjaarsstand liep op en na de tellingen van 2008 bleek de stand met 2048 herten 35% te hoog. Op dit moment is na 5 maanden van de geplande bestandsvermindering van 1426 stuks nog maar de helft gerealiseerd. Het afschotseizoen eindigt op 31 januari en naar mate de maanden verstrijken wordt het steeds moeilijker om tot een schot te komen. Het is zeker geen uitzondering wanneer de jager er 10 keer op uit moet trekken om een hert te kunnen schieten.

Om het afschot te kunnen realiseren blijken de huidige jachtmethodes zoals bersend (speurend op de voet) en vanaf de hoogzit niet effectief genoeg te zijn. O.i. is er in de huidige methode nog ruimte voor verbetering, voornamelijk te maken hebbend met de discipline van de faunabeheerder. Verlenging van het afschotseizoen, zoals bij zwijnen wel vaker gebeurt, vinden wij een slechte zaak. Langere afschottijd betekent ook langere verstoring van het wild en dat komt niet ten goede aan de zichtbaarheid van de edelherten. Wij pleiten dat ook om juist de afschotperiode te verkorten om zodoende de zichtbaarheid te vergroten. Een nog effectieve methode zou dan nodig zijn. Bijvoorbeeld de aanzit-bewegingsjacht* is een mogelijk middel om in een korte periode de populatie te verminderen tot de gewenste doelstand. In slechts 3 dagen kan op deze manier een afschotpercentage van meer dan 70% van het totale afschot gehaald worden in plaats van in 6 maanden intensieve afschot. De herten hoeven niet 6 maanden lang achter elke boom te kijken of er een jager op de loer ligt. De herten zullen zich natuurlijker gaan gedragen. De vluchtafstand wordt korter en de zichtbaarheid stijgt. De zichtbaarheid is belangrijk, de mensen willen toch genieten van het aanblik van de herten in het bos op de hei. Uit onderzoek moet blijken wat de beste methode zal zijn en zal mogelijk afhankelijk zijn het betreffende gebied. Alleen weten dat er veel herten in het bos zijn is niet voldoende, we willen ze ook zien. Niet meer herten dus met de daarbij behorende problemen als meer schade aan gewassen en bosverjonging, vermindering van de verkeersveiligheid maar beter zichtbaarheid van aanwezige herten.

Ook zouden wij geen afschot meer willen in open gebieden. Juist die open gebieden zoals de heidevelden, die als rustgebied kunnen fungeren voor het wild is een ideale plaats om het wild in hun natuurlijke omgeving en hun gedrag te observeren. De grote afstand tot de randen waar de mensen zich kunnen begeven, geeft het wild veiligheid. Om daar afschot te plegen ontneem je de herten om zich daar comfortabel te voelen en verminder je tevens de zichtbaarheid.

aanzit-bewegingsjacht*= Een wandelaar loopt rustig door het bos en de dekkingen heen en probeert zodoende het wild in beweging te brengen. De herten zullen in een drafje en 50 meter verder rustig stappend en af en toe stilstaad om aandachtig om zich heen kijkend door het bos lopen. De faunabeheerder kan tijdens het stappen of stilstaan van het hert tot een goedgericht schot komen.

Uitzending 19-12-2008 EĆ©nVandaag