Op vrijdag 3 juni werd dan (na en jaar corona-uitstel) het symposium 'Hart voor het Hert, met beleid de toekomst in' gehouden.
Ongeveer 130 gasten ondernamen de rit naar Beesd waar in de evenementenlocatie van Heerlijkheid Mariënwaerdt het symposium wordt gehouden. We vierden hiermee het 75-jarig jubileum van onze hertenvereniging.
Voorzitter Leyssius opent de dag met een hartelijk welkom aan de gasten, belangstellenden en leden. Met de wens dat het prettige bijeenkomst zal zijn gaf hij het woord aan dagvoorzitter Roelof Hemmen. Een reeks sprekers passeren de revue.
Hugh Jansman. Dierecoloog team dierecologie Wageningen Environmental Research sprak over ecologie van edelherten. Edelherten meest iconische soort die Nederland rijk is. Ik woon zelf in Radio Kootwijk en gisteravond stond er nog een hinde in de achtertuin. Ik dacht meteen zou dat hert voelen dat ze bij de mensen veiliger is nu met de wolven.
Al enkele jaren wordt het gebruik van verbindingszones tussen verschillende leefgebieden gemonitord op het gebruik van verschillende diersoorten. Een werkgroep met leden van Vereniging het Edelhert hebben de waarnemingen uitgewerkt van negen verbindingszones in diersoort, aantallen, geslacht, leeftijd en eventueel gedrag. Vooral het gebruik door grote hoefdieren zoals het edelhert en het wild zwijn stond daarbij voorop. Er kwam echter een andere gebruiker bij: de wolf.
Na 150 jaar van afwezigheid is deze terug en heeft zich permanent gevestigd op de Veluwe. Daardoor ontstond de vraag wat de invloed van dit dier is op het gebruik van de verbindingszones door een viertal grote hoefdieren.
Lees meer: Invloed wolf gebruik verbindingszones grote hoefdieren Veluwe
Het is volop mei en juni voor de deur. In de kaalwildroedels die in alle rust de winter zijn doorgekomen sluipt een vreemde onrust. De inmiddels hoogdrachtige hindes, waarbij de foetus na de schrale wintermaanden en door het nu rijke voedselaanbod een ware groeispurt heeft doorgemaakt, worden nukkig. Hun kalveren van vorig jaar worden opeens niet meer geduld aan hun zijde en weggejaagd, een verwarrende tijd voor deze jonge dieren. De sociale samenhang van het roedel staat opeens op zijn kop. Wanneer het kalf voldragen is en een gewicht van rond de zes kilo heeft bereikt zal de hinde een aantal dagen voor de geboorte het roedel verlaten en een geschikte plek vinden om haar kalf te zetten (werpen). Na de geboorte van het kalf zal de hinde in de directe omgeving blijven maar alleen naar het kalf gaan om het te laten drinken. Het kan zijn dat de hinde dan alleen blijft maar het is ook mogelijk dat ze in deze periode toch steeds weer aansluit bij het roedel. Dit is mede afhankelijk van het leefgebied waarin het roedel zich bevindt. Factoren zoals dekking, rust en voedselaanbod zijn hierop van invloed.
Naarmate het kalf sterker en dus ook mobieler wordt zal de hinde vaker 'op stap' gaan met haar kalf. Dan volgt er een belangrijke keuze voor de hinde en haar kalf. Zal zij zich wederom met kalf aansluiten bij het roedel of als moederdier, eventueel vergezeld met haar teruggekeerde vrouwelijke kalf, inmiddels smaldier alleen verdergaan? Mannelijke kalveren, inmiddels spitser hebben zich meestal aangesloten bij een hertenroedel maar een deel zal nog terugkeren naar het roedel waar hun moeder deel van uitmaakt, de zogenaamde moederskindjes.
Dit najaar zal Vereniging het Edelhert weer starten met een nieuwe cursus aanspreken van Edelherten en Damherten.
U leest het goed; de reeds twee keer eerder gegeven cursus wordt uitgebreid met een avond over damherten. Rik Schoon is bereid gevonden om deze avond als docent voor zijn rekening te gaan nemen. Johan Wensink heeft ook aangegeven weer als docent beschikbaar te zijn. Ton Heekelaar heeft (helaas) bedankt dit keer. Wij zijn natuurlijk zeer erkentelijk dat hij afgelopen twee cursussen wel zijn bijdrage heeft willen leveren. We zijn nog aan het bekijken of we het onderdeel ‘aanspreken in de vrije wildbaan’ op een andere manier kunnen gaan invullen. Het is allemaal nog niet in kannen en kruiken, we zitten volop in de voorbereidingen, maar de cursus komt er. Mocht u interesse hebben, houdt u dan onze website in de gaten, daarop zal op enig moment nadere informatie te vinden zijn, zowel over de inhoud, de geplande data en hoe u zich kunt opgeven.
