Mij is gevraagd een verslag te maken over onze poging om een ondoorzichtige muur van Prunus,  wat als onkruid leek, te midden verhuld in een deken van grove dennen en wat meer kleine houtsoorten, vrij te maken voor de “zichtbaarheid” van het wild.  Deze mooie dag begon met een zonovergoten hemel op 17 november. De weergoden waren ons goed gezind die zaterdagochtend! Pas na afloop,  in de namiddag,  werd het echter steeds grauwer en killer maar dat mocht de “die hards” van het kern rasteraars niet tegenhouden. Na een welkomstwoord door onze nestors Piet en Henk én na ontvangst van een welkom kop koffie die met graagte gedronken werd, was het vol goede moed arbeid geblazen! Overigens, we weten ook allemaal dat de koffie moet zijn als de mannen; Goed, Sterk en Warm!

Geheel op eigen wijze geef ik gehoor aan voornoemd verzoek. Ik schrijf namelijk uit gevoel en passie en belicht zodoende meer de emotionele kant van een beleving, anekdote of verhaal. Sommige zullen dit herkennen van het forum, waar ik veel geschreven heb. Bij deze mijn verslag!

 


Even een korte wetenswaardigheid voor de liefhebbers onder ons van historisch geschiedenis van het Landgoed Spelderholt… Wisten jullie ook dat er op dit landgoed zich  een mammoetboom bevindt?
Deze Sequoia is, zoals het bordje bij de boom correct aangeeft is  inderdaad een recordboom. Met  zijn 41.5 m is het de hoogste mammoetboom van Nederland. De hoogste boom van de Veluwe is het echter niet, die eer is weggelegd voor een Douglas spar (Pseudotsuga menziesii) in een douglassparbosje op Het Loo in Apeldoorn. Verschillende exemplaren op Het Loo zijn meer dan 46 m hoog, de hoogste meet 49.75 m.(of dat na de recente storm nog zo is weet ik niet)

Maar, er is nog meer! Wisten jullie ook het volgende?
Een zoektocht naar een onderaardse gang uit de Tweede Wereldoorlog was het begin van Bonne Bloms interesse voor de geschiedenis van zijn werkplek, landgoed Spelderholt. Waar eens de nazitop van Nederland woonde, is nu een opleidingsinstituut voor verstandelijk gehandicapten gevestigd.
“Ook liet nazileider Seyss-Inquart op Spelderholt een bunker aanleggen. Het verhaal ging dat de Duitsers toen een ondergrondse gang vanuit het kasteel naar die bunker hebben gegraven. Toen de grond hun in het westen van het land te heet onder de voeten werd, verhuisden Seyss-Inquart en Wimmer op dolle dinsdag met hun gezinnen naar Spelderholt, waar zij zich veiliger voelden.“

Ik hield in het kader van dit verslag een kort overleg met onze gastheer Lennard voor wat inside informatie aangaande de klus. Volgens Lennard staat het huidige oude, vervallen wildscherm er al ruim 15 jaar en is duidelijk aan vervanging toe. Deze wordt volgend jaar door SBB  dan ook geheel vervangen. Maar ja als je zo’n mooi nieuw scherm plaatst moet men vanuit dat scherm ook goed zicht hebben op de weide en de bosrand eromheen. En daar schort het nu aan. Vandaar onze aanwezigheid hier, om de zichtbaarheid te verbeteren door het woud aan prunus te verwijderen. 
Arjen en ik waren de dag daarvoor al begonnen om op aanwijzingen van Lennard de westhoek vrij te maken van grote bomen. Dit vergde een dag werk samen en dat ging uitstekend. Het weer was ons eveneens welgezind. Arjen bezig met de zaag en ik met alle macht de takken verwijderen en verplaatsen. Bosbouw schijnt dan ook het zwaarste werk te zijn en ik geloof dat ook graag maar heerlijk in de buitenlucht!


Die bomen lagen tijdens de rasterdag wel in de weg. Er moest eerst een doorgang voor de verzorgingskaravaan vrijgemaakt worden.

Vandaag ging de gehele ploeg verder met waar wij gisteren gestopt waren. De handzagen en allerlei snoeigereedschappen werden te voorschijn getoverd uit de diverse kisten en onze “woudexpert” Eric, toverde ook een heuse kettingzaag tevoorschijn. In de aanslag wel te verstaan, een dankbaar hulpmiddel in het veld!



Zoals vermeld werd een ieder die ochtend na de koffie te woord gestaan en alle oren en ogen waren scherp gericht op de leiders van het roedel. De bedoeling lag om de dichtgegroeide struiken, voornamelijk Prunus geheel te verwijderen. Ook Lennard gaf tekst en uitleg over wat hij wenste en daaruit bleek dat er veel gedaan moest worden. Geen klusje voor deze dag alleen. Er volgen zeker nog een paar  “prunus(raster)dagen” in het Spelderholt.



