Vierhouten - Gisteravond stond er een excursie gepland op de Noorderheide onder leiding van Gerard van Heiningen. Het was een echte zwoele zomeravond zoals er waarschijnlijk nog vele volgen. We verzamelde bij de jachthut van de jachtcombinatie van dit deel op de Veluwe. Na een heerlijke bak koffie kregen we uitleg over het gebied, het faunabeheer en de samenwerking tussen de jagers en de terreineigenaar Staatsbosbeheer.

In dit gebied leven nog een klein aantal moeflons. Als lid van de rasterploeg kende verschillende van de deelnemers het gebied al omdat we in 2010 een groot deel van het moeflon kerende raster hebben verwijderd. Nadeel hiervan is wel dat deze soort bij omliggende terreineigenaren als uitheems niet wordt getolereerd en er een nulstand voor geldt. Het verwijderen van het raster zorgt er dan ook indirect voor dat de dieren geschoten mogen worden, zodra ze de oude grens oversteken.
Na een prachtige wandeling door de dennen en beukenbossen kwamen we aan op de heide en kregen we eerst een kleine geschiedenisles over de stenen piramides en het betonnen bekenstelsel. De Noorderheide was vroeger privé eigendom van de familie van Beuningen en deze hadden een heel waterstelsel en een aantal vennetjes in het gebied aangelegd voor hun ontspanning en de jacht.
Vrijwilligers van Staatsbosbeheer zijn dit waterstelsel en de stenen piramides aan het herstellen zodat over een paar jaar alles weer in werking kan worden gezet. Gerard vertelde dat van Beuningen een keer tijdens het fietsen een dode overloper vond en die samen met zijn kleindochter boven de beek ophing, zodat de maden uit het lichaam in het water zouden vallen en zo zouden zorgen voor vissenvoer.
Op de heide kwamen we verschillende vogels tegen als de geelgors, de veldleeuwerik, de boomleeuwerik en veel roodborsttapuiten met jongen die ze constant aan het voeren waren. We kwamen dan wel voor het wild, maar “Wie het kleine eert, is het grote niet weert”. Al lopend en genietend van het gebied passeerde we een groepje rustende moeflons. Deze kwamen op een kleine honderd meter voor ons op de lopers en liepen rustig weg.
De vraag die bij mij opkomt tijdens het schrijven van dit verslag is waarom deze prachtige soort eigenlijk niet kan worden getolereerd. Ze zijn door onze jagende medemens naar Nederland gehaald als jachtwild, maar ook om de heide open te houden. Heide is cultuurlandschap en hierin horen van oudsher schapen, kuddes met een schaapherder kosten geld terwijl moeflons bejaagd mogen worden en zo geld opbrengen.  Dit is een discussie die nog is onder verschillende terreineigenaren van de Veluwe moet worden gehouden. Welke soort is uitheems en welke inheems en wanneer verwerft een soort de status van inheems of getolereerd.
En dit geldt ook voor het damherten die bij Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten wel welkom zijn, maar bij veel andere boseigenaren niet.  Grote grazers als Schotse Hooglanders zijn niet altijd wenselijk om in de heide vergrassing tegen te gaan, dus waarom dan niet begrazen met een wildlevende kudde moeflons? De dieren die nu op de Veluwe zijn al bijna honderd jaar geselecteerd op hun aanpassingsvermogen om op de hoge zandgronden te leven.
Voor mij was deze excursie er één van bij praten met vrienden en oud bekende, maar ook eentje waardoor je gaat nadenken over de huidige omgang met de moeflon als uitheemse soort in Nederland. Ik wil dan ook Gerard van Heiningen hartelijk bedanken voor deze prachtige avond!

 


Na afloop onderweg naar huis de weilanden in landgoed Staverden langsgereden en hier kwam ik een hinde met smaldier tegen. Op een gegeven moment kwam er uit de bosrand op het eerste gezicht een ree tevoorschijn. Met de verrekijker was het door de schemer al lastiger aanspreken, maar met de camera ging het nog net. Bleek om een kalf te gaan, voor mij de eerste die ik zie dit jaar. Een mooiere afsluiting van de avond kon ik niet bedenken.