Zaterdag 21 mei jl zijn eindelijk de zolang verwachte bodywarmers voor de excursieleiders uitgereikt aan onze excursiecoordinator Jose Schuitemaker.
Jose kwam met dit voorstel bij het bestuur om zo als vereniging beter herkenbaar te zijn tijdens een excursie. Het was de bedoeling om deze bodywarmers al uit te reiken op 11 februari jl. echter door leveringsproblemen is met deze firma gebroken en moest alles weer van voor af aan beginnen. Dankzij de medewerking van John Michael Swaab hebben wij het nu kunnen realiseren, John nogmaals dank hiervoor. De bodywarmers blijven eigendom van de vereniging.
Tevens doe ik bij deze een oproep aan oude en nieuwe excursieleiders om u op te geven bij Jose Schuitemaker!
Mailadres: excursies@hetedelhert.nl.
Ook dank aan Piet Bloemerts voor het maken van de foto’s.
Landgoedfair op Heerlijkheid Mariënwaerdt te Beesd van 17 t/m 21 augustus.
In 2019 hebben wij vijf dagen op de landgoedfair gestaan, dit mede dankzij de hulp van een aantal vrijwilligers! Ook nu doe ik een beroep op u om u op te geven voor een of twee dagdelen. De fair begint om 10.00 uur. Net als in 2019 zijn er parkeerkaarten en een lunchpakket voor u geregeld. Op zaterdag vanaf 18.00 uur is er een samenkomst van de standhouders. Het gaat om het geven van informatie over onze vereniging en het verkopen van de aanwezige artikelen.
Geef u op bij Hennie J Degen, emailadres d.degen1@kpnplanet.nl.
Vele handen maken licht werk.
Aan Provincie Gelderland
Reactie op ontwerpplan ‘Recreatiezonering op de Veluwe’
21 maart 2022
Geachte dames, mijne heren,
Allereerst dank voor de gelegenheid tot inspraak op dit zoneringsplan. Uiteraard juichen wij als belangenvereniging van de inheemse wilde hoefdieren, in het bijzonder de edelherten en damherten, het toe dat bij zonering van recreatiedruk ook de belangen van de natuur meegewogen worden.
Wij hebben het plan en de bijbehorende kaart goed bestudeerd en willen graag een aantal opmerkingen/vragen plaatsen:
1. T.a.v. de zonering(skaart):
a. zones D/D*: volgens het ontwerpplan is in de zones D* geen recreatief gebruik mogelijk. Het grootste deel van deze gebieden is van oudsher niet opengesteld: defensieterreinen, wildrustgebieden en particuliere eigendommen. Wij constateren dat deze gebieden onjuist of in ieder geval incompleet op de kaart zijn weergegeven.
Toelichting: Zo staat bijvoorbeeld het grote rustgebied van de Planken Wambuis (Zuidwest-Veluwe) wel als D* op de kaart, maar geen enkel rustgebied van Natuurmonumenten op Deelerwoud of Nationaal Park Veluwezoom. Het rustgebied van De Nieuwe Aanleg (niet toegankelijk) staat als zone C*, het rustgebied van de Beerenberg (RIN-akker) als zone C, de Zandverstuiving ook als C en de rustgebieden op Deelerwoud Natuurmonumenten tegen vliegveld Terlet aan zijn ook niet als D* aangemerkt. Meest opvallend is wel dat een jaarrond voor publiek afgesloten, zeer omvangrijk en belangrijk rustgebied als de Rhederheide, minstens als D*-zone op e kaart had moeten staan, vergelijkbaar met b.v. het rustgebied op Planken Wambuis (wel als D* zone op de kaart). Zeker omdat in paragraaf 8.6 (p.40) over Veluwezoom/Posbank staat dat: ‘...weerspiegelt de zoneringskaart grotendeels de bestaande indeling van het gebied’. Volgens ons weerspiegelt de zoneringskaart dit nu juist NIET1. Voorgaande roept de vraag op of de beschrijving van de D* en andere zones leidinggevend geweest is in de zonering of de interpretatie van de verschillende beheerders/grondeigenaren van deelgebieden? Ook het ontbreken van de rustgebieden op de Hoge Veluwe (park) als D*-zone is direct opvallend.
b. zones A en B: deze zones ondersteunen de belangrijke ecologische rol van de Ecologische Poorten van de Veluwe nu niet.
