Ambtelijke notitie Gemeente Bloemendaal
De overlast van de Damherten uit de Amsterdamse Duinen stijgt. Verontwaardiging, klachten over aanrijdingen, bezwaren en protesten klinken steeds harder. Lees wat Gemeente Bloemendaal over de overlast van damherten en reeën te melden heeft'
MEMO
Aan : College van Burgemeester en Wethouders gemeente Bloemendaal
c.c. : J.C.M. van Hooft
Van : mw. I. Storm
Datum : 21-april-2009
Onderwerp : Overlast damherten en reeën
Ons kenmerk : 2009009581
Aanleiding
In de afgelopen jaren werd de gemeente Bloemendaal af en toe gebeld door bewoners met een vos, ree of damhert in de tuin. Tot nu toe heeft de gemeente geen noodzaak gezien om hier iets aan te doen, immers dat is ‘de natuur’ en een logisch gevolg van wonen in een bos- en duinrijke omgeving. Bovendien zijn deze dieren beschermd door de Flora- en Faunawet en mogen ze zonder ontheffing niet verstoord of verjaagd worden.
Sinds december 2008 is het aantal klachten sterk toegenomen, en gaat het ook niet meer over een enkel dier maar over hele roedels van met name damherten. Team Groenvoorziening en Reiniging wordt sinds december 2008 vrijwel wekelijks gebeld door bewoners van vooral Aerdenhout met de melding dat de overlast buiten alle perken is. De overlast lijkt sinds dit jaar ineens toegenomen te zijn. Eind januari is team Groenvoorziening en Reiniging daarom begonnen met het inventariseren en registreren van de meldingen. Tussen december 2008 en eind maart 2009 zijn er meer dan 35 meldingen binnengekomen (zie de bijlage).
De damherten lijken afkomstig uit de Amsterdamse waterleidingduinen. In de waterleidingduinen bevinden zich naar schatting tussen de 1000 en 2000 damherten. Het is de grootste populatie damherten van Nederland (de op een na grootste populatie, op de Veluwe, wordt door beheersjacht op ongeveer 600 stuks gehouden). Langs de bosrand van de waterleidingduinen zijn soms meer dan 100 damherten en reeën tegelijk te zien.
Damherten in het weiland langs de Vogelenzangseweg
De gemeente Zandvoort kan de overlast van damherten vanuit de waterleidingduinen onderschrijven, deze leidt in Zandvoort ook tot veel klachten vanuit de bevolking. In het zuiden van Zandvoort is bijvoorbeeld een roedel van 37 herten gezien op een grasveldje midden in een woonwijk bij een school, en tot op het Raadhuisplein in Zandvoort wordt beplanting opgegeten. De meeste terreinbeheerders, Waternet uitgezonderd, zijn aangesloten bij een regionale wildbeheereenheid die de jacht uitbesteedt op basis van tellingen. Daardoor worden op andere natuurterreinen in de omgeving de aantallen dieren op een redelijk constant niveau gehouden. In de waterleidingduinen groeit de populatie damherten sinds 1997. De reeënpopulatie lijkt vrij constant te blijven, maar door de druk van de groeiende populatie damherten, gaan waarschijnlijk de reeën ook op pad. In de concurrentie om voedsel verliest het ree het van het damhert. In de directe omgeving van de waterleidingduinen zijn ook klachten over roedels van 4 of 5 reeën in tuinen. In andere gebieden wordt nog steeds af en toe een ree gezien, maar ook hier nemen de meldingen toe.
De probleemstelling
De klachten van de Bloemendaalse burgers bestaan uit overlast voor het verkeer, schade aan tuinen, schade aan beplanting op de begraafplaats, schade aan landbouwgewassen, schade aan de natuur, en schade aan de herten zelf.
