De werkdag

De ontvangst was zoals gewoonlijk: Een parkeerplaats dicht bij het werkterrein diende als ontmoetingsplaats en natuurlijk voor de voor velen onmisbare kop koffie. Omdat Piet en Wil zouden ontbreken werd met enige creativiteit een alternatieve koffietafel geregeld. We waren dan ook verrast dan beiden rond 9 uur toch op kwamen draven.

Het werkterrein

Vereniging Het Edelhert heeft van oudsher banden met het koninghuis. Ook de leiding van de rasterploeg wilde niet achterblijven en heeft naar een passende klus gezocht. Het kan toch geen toeval zijn dat we, nu Nederland een nieuwe koning heeft, werden uitgenodigd om te klussen op de Koningsheide bij Arnhem.
Dit gebied bestaat voornamelijk uit een gemengd natuurlijk bos en aangeplante grove dennen. De slenk is een groot droogbeekdal met heidebegroeiing. Hier heeft tijdens de ijstijden een beek gestroomd. Grote ijsmassa's stuwden grondmateriaal op tot stuwwallen. Toen het ijs ontdooide, voerden slenken het smeltwater af dat van deze stuwwallen stroomde. In de slenk komen verschillende insecten, reptielen en amfibieën voor.
Een bosbrand heeft op 7 juli 1976 een groot deel van Koningsheide verwoest. Het jonge bos daar was al sterk aangetast door een grote storm in 1972. Door extreme droogte en een harde oostenwind kon een klein brandje zich snel uitbreiden. Het vuur kreeg in het aangetaste bos kracht en snelheid en de vlammen bereikten een hoogte van wel dertig tot veertig meter. Tijdens de ramp is 400 hectare natuurgebied verloren gegaan. Na de brand is Koningsheide weer ingeplant.
Op de uitnodiging stond: Bart zal namens zijn werkgever zorgen voor broodjes en soep, dus de bruine boterham kan thuis blijven.

De werkdag
De ontvangst was zoals gewoonlijk: Een parkeerplaats dicht bij het werkterrein diende als ontmoetingsplaats en natuurlijk voor de voor velen onmisbare kop koffie. Omdat Piet en Wil zouden ontbreken werd met enige creativiteit een alternatieve koffietafel geregeld. We waren dan ook verrast dan beiden rond 9 uur toch op kwamen draven.




We waren dan ook verrast dan beiden rond 9 uur toch op kwamen draven. Toen daarmee de groep compleet was – deze dag een man/vrouw/maatschappelijke stagiaire of 25 - volgde een korte instructie van onze opdrachtgever Bart Castelein. Hij vertelde dat we van vier gebiedjes het grofwildkerend raster mochten verwijderen. Bart zou vooropgaan en de weg naar de werklocatie was voor gewone auto's te doen vertelde hij met een glimlach. Al snel bleek dat de tocht toch iets lastiger was: modderplassen die we zoveel mogelijk ontweken, paden met hoge middenrichel (lekker voor de bodemplaat ) en af en toe gebruik makend van het fietspad dat precies breed genoeg was voor de auto. Kennelijk aangelegd met een vooruitziende blik.

Ter plekke aangekomen gebeurde er iets vreemds. Henk nam het woord om na enige seconden van zwijgzaamheid te vertellen dat hij niets te vertellen had. Gelukkig konden Bart en Piet de locaties aanwijzen, zodat we toch aan de slag konden. De groep werd door Henk netjes in tweeën gesplitst.
Op weg naar ‘onze’ klus viel mij de gedachte in dat de Rasterploeg ook wel kenmerken heeft van een rotte zwijnen. Gezien de grootte van ‘mijn’ groep moeten er overlopers aanwezig geweest zijn. De maatschappelijken zijn de jonge aanwas, en vul maar verder in.

Ook de koning van de Veluwe zelf bleek aanwezig. Herten en zwijnen samen  dat gaat zelden goed  samen. Hadden de overlopers en biggen met ons opgetogen dan hadden we dit gemist, want van zoveel lawaai is de koning ook weer niet gediend. De adjudant neemt op de foto ons clubje even in oogschouw om vervolgens de koning een seintje te geven: wegwezen hier. Waarschijnlijk slecht geïnformeerd wat wij precies kwamen doen anders was zeker een nadere kennismaking gevolgd.



De rasters waren goed aan het oog van het publiek onttrokken, zodat een flink eind door de heide en vooral berken- en dennenopslag gebanjerd moest worden.
Dit keer –zoals beloofd – bijna geen palen in de grond. Het gaas was om en om door de dennen gevlochten en vastgemaakt met tyribs. Aan de onderzijde voorzien van een laagje dood hout om ‘onderkruipsels’ te weren.