Toelichting: op p.14 van het ontwerpplan wordt gesteld dat de poorten van de Veluwe vallen in de zone voor intensief recreatief gebruik, zone A. Wie op de kaart kijkt, ziet overigens al gauw dat de poortgebieden overwegend zone A en zone B toegekend gekregen hebben. Enerzijds is de redenering in het ontwerpplan logisch dat hier veel recreatiedruk is en de behoefte aan recreatiemogelijkheden daar ook groot is, maar de poorten van de Veluwe hebben ook een hele duidelijke ECOLOGISCHE rol. Sterker: het ‘onthekken’ van de Veluwe en het vergroten van het Centraal Veluws Natuurgebied (CVN) heeft met name in die poortgebieden plaatsgevonden. Die poortgebieden hebben een duidelijke ecologische functie doordat ze de natuurlijke gradiënt van hoog en droog naar laag en nat versterken voor de natuur en in een aantal poortgebieden is ook de mogelijkheid geschapen voor de edel- en damherten om het betreffende poortgebied te gaan gebruiken als voedsel- , leef- en/of doortrekgebied (verbindende functie). Dat betekent dat poortgebieden ook een duidelijke ecologische functie hebben en dat zou – wellicht niet direct in de zoneringsduiding – maar wel in de maatregelen tot uitdrukking moeten komen (b.v. rustige stukken in de poortgebieden, opheffen verkeersknelpunten).
c. de zone D met tijdelijke afsluiting: deze zone is alleen kansrijk als de handhavingsintensiteit daarop passend gemaakt kan worden; anders is het op papier een (tijdelijk) rustgebied, maar in de praktijk zal het niet als zodanig werken (en daarmee is het mogelijk ook in strijd met de N2000- doelen).
Toelichting: de gedachte achter tijdelijke afsluiting is prima, maar mensen (recreanten) zijn gewoontedieren: als ze eenmaal gewend zijn dat een pad/gebied opengesteld is, dan vinden ze dat dat ook altijd zo moet zijn. Een tijdelijke afsluiting leidt altijd tot een percentage mensen dat het daar ‘niet mee eens is’ en het gebied toch betreedt, willens enwetens. Dus toch verstoring. Een tijdelijk bordje dat op de afsluiting wijst, helpt dan echt niet. Dit vraagt daarom ook veel van – het toch al onder druk staande capaciteit aan – handhaving en toezicht.
1 Bovendien is de gebruikte foto onderaan pagina 40 niet correct (is zeker geen foto nabij de Posbank, maar is een opname aan de rand van de Veluwe bij Twickel of Hof te Dieren), maar dat terzijde.
T.a.v. de ecologische onderbouwing: die is nu sterk op vogelsoorten gericht. Op zich prima, en logisch vanuit de Vogelrichtlijnsoorten die het betreft, maar ze vormen ‘slechts’ een deel van de Veluwe-fauna.
Toelichting: Ook marterachtigen en de wilde hoefdieren zijn belangrijke componenten van Veluwe, en voor veel recreanten ook DE reden om naar de Veluwe te komen. Is nu voldoende rekening met deze zoogdieren en hun wensen/eisen gehouden? De opmerkingen die o.a. bij punt 1a t.a.v. de zones D/D* gemaakt zijn, geven de indruk dat dat niet het geval is. Bovendien zien we bij zowel de vogels als de zoogdieren dat er steeds meer mineralenproblemen op de Veluwe optreden, zeker in het centrale deel. Dat uit zich o.a. in een verplaatsing van deze dieren (aantallen, territoria) naar de randen, dus naar wat nu de zones A en B vaak zijn op de kaart. Het zou goed zijn om met dit natuurlijke, maar door mensengedrag (stikstofbelasting) veroorzaakte, proces rekening te houden in de zonering danwel de maatregelen (zie ook de opmerking bij 1b).
T.a.v. het edel- en damhert specifiek:
in bijlage 2 zien we het edelhert alleen terug als een specifiek aan zone D*- gekoppelde soort, terwijl het edelhert gebruik maakt van de gehele Veluwe. Het damhert wordt in zijn geheel niet genoemd.
Toelichting: het edelhert komt momenteel in alle zones voor (zie ook de opmerkingen onder 1b), mits ter plaatse aan een aantal voorwaarden voldaan kan worden. De soort damhert wordt in het gehele ontwerpplan niet genoemd, terwijl dit ook een belangrijke inheemse beschermde diersoort is die in wisselende dichtheden op de Veluwe voorkomt.