Overlast voor het verkeer:
In 2009 hebben volgens de politie Zuid-Kennemerland in Bloemendaal tussen 1 januari en half maart 2009, 18 aanrijdingen met herten of reeën plaatsgevonden, waarbij 15 herten dodelijk verwond werden. Er waren 6 aanrijdingen op de Vogelenzangseweg /Boekenroodenweg te Aerdenhout. Dit is een flinke stijging ten opzichte van voorgaande jaren, waarin het aantal aanrijdingen beperkt bleef tot een handvol per jaar. Overigens hebben wij het idee dat lang niet iedereen zijn aanrijding meldt: iemand die te hard reed, of met teveel drank op, zal echt de politie niet bellen als hij een hert aanrijdt. Ook zijn er mensen die een aangereden hert mee willen nemen en het om die reden niet melden. Tenslotte zijn er mensen die niet weten waar ze zich moeten melden. Twee personen hebben in januari 2009 de Gemeente Bloemendaal gebeld dat ze een hert hadden aangereden dat daarna gewond de waterleidingduinen weer in vluchtte. Schade door een aanrijding met wild wordt alleen vergoed als iemand zijn voertuig all-risk heeft verzekerd. Damherten en reeën worden in Bloemendaal met name gezien op de Zeeweg, op de Duinlustweg, op de Hoge Duin- en Daalseweg, op de Brouwerskolkweg, op de Vogelenzangseweg en in de driehoek tussen de Boekenroodeweg en Zandvoorterweg.
Een overzicht van de hele regio Zuid-Kennemerland maakt het beeld nog somberder. Tussen 7 januari en 6 april 2009 zijn zeker 30 aanrijdingen met damherten of reeën geweest (onze eigen waarneming gecombineerd met het overzicht van de politie), waarvan zeker 15 met dodelijke afloop voor het wild. Er zijn in die periode in totaal 68 meldingen bij de politie binnengekomen over herten op de weg. In het gehele jaar 2008 waren er 7 aanrijdingen. Deze cijfers onderschrijven onze eigen constatering dat de overlast sinds december 2008 plotseling is toegenomen.
Schade aan tuinen:
Team Groenvoorziening en Reiniging is gebeld door bewoners van Aerdenhout die tot 15 damherten in hun tuin hadden staan. Schade die niet economisch is (dus als er geen sprake is van bedrijfsmatige land- of tuinbouw) wordt niet vergoed door het schadefonds (Faunafonds) van de provincie.
Damherten verstrikt in het doel van vv Vogelenzang
Schade aan beplanting op de begraafplaats:
Al diverse keren zijn reeën het hek van de begraafplaats aan de Bergweg binnen gekomen, waarna ze niet meer terug de duinen in gaan. Van de 3 reeën die in de afgelopen winter een vaste verblijfplaats binnen het hek van de begraafplaats hadden, werd nauwelijks overlast ervaren. In de afgelopen winter is voor het eerst een damhert over het hek van de begraafplaats gesprongen, dat ook niet meer wilde vertrekken maar wel aanzienlijke schade aan grafbeplanting, borders en sierheesters heeft aangericht. Borders worden helemaal omgewoeld op zoek naar bloembollen. Het is uiteindelijk gelukt om het damhert het hek uit te krijgen.
Schade aan landbouwgewassen:
Team Groenvoorziening en Reiniging is gebeld door een eigenaar van schapen die zijn dieren moet bijvoeren omdat de damherten al het gras opeten. Verder belde een bollenkweker die ondanks schrikdraad en afrastering veel schade heeft door 5 reeën die zijn land niet meer af willen. Hij vertelde ons dat hij helemaal geen behoefte heeft aan een uitkering uit een schadefonds, hij wil ondernemen en de zeldzame bollen die hij kweekt, oogsten. Ook werden we gebeld door een tuincentrum / kwekerij die met moeite en wisselend succes de damherten uit de violen weet te weren en dat binnen 100 meter van een drukke weg en een woonwijk.
Schade aan de natuur:
Het inheemse ree wordt verdreven door de uitgezette damherten. In de bosparken en tuinen wordt ’s winters schade aan bomen, heesters en bollen toegebracht door vraat.
Schade aan het wild zelf:
Iemand belde om te melden dat ze al voor de derde keer heeft gezien dat een ree door een troep honden levend in stukken werd gescheurd. Dit ree werd achtervolgd in Caprera vanaf het uitkijkpunt tot aan het moerasbos, waarbij de honden er voortdurend in beten. Toen het dier in het moeras in een sloot lag, werd het deel dat boven water uitstak nog gebeten. De dierenambulance heeft het ree opgehaald en afgemaakt; naar zeggen was het uitgehongerd en had het wonden van dagen oud. Vanaf de Hoge Duin en Daalseweg, de Bergweg en Naaldenveld komen soortgelijke meldingen.
Ook door aanrijdingen lijden de dieren vaak onnodig: lang niet alle dieren zijn op slag dood, een deel van de dieren weet gewond weg te vluchten, een deel van de automobilisten rijdt door na een aanrijding waardoor sommige aangereden dieren urenlang moeten wachten op iemand die ze uit hun lijden verlost (vaak de politie of een boswachter).