De eersten gingen snel aan de slag en dan ontstaat vanzelf een taakverdeling. Het oprollen van het gaas bleek een kunst op zich. Waar vind je met zoveel opslag voldoende ruimte voor het maken van een rol? Al snel kwamen we tot de ontdekking dat we meer rollers dan knippers nodig hadden. Naar een idee van Piet werden de rollen afgevoerd met behulp van één van de weinige palen. Voor het echte gemak was deze paal iets te kort maar wel handig om de rol hoog genoeg te houden.



Het werk verliep voorspoedig maar tegen elven was duidelijk dat het onduidelijk was wanneer er koffie zou zijn. Dan blijkt eens temeer dat de leiding de ploeg goed kent. Eén van de meest ervaren ‘zoekers’ werd op pad gestuurd en kwam dit keer terug met de koffie.


Veel commentaar van de ‘overlopers’ dat zij sneller opgeschoten waren dan wij. Van één van de leden van ‘de andere groep’ begreep ik dat deze overloper(s) zich – mede tot vermaak van de maatschappelijken– de hele ochtend al druk gedroeg(en). Links en rechts waren zij de discussie aangegaan over hoe de klus te klaren. Het lijkt erop dat onze keilers (Henk en Piet voor de niet-ingewijden) concurrentie gaan krijgen. Deze keilers trokken zich er echter weinig van aan en zij besloten dat na de koffie de gehele rotte zich op één van de twee rasters moest storten om dat met gepast geweld te slopen.  Het kleine restantje van ‘onze’ klus zou aan het eind van de middag afgerond worden. Afgesproken werd om rond kwart voor één te lunchen. De club maakte zich gereed voor een hele rit met voorop de safariauto van Bart.



Bij aankomst bleek dat Piet lopend de afstand binnen tien minuten overbrugd had. Over efficiency gesproken. Deze derde klus verliep zo voortvarend dat we voor de lunch ook de klus van voor de koffie af konden ronden. Uit milieuoverwegingen werd besloten de afstand dit keer te voet te overbruggen. Tijdens deze voettocht werd de slenk overgestoken.


Als ik afga op de vele boonsels en de wissels nabij en om de rasters dan moet er genoeg wild rondlopen. Na het afronden van het klusje , binnen 10 min. gepiept met de grote groep, op naar de beloofde broodjes en soep. Overheerlijke broodjes voldoende, maar de soep nergens te ruiken of te zien. Misverstandje? Te weinig budget? Het zal wel voor altijd onduidelijk blijven maar missen doe je het wel.
Menigeen was kennelijk door deze verzorgde lunch op het verkeerde spoor gezet, want er waren weinig zeteltjes aanwezig. Gelukkig waren er genoeg alternatieven voorhanden.
Moet je eens kijken naar de handen van Dennis. Hij is zo fanatiek dat hij zich zelfs door beschadigde vingers niet laat weerhouden te klussen. Chapeau! Of de spalk bij ons soort klussen veel helpt weet ik niet.


Na genoten rust werd het sein aantreden geblazen. Een enkeling had andere bezigheden en hield het voor gezien. Het restant van de rotte werd met een resoluut gebaar naar de vierde en laatste klus gestuurd.


Ook deze klus verliep voortvarend en al snel kon de laatste rol gaas door Ben en Herman worden afgevoerd naar het ruiterpad.


Op naar de Windvang: Het is tijd voor water, fris, bier, een versnapering, de nodige kletspraat en zij (klinkt toch wel liefelijk) moet nog afgebroken worden.
Overigens viel me op dat Arjan – nu hij geslaagd is en mag schieten– al een echte Bobo begint te worden als ik op de sigaar afga. Veel wijsheid met het wildbeheer Arjan!


Hoewel de voorspellingen minder waren was het een dag met prima weer om te werken. Met een “wel thuis en tot de volgende keer ”– wanneer dat dan ook moge zijn – gaan we op weg naar de uitgang. Bart is weer onze leidsman en ook nu weg was de weg te doen!
Dat zag je ook aan de fietsers die vol verbazing naar die wonderlijke stoet van auto’s keken die plots op – en de durfallen naast – het fietspad verscheen. Ik heb de indruk dat ze ons voorbeeld niet snel na zullen volgen. Mocht Bart ze daarop wel betrappen dan neem ik aan dat hij ze meteen verplicht lid van onze onvolprezen rasterploeg maakt.
Als ik later op de site het verslag lees van de wandeling die aan het einde van die middag op de Koningsheide gehouden werd, dan weet ik waar ‘de Koning’ was. Hij was vast op inspectie in de gebieden die ik/wij met veel genoegen aan zijn territorium toegevoegd hebben.
Het geknor van overlopers hoort erbij en ben ik intussen al weer vergeten. Soms is het jammer dat een maand minstens vier weken heeft.