Na deze instructies was duidelijk wat er gebeuren moest. Zo ook werd deze dag in vol ornaat begonnen, gewapend tot de tand en is men al snel drukdoende om hun handen uit de mouwen te steken, een zeldzaam goed!
Vervolgens werden de motorzagen gereed gemaakt, die voorzien zijn van de nodige decibels en waar  bescherming van de oren, geen overbodig luxe is.

Niet alleen wij grote mensen, maar ook de omvangrijkheid aan grote bomen! Deze 30 man (en vrouwen uiteraard, voordat er een discussie op gang komt!) tellende peloton van zwoegend drang, had er duidelijk zin in.



Terwijl het merendeel met de zagen de bosrand in dook ging een klein groepje aan de slag met het opzetten van de “Windvang”; het veilige nest en rusthuis van de rasteraars, waar vaak en veel versnaperingen voorhanden zijn tussen de bedrijven door. Dit wordt in de regel uitstekend geregeld door de verzorgers dus bij deze grote klasse ! Opvallend is het wel dat de “schnaps” goede aftrek vind. Al ben ik er zelf ook niet vies van, maar dan wel met beleid.(wat voor het merendeel geldt)

De ochtend verliep prima, wel moeizaam tussen al het geharretak van prunus en wat dies meer zij, en er werden zelfs een paar  heuse dennenbomen geveld, om het zicht te vrijwaren voor niet alleen het publiek, maar ook voor het wild uiteraard. Er moest wel even goed geobserveerd worden daar er op een gegeven moment, weinig structuur in zat doelend op de looprichting van het wild naar de wildweide. Het moest natuurlijk wel ergonomisch blijven en ja, het wild heeft nu eenmaal veranderingen in hun leefgebied haarfijn in de gaten! Dus, de lijn moest wel kloppen.

Tegen koffietijd werden alle geweidragers en vrouwelijk schoonwild verzameld bij de Windvang daar er luidkeels “koffiieeee” werd geroepen. Velen gaven daar meteen gehoor aan, doch her en der waren er toch nog enkele uitslovers bezig…in de trant van..”van dik hout zaagt men planken”. Uiteindelijk konden ook zij de geur van koffie met koek niet weerstaan!

Na deze pauze gingen we weer aan de slag met zagen, trekken, knippen en sjouwen. Ik nam ook wat initiatief en pakte en snoeischaar en ging ook driftig aan het werk…totdat…ik zo hard de tang kneep, dat deze mijn rechterpink dusdanig  beschadigde dat er werkelijk bloed uit sijpelde. Snel richting de Windvang naar de EHBO dames die vervolgens mijn pink inpakte en goed hadden verzorgd. De kleine Rosalie zat er ook bij te kijken, keek verwonderd maar doch met een zorgelijke blik naar mijn en ik zei dat ik “au” had. Ze keek heel zuur en daar maakte ik gauw verandering in door een poppetje te tekenen op mijn pink verhuld in verband en ja hoor, het was lachen geblazen! Ze schaterde aan alle kanten!
Dat was dan net tegen de lunch en ik was dus als knipper voorlopig uitgeschakeld.

Je wilt je dan graag nuttig maken denk ik dan, gelukkig had ik mijn camera bij me (over toeval gesproken!) en kon vervolgens die middag een ieder op de gevoelige plaat zetten, sommigen met een big smile maar de meesten echter, met bezwete koppen en arbeidershanden. Er werd hard gewerkt, want zoals vermeld, bosarbeid is vrij zwaar en intensief werk. Respect dus voor niet alleen de heren, maar zeker ook de dames! De middag verliep echter sneller dan de ochtend, daar een ieder wist wat de taken waren en het samenspel van zagen, knippen en wegslepen van de takken verliep een stuk vlotter.



Het zicht vanuit het scherm was (gelukkig) na het verwijderen van prunus en lage struikgewas uit de omliggende bosschages duidelijk verbeterd. We hadden wederom een goede dagtaak geleverd. Een ieder kon moe maar voldaan terugkijken op een geslaagde dag. Een perceel bos waar veel werk in zit echter, waar vele handen het werk een stuk lichter hebben gemaakt deze mooie dag.

Dan nog even terug naar de vorige rasterdag in Tongeren.  Ik herinner mijn contact met de Vlinderstichting over de groene mot die we daar vonden en na consult van deze stichting een Diana-uil bleek te zijn. De secretaris die mij voorzag van de nodige informatie m.b.t. de soort nachtvlinder, prees het feit dat wij als vrijwilligers van VHE, zoveel goed en dankbare werk leverde.

“Er zijn daar maar te weinig van, schreef hij mij, maar wat jullie doen mag lovend genoemd worden”!

Dat laatste wilde ik de rasteraars niet willen onthouden dus, bij deze.