Achtergrond en geschiedenis van het probleem
Omdat damherten hier al in de Romeinse tijd voorkwamen, worden ze beschouwd als wild. De damherten zijn in de duinen wel lange tijd afwezig geweest en vlak na de tweede wereldoorlog geherintroduceerd.
De waterleidingduinen zijn in eigendom bij de gemeente Amsterdam, en het beheer wordt in de praktijk uitgevoerd door waterbeheerder Waternet. De gemeente Amsterdam is in 1997 vanwege dierenwelzijn gestopt met de jacht op reeën (en damherten) in de waterleidingduinen. In 2000, in 2003 en in 2007 is onderzoek gepubliceerd over de effecten daarvan op de populatie. In het rapport uit 2003 valt te lezen dat het jachtverbod in de jaren 1997-2002 bij de reeën niet tot een enorme groei van het aantal reeën heeft geleid en dat dit ook niet wordt verwacht. Dat komt volgens het onderzoeksrapport doordat de overlevingskans van reekalfjes in het eerste jaar, door voedselschaarste en predatie door vossen, niet meer dan ongeveer 20% is. Er is verder geen duidelijk verband tussen het aantal reeën en het aantal verkeersslachtoffers: naarmate er meer reeën in een gebied zijn, zijn er niet aantoonbaar meer verkeersslachtoffers.
Het effect dat het jachtverbod op de populatie damherten heeft, is anders : in 2003 werd al verwacht dat 90% van de damhertkalfjes hun eerste jaar zou overleven. Daardoor werd destijds verwacht dat de damhertenpopulatie flink zou groeien (met circa 30% per jaar) en pas in het jaar 2020 zou stabiliseren op ongeveer 3500 à 4000 exemplaren. Uit de jaarlijkse wildtellingen van Waternet blijkt dat er in 1997 zeker 63 damherten waren en in 2002 zeker 229. In 2007 zijn in de waterleidingduinen 675 verschillende damherten geteld en in 2008 waren het er 726. Wat jaarlijks wordt geteld zijn bepaalde individuele dieren die goed uit elkaar te houden zijn, het werkelijke aantal herten ligt naar schatting een factor 2 à 3 hoger. In tegenstelling tot bij de reeën is er bij damherten wel een lineair verband te zien tussen het aantal damherten en het aantal verkeersslachtoffers.
Het aantal damherten in de waterleidingduinen lijkt tussen 2008 en 2009 minder hard te zijn gegroeid dan in de jaren daarvoor, van 675 naar 726; de oorzaak daarvan is niet duidelijk. De oorzaak zou ook kunnen zijn dat er damherten uit het gebied zijn vertrokken en nu bijvoorbeeld in de Kennemerduinen lopen. Of de groeisnelheid van de populatie inderdaad afneemt is daarom niet te zeggen.
De gemeenteraad van de gemeente Amsterdam ziet tot dusver geen noodzaak om maatregelen nemen tegen overlast in tuinen of in de land- en tuinbouw. De enige reden om maatregelen te nemen is tot dusver de verkeersveiligheid geweest. Daarom zijn ‘damhertbestendige’ hekken geplaatst langs de Zandvoortselaan, en langs de zuidrand van de waterleidingduinen van Noordwijkerhout tot aan Vogelenzang.
Een van de oorzaken van de dit jaar plotseling sterk toegenomen overlast in Aerdenhout zou de relatief strenge winter kunnen zijn. Echter, volgens Waternet is er meer dan voldoende te eten in de waterleidingduinen voor de dieren, omdat er geen sneeuw heeft gelegen. De draagkracht van het gebied laat volgens Waternet een veel grotere populatie damherten toe dan er nu is. De reden dat ze toch op pad gaan is volgens Waternet dat ze bloembollen en sierheesters lekkerder vinden dan duinbegroeiing. Verder zijn de damherten in vergelijking tot reeën veel slimmer (ze wandelen bijvoorbeeld langs de zijkant van een wildrooster), veel ondernemender en veel minder schuw. Ze zijn groter en kunnen daarom beter springen, met hulp van het terrein tot wel 2,50 meter hoogte. Damherten zijn ook minder kritisch ten aanzien van hun voedsel, ze eten ook gras, waardoor ze minder kwetsbaar zijn dan reeën.
