P E R S B E R I C H T
Woensdag 31 maart 2010

Vereniging Het Edelhert behartigt de belangen van de Nederlandse populaties edelherten en damherten en hun leefgebied. De Oostvaardersplassen is een van de officiële leefgebieden voor het edelhert. De Vereniging heeft zich 5 jaar geleden gecommiteerd aan het advies van de internationale commissie (ICMO), maar vindt het gezien de actuele ontwikkelingen in de politiek, de maatschappij en in het natuurgebied zelf (omvangrijke wintersterfte) noodzakelijk om haar standpunt kenbaar te maken.

Vereniging Het Edelhert en de Oostvaardersplassen

De recente ontwikkelingen rond de Oostvaardersplassen zijn door de Vereniging Het Edelhert met veel belangstelling gevolgd. Met name sinds de introductie van edelherten in 1992 heeft de Vereniging de gang van zaken kritisch gevolgd en waar mogelijk invloed uitgeoefend om tot een helder beleid te komen waarin het welzijnsaspect van de aanwezige grazers, i.h.b. het edelhert, centraal staan. Daarbij heeft de Vereniging zich steeds bediend van het standpunt zoals dat in april 2005 nog eens expliciet is geformuleerd:


Elk dier heeft recht op voedsel, rust, ruimte en kans op reproductie. De Vereniging staat voor zodanig getalsmatig beheer van de edelhertenpopulatie dat de graascapaciteit niet wordt overschreden. Daarnaast dient de biotoop verbeterd te worden, zodat er meer floradiversiteit is.

Duidelijk is dat Staatsbosbeheer en de vereniging inhoudelijk verschillen in opvatting hebben aangaande het beleid in de Oostvaardersplassen. Hierover is tussen vertegenwoordigers van het bestuur en medewerkers van SBB veelvuldig gecommuniceerd. Ook uit eigen waarnemingen heeft het bestuur geconstateerd dat veel dieren in de Oostvaardersplassen tegen het einde van de winter ernstig te lijden hebben door het ontbreken van voldoende voedsel. Een aanzienlijk deel van de kudden en roedels sterft de hongerdood. Door het opvolgen van de aanbevelingen van de ICMO worden gelukkig de meeste dieren afgeschoten net voordat ze van honger omkomen. Het is echter duidelijk dat het ‘genadeschot’ voor de meeste dieren komt op een moment waarop al een periode van ernstig lijden heeft plaatsgevonden. Bovendien blijkt dat het SBB niet lukt het streefpercentage dieren (90% van de totale sterfte) tijdig af te schieten. Kortom: wij zijn - en blijven - van mening dat het welzijn van de dieren in deze periode van het jaar in het geding is.

Het bestuur van de Vereniging is daarom blij met de aandacht die de situatie in de OVP nu krijgt. Door de Tweede Kamer is de motie Ormel aangenomen die enkele belangrijke elementen bevat. De evaluatie van het gevoerde beleid nog dit jaar door een (internationale) onafhankelijke commissie te laten uitvoeren, zodat voor het volgend winterseizoen duidelijkheid over het toekomstige beleid kan ontstaan.
De Vereniging heeft zich indertijd geconformeerd aan het advies van de ICMO-commissie en heeft zich daar de laatste jaren ook steeds aan gehouden. Dat neemt niet weg dat die uitkomst niet overeenkomt met het, door het bestuur voorgestane, beleid.

Het een jaar eerder uitvoeren van de evaluatie van het gevoerde beleid tot nu toe, wordt door het bestuur toegejuicht. Het bestuur zal ook zeker proberen invloed uit te oefenen op de samenstelling van de commissie teneinde te bevorderen dat het resultaat van de evaluatie recht doet aan de werkelijke situatie.
Mocht de commissie na de evaluatie komen met adviezen over het toekomstig beleid, dan zal het bestuur na grondige analyse bezien in hoeverre er sprake kan zijn van ondersteuning door de vereniging van de voorstellen van de commissie.

Een ander belangrijk aspect van de motie Ormel is het verzoek snel over te gaan tot het bijvoeren van de dieren met schraal hooi. Inmiddels is dit bijvoeren van start gegaan.
De Vereniging is in principe geen voorstander van bijvoeren. Immers hierdoor is de kans groot dat de problemen in de toekomst alleen maar toenemen. Bovendien geeft bijvoeren veel onrust in de populaties, doordat de rangorde van de dieren ertoe kan leiden dat de zwakke dieren (die het bijvoeren het hardst nodig hebben), worden verdrongen door de sterkere dieren. We zien de aangenomen motie dan ook vooral als een politiek signaal dat de huidige situatie in de Oostvaardersplassen niet onveranderd kan blijven voortbestaan.

In dit uitzonderlijke geval kan de Vereniging desondanks instemmen met bijvoeren om althans een deel van het huidige dierenleed te verlichten. Voorwaarde daarbij is wel dat dit eenmalig moet zijn en dat voor de volgende winterseizoenen andere maatregelen worden getroffen. De Vereniging is van mening dat een getalsmatig populatiebeheer de enig juiste wijze is om in een natuurgebied in Nederland grote grazers te beheren conform het standpunt van de Vereniging, zoals in april 2005 nog eens expliciet is geformuleerd.

Ook in de onlangs gepubliceerde nota ‘Standpunt van de Vereniging Het Edelhert ten aanzien van het beheer van edel- en damherten in Nederland’ (te vinden via de website van de Vereniging www.hetedelhert.nl) wordt de mening van de Vereniging nog eens nadrukkelijk uiteengezet.


(Nadere informatie is verkrijgbaar bij het bestuur van Vereniging Het Edelhert,
i.c. de heer G.W. Kamp, tel. 0527-243992 / 06-23668282)