Als ik dit eind maart 2013 schrijf is de gevoelstemperatuur -16 ° op de Veluwe. Gelukkig was het tijdens onze werkdag 16 maart beter weer. Niet warm, want bij aanvang lag er nog een poederlaagje sneeuw. Doch dit frisse weer paste wel bij deze fysiek wat zwaardere klus.

 


Vorige maand waren we gestart met het slopen van een 800 meter zwartwildkerend raster op het landgoed Staverden, doch het verwijderen viel toen erg tegen. Het gaas zat goed vast in de grond. (zie verslag van vorige maand). We hadden toen besloten om het gaas net onder het maaiveld af te knippen. Op je knietjes om de 15 cm een draad doorknippen is beter dan je rug uit balans trekken dachten we toen. Onze gastheer en terreinbeheerder Gerbrand Verwoerd bleek achteraf niet zo gelukkig met deze keuze. Na wat alternatieven doorgesproken te hebben besloot Ger om voor deze dag  een minikraantje in te huren om het gaas eruit te trekken. De palen moesten we nog wel “met handkracht” doen. Doch daar hebben we goede hulpmiddelen voor. En ook de bedenker van de “Hijs” was weer aanwezig. Hij kende de fijne kneepjes van dit  apparaat  dat scheelt wel daar er nog zeker 150 palen de grond uit moesten.

We startte echter nog zonder kraantje met deze twee palentrekkers  om de resterende palen te verwijderen en om met handkracht  de laatste 250 meter raster gereed te maken voor de sloop. Dit laatste houdt in het lostrekken van  de meeste krammen en het  voorzichtig verwijderen van het manchet, daar hergebruik gewenst was. Dat gaas werd met zorg opgerold

Om 10 uur arriveerde het kraantje. Na een korte instructie Van henk kon de kraan ingezet worden Toen kwam  de gang er goed in.

Met die kraan moest eerst het stuk afgeknipte gaas, dat over een lengte van 300 meter nog in de grond zat, eruit getrokken worden. Doch waar zat ook alweer het begon van dat stuk?
Onze beide stagiaires  hielpen mee om  dit vraagpunt (met het nodige spitwerk) op te lossen.

Nadat het begin eenmaal was blootgelegd bleek het voor het kraantje een makkie om dit restant uit de grond te trekken. Ook het nog niet afgeknipte deel van het gaas kostte niet veel moeite. 


Ondertussen werd het sloopmateriaal gegroepeerd langs het pad opgestapeld. Dat was nog een aardige loopklus voor sommigen.  Ook de beide palenhijs-teams  werkten gestaag door.

Maar ook dit keer kwamen we weer enkele zeer lange en diep ingegraven palen tegen. Daar kwam het kraantje ook goed van pas, want 1,5 meter ingegraven paal is zelfs met onze hijs lekker klusje.

Het werk verliep nu zo voorspoedig dan de groep na de koffie werd opgesplitst. Een ploegje van een man of 8 vertrok met Tonny naar de Noorderheide. Een kwartiertje rijden van deze werkplek.
Vorig jaar hadden we onder begeleiding van Lennard Jasper 95% van het wildkerende (dus hoge) raster langs de Noorderheide gesloopt. Die laatste 5% was te weinig voor een werkdag voor de hele ploeg, maar wel een doorn in de ogen van Lennard. Deze had Tonny bereid gevonden dat laatste deel eruit te halen. Nu de Staverdense klus voorspoedig verliep kon Tonny wel wat extra handjes gebruiken. Daar moest echter weer “gewoon” flink aan het gaas getrokken worden om het eruit te halen.   

Tegen half  één zaten beide klussen erop. De Noorderheide-ploeg kwam met de auto richting de soep.
De rest moest ruim 600 meter langs het gesloopte raster lopen om bij de Windvang te komen. Daar Gerbrand het manchetgaas weer wilde gebruiken namen ze dat maar (op de nek) mee.



Onder het nuttige van de homemade goulashsoep (waarom wil men toch zo graag rasteren?) praatte Henk de stagiaires bij. Er hoort immers een verhaal bij ons werk en dat moet ook uitgedragen worden.



Na de lunch zat het werk erop. De Windvang werd weer afgebroken en de beide palenhijs- apparaten  uit het veld gehaald. Gelukkig kon het kraantje ons ook hier weer van dienst zijn, zodat alleen de laatste 80 meter met die apparaten van 50-70 kilo per stuk door het bos gesjouwd hoefde te worden.   



Hiermee zat deze geslaagde werkdag er weer op.