Oostvaardersplassen - Het gras groeit nog steeds niet. Voor de grazers in de OVP duurt het nu wel erg lang voordat de natuur ontwaakt. Gras is verreweg de voornaamste voedselbron voor de paarden, koeien en herten in dit gebied. Toch zal er niet bijgevoerd gaan worden, omdat daar meer nadelen dan voordelen aan kleven.

De dieren die waarschijnlijk verhongeren worden afgeschoten. Het individuele welzijn van het dier is hier het uitgangspunt en niet het welzijn van de groep als geheel, zoals enige jaren geleden door Staatsbosbeheer werd gehanteerd.

De vorige winter gingen 1477 zwakke edelherten, konikpaarden en heckrunderen in het gebied dood, waarvan 85 procent door boswachters van Staatsbosbeheer werd afgeschoten. 70% van de grote grazers overleefde de winter toen. Een jaar eerder gingen 793 dieren dood en het jaar daarvoor 1093. Cijfers van afgelopen winter zijn nog niet bekend gemaakt. Naar verwachting zal echter meer dat 30% van de gehele populatie doodgegaan zijn, waarvan ca. 85% door afschot.

Dat is een ander beleid dan bijvoorbeeld op de Veluwe, waar ieder jaar voor de winter 30% procent van de herten wordt afgeschoten. Het meeste vlees van de Veluwe wordt verkocht als wild, afgeschoten dieren op de Oostvaardersplassen blijven liggen omdat kadavers ook een rol in de natuur spelen. Kadavers van runderen of paarden worden wel afgevoerd.

Vaak wordt beweerd dat op de Veluwe elk jaar 70% wordt afgeschoten. Dat is niet juist. Om de populatie op de Veluwe op het juiste niveau te krijgen is éénmalig een afschot nodig van 70%. Daarna is afschot ten grootte van de aanwas, zijnde 30% voldoende om de stand stabiel te houden. Dat is exact gelijk met het afschot in de OVP. Helaas lukt het jaar op jaar niet om op de Veluwe voldoende afschot te realiseren om de stand werkelijk terug te brengen. Het afschot blijft meestal steken op het aantal gelijk aan de aanwas.