De doelstelling
Doelstelling is om in te gaan op het verzoek van veel burgers en in ieder geval alle actie te ondernemen die binnen de mogelijkheden van de gemeente ligt om:
- schade aan verkeer te voorkomen;
- overlast en schade voor bewoners en bedrijven te beperken
- overlast en schade aan gemeentelijk eigendom en aan de natuur te beperken;
- dierenleed te voorkomen.
Mogelijke oplossingen
De gemeente Bloemendaal heeft weinig mogelijkheden om de overlast door wild te beperken. Hierna worden verschillende mogelijkheden opgesomd.
Beheersjacht
De meeste terreinbeheerders in en om Bloemendaal houden de wildstand op een bepaald constant niveau door middel van beheersjacht. Dat werkt als volgt: Een wildbeheereenheid (van minstens 40 hectare) telt het wild binnen de grenzen en maakt een faunabeheerplan op basis van bescherming van dier- en/of plantensoorten of veiligheid (bijvoorbeeld schade die vossen aan de konijnenstand aanrichten of schade aan het verkeer door teveel herten). Een wildbeheereenheid kan op grond van wildtellingen een ontheffing van de Flora- en Faunawet krijgen van de provincie (Gedeputeerde Staten) voor een aantal dieren (voorwaarde voor een ontheffing is dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat). Een terreineigenaar kan dan de jacht uitgeven aan een jachtaktehouder, die van de wildbeheereenheid een aantal loodjes krijgt dat correspondeert met het aantal af te schieten dieren. Het is voor de gemeente Bloemendaal nauwelijks mogelijk om zelf te jagen of om zich bij een wildbeheereenheid aan te sluiten. Grootste probleem is dat binnen de bebouwde kom, op terreinen die direct grenzen aan de bebouwde kom, en op begraafplaatsen, wettelijk niet met een geweer mag worden gejaagd (de minister kan hiervoor in theorie wel een ontheffing verstrekken). De bos- en duinparken liggen meestal buiten de bebouwde kom, maar zijn in verhouding zo klein en zo toegankelijk voor publiek dat jagen veel te gevaarlijk zou zijn. Andere methodes van wildbeheer (zoals vangen of verdoven en verplaatsen; voor zover deze wettelijk zijn toegestaan) zijn tijdrovend (er moet eerst worden geteld, een faunabeheerplan opgesteld en een ontheffing worden aangevraagd waarvan de kans bestaat dat deze niet wordt verleend), duur en belastend voor de dieren. De vraag is of dit soort maatregelen door de gemeente Bloemendaal moet worden opgetuigd voor een probleem dat eigenlijk door een andere terreinbeheerder wordt veroorzaakt.
Het college van Burgemeester en Wethouders van Amsterdam heeft in maart 2005 besloten om de damherten weer te gaan beheren tot een populatie van 800 stuks. Het college is destijds teruggefloten door de gemeenteraad, zodat it voornemen niet tot uitvoering is gekomen.
Hekken
Een oplossing zou zijn als er een wildwerend hek rondom de gehele Amsterdamse waterleidingduinen kwam te staan. Het wordt dan een soort hertenkamp. Het is mogelijk om een hek zodanig te ontwerpen dat kleine dieren als egels en vossen nog wel vrij het gebied in en uit kunnen. De gemeente Amsterdam plaatst hekken bij voorkeur niet om het gehele gebied omdat bij een terrein kleiner dan 5000 hectare zorgplicht in de zin van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren ontstaat (de oppervlakte van de Amsterdamse waterleidingduinen is ongeveer 3500 ha). Er moet dan bijvoorbeeld voor zieke dieren een dierenarts worden gebeld. Ook ontstaat dan aansprakelijkheid voor schade omdat er sprake is van gehouden dieren. Amsterdam is op dit moment niet aansprakelijk voor de schade en overlast die de damherten veroorzaken want zo lang het gebied niet volledig omrasterd is, is het wild.
Op dit moment moeten bewoners van Bloemendaal zelf hekken plaatsen, als ze de herten uit hun tuin willen houden. Dit moeten hekken zijn van minstens 2,40 meter vanaf het maaiveld en ook nog 0,50 meter onder de grond, met een wildrooster bij de inrit, dus een flinke investering. Het bestemmingsplan laat niet in alle gevallen een hek van een dergelijke hoogte toe.