Ook willen we wijzen op juist het recreatieve belang van de wilde hoefdieren, w.o. het edel- en damhert, op de Veluwe. Deze soorten vormen een belangrijk deel van de ‘recreatieve kwaliteit’ van de Veluwe. Jammer en ook een gemis dat dit niet in dit plan onderkend en uitgedragen wordt.
Toelichting: onze atlas van wildobservatieplaatsen (WOP’s) vindt al jaren gretig aftrek bij de recreanten. Het zou mooi zijn als via de maatregelen die gekoppeld zijn aan de recreatiezonering ook de kansrijke plekken voor wildobservatie gestimuleerd kunnen worden, b.v. door het revitaliseren van de ‘oude’ (vaak verwaarloosde) wildakkers- en wildweiden (daar profiteren meteen een groot aantal andere diersoorten van) en/of de nieuwplaatsing van dergelijke voorzieningen (0,25 tot 0,5 ha is vaak al voldoende per locatie). Hierdoor kan een geweldige impuls aan de recreatieve beleving, recreatieve sturing en de biodiversiteit (aangehaalde mineralenproblematiek) geleverd worden. Dit zou kunnen door beschikbaar stellen van inrichtings- en onderhoudsvergoedingen voor dergelijke wildakkers- en weiden en eventueel daarbij passende observatievoorzieningen.
Kortom: wij vinden als Vereniging het Edelhert het ontwerpplan in de basis prima, maar:
De zonering lijkt enerzijds niet overeen te komen met de werkelijkheid en de terreinen zoals wij die sinds jaar en dag kennen; Grote, belangrijke gebieden die in de praktijk nu zone D* zijn (en blijven) zijn niet als zodanig op de kaart terug te vinden. Dat roept vragen op.
Er wordt te weinig (tot geen) aandacht besteed aan de grote hoefdieren (en andere zoogdieren) als onderdeel van dit plan (ook al is vanuit de Natura2000- doelstelling de aandacht primair gericht op de 7 Vogelrichtlijnsoorten);
Reactie van de Provincie:
Er kan bij de maatregelen meer aandacht aan geschiktheidsmaatregelen voor de hoefdieren geschonken worden (b.v. voldoende grote en rustige blokken situeren in de zones A en B om aan de oorspronkelijke doelstelling van de Ecologische Poortgebieden gehoor te geven) en aan zichtbaarheids- c.q. belevingsmaatregelen (te denken valt dan aan wildweiden en -akkers, observatievoorzieningen).
In afwachting van uw reactie en aanpassingen van het plan en de kaart n.a.v. bovenstaande verblijven wij, met vriendelijke groet,
Ir P.B. (Bas) Worm,
Vice-voorzitter Vereniging het Edelhert,
Namens het bestuur van Vereniging het Edelhert, statutair gevestigd te Apeldoorn sinds 1946.
Regelmatig zien we in nieuwsberichten de bewering terugkomen dat herten in goede conditie en met voldoende voedsel twee kalveren zouden krijgen en dat daarmee aanwas zou verdubbelen en de stand zou oplopen. We zoeken het even uit.
Das Rotwild van Ferdinand von Raesfeld kan worden betiteld als een standaardwerk en daarmee naslagwerk op het gebied van edelherten. Als we Das Rotwild erbij pakken staat daar op blz.278: 'Zwillinge sind beim Rotwild sehr selten'. Vertaald: Tweelingen zijn bij roodwild zeer zeldzaam. De volgende vraag wordt dan: wat is zeer zeldzaam. Hoevaak komt het voor dat een hinde een tweeling (twee kalveren in één worp) krijgt.
Op de onlangs gehouden VhE jaarvergadering van 5 maart waren natuurlijk veel hertenexperts aanwezig waaronder oude rotten uit het boswachtersvak waar we deze vraag aan stellen. Eenduidig zijn deze edelhertenkenners, met per persoon meer dan 40 jaar praktijkervaring, in hun antwoord: zij hebben het maar een of twee keer waargenomen dat een hinde twee kalveren kreeg.
Komt een hinde om b.v. in het verkeer dan wordt het verweesde kalf in de eerste vijf maanden zelfs niet door een andere hinde opgenomen, sterker nog het kalf wordt uit het roedel gedrukt.