Er is inmiddels een vergunningaanvraag (aangevraagd door Waternet) binnengekomen bij de gemeente Bloemendaal voor een hek tussen ongeveer de ingang Panneland en de ingang Oase. Veel damherten steken iets ten noorden van de Oase de Vogelenzangseweg over, bij Watervliet, omdat het bos ten oosten en westen van de Vogelenzangseweg elkaar daar bijna raakt. Damherten steken bij Watervliet over naar Woestduin. In ieder geval zou het voor de verkeersveiligheid daarom beter zijn om een te plaatsen hek tot minimaal voorbij Watervliet door te trekken.
(R)ec(r)oduct Zandvoortselaan
Door de voorgenomen aanleg van het recroduct (over de Zandvoortselaan bij Bentveld) zal een verbinding worden gemaakt voor de natuur (dus ook voor de damherten) tussen de waterleidingduinen en de Kennemerduinen. Hun leefgebied wordt daarmee veel groter (tot en met de gemeente Velsen). Tot die verbinding er is worden door het plaatsen van hekken de plekken waar de damherten de duinen uit kunnen steeds smaller. Het plaatsen van steeds meer hekken rond de waterleidingduinen zou voor een deel ook de reden kunnen zijn van de plotseling sterk toegenomen overlast in Aerdenhout. Als dat zo is, is het plaatsen van een hek tussen de Oase en Panneland heel slecht nieuws voor de bewoners in de driehoek Boekenroodeweg / Zandvoorterweg en voor het verkeer op de Zandvoorterweg. Omdat de route via Naaldenveld en via het lage hek rond De Bodaanstichting (Bentveld) dan nog de enige verbindingen naar de Kennemerduinen zijn die open blijven op dit gedeelte van de duinen, neemt de hoeveelheid damherten die via Naaldenveld de tuinen intrekt (en de Zandvoorterweg / Zandvoortselaan oversteekt op weg naar de Kennemerduinen) waarschijnlijk toe.
Een hek tussen de ingang Panneland en Oase zal de overlast voor het verkeer op de Vogelenzangseweg verminderen, maar de overlast op de Zandvoorterweg / Zandvoortselaan en in Zandvoort en Aerdenhout vergroten. Een volledige omrastering van de waterleidingduinen met de aanleg van een recroduct (een natuurverbinding Waterleidingduinen-Kennemerduinen ter hoogte van Bentveld) zal de overlast verspreiden over een groter gebied (tot in Velsen) en de damherten verdrijven naar gebieden waar ze bejaagd worden en waar honden los mogen lopen.
Anticonceptie, natuurlijke vijanden
In 2007 is een nieuw rapport van Alterra verschenen waarin de mogelijkheid van anticonceptie wordt geopperd. Probleem daarbij is dat, om effect te sorteren, 80% van de merries herhaaldelijk gevangen en ingespoten moeten worden met een anticonceptiemiddel. De haalbaarheid daarvan wordt betwijfeld. Ook de mogelijkheid van introductie van natuurlijke vijanden als wolven en lynxen is onderzocht, maar het gebied wordt daarvoor ongeschikt geacht.
Provinciaal overleg
De provincie Noord-Holland sector Natuur, Recreatie en Landschap heeft inmiddels aangeboden om een coördinerende rol te vervullen en heeft een bijeenkomst belegd met alle betrokken beheerders.
Waarschuwingsborden / wildspiegels
Eind april / begin mei van dit jaar (2009) gaat de Provincie Noord-Holland het asfalt op de Vogelenzangseweg vernieuwen en enkele kleine verkeersmaatregelen nemen. Wellicht is dit een goed moment om contact met de provinciale wegbeheerders op te nemen om te kijken of er mogelijkheden zijn om meteen maatregelen tegen de damhertenoverlast te nemen, bijvoorbeeld het plaatsen van wildspiegels. De nieuwste generatie wildspiegels zijn kleine metalen windmolentjes die aan een draadje worden opgehangen aan de hectometerpaaltjes langs de weg. Doordat ze de koplampen van naderende auto’s weerkaatsen, is de theorie dat herten die willen oversteken, terugschrikken en weer op tijd terug de bosrand in gaan. Landelijk is wel discussie over het nut en effect van het plaatsen van borden en wildspiegels.
De gemeente Bloemendaal zou het plaatsen van wildspiegels langs enkele wegen die ze zelf in beheer heeft kunnen overwegen.
Bosparken
Voor de problemen die de toenemende herten / reeënstand in de bosparken veroorzaakt met loslopende honden is het te overwegen om de invoering van een aanlijnplicht in het winter- en/of broedseizoen en de handhaving daarvan nog eens te evalueren. In theorie kunnen gevoelige bosparken als het Brouwerskolkpark, Caprera en het Wethouder van Gelukpark helemaal gesloten worden voor honden. In het uiterste geval kan de mogelijkheid van het plaatsen van damhertwerende hekken rond de bosparken worden bekeken. Dat hieraan zeer hoge kosten verbonden zijn, is duidelijk. Als bosparken rondom worden opgesloten in hekken ontstaat voor de reeën en damherten die toch nog worden ingesloten zorgplicht op grond van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren.
Omdat de bosparken grotendeels binnen het Natura 2000 gebied liggen en reeën onder de algemene zorgplicht vallen, is de gemeente wettelijk gezien nu al ‘redelijkerwijs’ verantwoordelijk voor het welzijn van inheemse dieren in de bosparken. Het begrip ‘redelijkerwijs’ is nog niet door jurisprudentie onderbouwd, omdat de Flora- en Faunawet een betrekkelijk nieuwe wet is.
Conclusie / aanbevelingen
Het probleem is niet makkelijk op te lossen, maar bewoners van Bloemendaal ondervinden nadeel doordat ze de overlast van damherten vanuit de waterleidingduinen voor eigen rekening moeten oplossen en doordat de verkeersveiligheid in de gemeente onder druk komt te staan. Op deze manier is ook de diervriendelijkheid van het jachtverbod discutabel.
Aangereden ree (foto van internet)
Wij stellen daarom voor om acties te ondernemen op drie vlakken:
• in de terreinen die door de gemeente zelf beheerd worden;
• via de provinciale overlegorganen;
• door een gesprek aan te gaan met de gemeente Amsterdam.
Actie in de terreinen die door de gemeente zelf beheerd worden:
1- In beeld brengen van klachten, meldingen en ongevallen met damherten en reeën via de politie, de regionale dierenambulances, Prorail, de provinciale wegbeheerders en de terreinbeheerders;
2- Op grond daarvan onderzoeken of de huidige piek van klachten en ongevallen zich voortzet en gedurende welke perioden van het jaar;
3- Overwegen om aanlijnplicht in te stellen tijdens gevoelige perioden van het jaar in gevoelige bosparken als het Brouwerskolkpark;
4- Evalueren van aanlijnplicht tijdens gevoelige perioden van het jaar in het lage deel van Caprera en het hele Wethouder van Gelukpark;
5- Meer aandacht voor toezicht op en handhaving van de aanlijnplicht;
6- Onderzoeken of het plaatsen van extra borden / wildspiegels noodzakelijk en mogelijk is;
7- Onderzoeken of het plaatsen van damhertwerende hekken noodzakelijk en mogelijk is.
8- Als het lukt om de migratie vanuit de waterleidingduinen te verkleinen dan moet worden gezocht naar mogelijkheden om de damherten die in de bebouwde kom zwerven, terug te jagen naar de duinen. Overigens zijn de herten in de afgelopen jaren (toen er nog veel minder waren) steeds rond de jaarwisseling door het vuurwerk weer terug de duinen in gevlucht.
De overlast en schade die burgers ondervinden oplossingsgericht te bespreken via de provinciale overlegorganen:
9- Het probleem op bestuurlijk niveau op de agenda zetten via de normale overlegorganen, onder andere door een gesprek met de gedeputeerde van de provincie en in het overlegorgaan van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland;
10- Op ambtelijk niveau deelnemen aan het door de provincie georganiseerde overleg over dit onderwerp waarvoor alle regionale terreinbeheerders en omliggende gemeenten zijn uitgenodigd;
11- Overleg met de provinciale wegbeheerders over de mogelijkheden om wildspiegels te plaatsen langs provinciale wegen.
De overlast en schade die burgers ondervinden oplossingsgericht te bespreken met de gemeente Amsterdam
12- Een dialoog aangaan met de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam, te beginnen met een brief waarin het probleem uiteen wordt gezet. Deze brief wordt gestuurd minimaal namens het college van B&W van Bloemendaal, maar liefst in een breder verband, bijvoorbeeld namens het Nationaal Park Zuid-Kennemerland.
13- Aan Waternet de suggestie meegeven om een hek tussen de Oase en Panneland vanwege de verkeersveiligheid minstens door te trekken tot voorbij Watervliet, maar het liefst aan te sluiten op het hek langs de Zandvoorterweg.
De effecten
Hiermee wordt geen kant en klare oplossing aangedragen, maar deze is er waarschijnlijk ook niet, wel wordt het probleem hopelijk