Twee voorbeelden: Voormalig beheerder Ton Heekelaar van Veluwe Zuid-Oost heeft het in zijn veertig jarige carrière slechts één keer gezien. Voormalig beheerder Johan Wensink die eerst bij het Staatswildreservaat werkte en daarna op de Hoge Veluwe heeft in die periode van veertig jaar het twee keer waargenomen. In het Staatswildreservaat heeft hij het bij één hinde gezien. Later bij de Hoge Veluwe constateerde hij dat er één hinde was die meer dan eens een tweeling zette. Daarmee lijkt het een genetisch verschijnsel te zijn.
Lees meer: Krijgt een edelhert hinde in goede conditie twee kalveren?
Arjan Postma staat bekend als een gerespecteerd boswachter die menig talkshowtafel van commentaar voorziet op het gebied van natuur. Dat Postma in zijn opleiding bij de lessen over herten heeft zitten slapen zal u bij het volgende filmpje duidelijk worden.
Ga hier naar de website Human met filmpje over vraag en antwoord Arjan Postma.
Voor Human beantwoordt Arjan Postma vragen over de natuur in de rubriek durf te vragen.
Over zijn antwoorden op een vraag over de jacht (populatiebeheer), heeft de spreker helaas niet alle feiten op orde. Jammer, want: misverstanden voorkomen is makkelijker dan achteraf repareren.
Bij grote hoefdieren praat je niet over jacht maar over populatiebeheer.
Postma heeft het allereerst over afschot van 18.000 dieren op de Hoge Veluwe. De Hoge Veluwe is echter een Nationaal Park gelegen tussen Hoenderloo, Otterlo en Arnhem en daarmee slechts een deel (5.400 ha) van de Veluwe (ca 100.000 ha). Postma zal wel de gehele Veluwe bedoelen. Het door elkaar halen van deze twee namen is o.i. tekenend voor mensen die niet goed bekend zijn op en met de Veluwe.
Het lijkt vervolgens dat Postma spreekt over het afschot van herten, maar hij zal het - gezien het genoemde aantal van 18.000 - vermoedelijk hebben over edelherten EN damherten EN wilde zwijnen EN reeën. En zelfs dan komen wij nog niet op 18.000 afgeschoten dieren, maar op ruim 11.000, en dan tellen we alle reeën in de hele provincie Gelderland mee (dus ook de Achterhoek en de Betuwe). Qua edelherten was het afschot in het seizoen 2020/2021: 1740 stuks, de toewijzing was 2400, maar dat is niet gehaald (75%). Daar komt bij: afschot Kroondomein 275, damherten 511, wild zwijn 5657, ree 3300 over heel de Provincie. De Provincie Gelderland is nog weer vele malen groter dan de Veluwe. En dan komen we zoals al gezegd nog steeds niet aan het aantal dat de heer Postma noemt.
In ons onlangs uitgekomen jubileumnummer komt in veel artikelen de achteruitgang van de biodiversiteit op de Veluwe direct of indirect aan de orde. Een belangrijke oorzaak die vaak wordt genoemd is overbegrazing door de hoge dichtheid aan grote grazers. Ook onze edelherten en damherten horen in dat rijtje van grazers thuis!
De positieve kant van het verhaal is dat sinds 1946 het heel goed gaat met de aantallen edelherten en damherten in Nederland, vooral de dammen komen op dit moment in alle provincies voor. Het is zelfs zo dat er in een paar provincies al tijden populaties damherten lopen terwijl het vigerende Faunabeheerplan van diezelfde provincie er niets over vermeldt. In het Limburgse FBE plan wordt b.v. alleen gesproken over ‘loslopende en verwilderde damherten’ terwijl het aantal waarnemingen dat verzameld is door de Zoogdiervereniging een heel andere realiteit laten zien.
De doelstand in het voorjaar 2021 van de edelherten op de Veluwe is volgens de Faunabeheereenheid (FBE) ongeveer 1600 dieren. De werkelijkheid geeft een totaal ander getal, ongeveer 3300 dieren, dik het dubbele van wat er planmatig mag lopen. (Jaarrapportage VWV 2021). Dan hebben we het nog niet over de grote hoeveelheid damherten op de zuidVeluwe en het onbekende aantal landbouw grazers zoals runderen, pony’s en schapen wat links en rechts op de Veluwe meegraast!
Dit boek bestellen: klik hier.
Tekenkaart bestellen: klik hier.
Bestellen: zie hier.
Download hier.
Burlen:
Burlen in nacht
Twee herten
Sprengruf
Jachthoorn:
Notruf
Das hohe Wecken
Signaal Hert dood
Signaal Zwijn dood
Aanblazen van de drift
Kletterende geweien
Heb je ook mooie beltonen? Zend ze ons.