Kleiner dan edelhert, groter dan ree. Hert 50-100 kg, hinde 30-50 kg
Schouderhoogte: hert 100 cm, hinde 75 cm

Kleur :roodbruin met vage witte vlekken, vele variatie echter mogelijk van wit tot zwart
Komt voor: op de Veluwe/ in duingebieden en vaak te zien in hertenparkjes

Aantal (stand voorjaar 2008): op de Veluwe ca. 550 stuks
Kennemerduinen ca. 160 stuks
de Amsterdamse Waterleidingduinen ca. 3000 stuks in 2018   (voorjaar 2008 ca. 1900 stuks)) 
Zie de Amsterdamse Waterleidingduinen
Manteling van Walcheren ca 125 stuks en Kop van Schouwen ca. 768 stuks (voorjaar 2008), Zuidhollandse Duinen ca. 30 stuks, Lauwersmeer ca. 10 en in het Friese Oranjewoud 40 stuks.
Nadere kennismaking met het damhert

· Kwam voor in West-Europa tussen de diverse ijstijden.
· Trok naar het Middellandse Zeegebied door klimaatsveranderingen, laatste ijstijd.
· Werd daar door de Phoeniciërs als offerdier gebruikt. (1150-100 v. Chr.)
· Door de Romeinen weer meegenomen naar onze streken en
· In de middeleeuwen door koningen en adel gehouden in parken en bossen voor de jacht.
· In de jaren tachtig door beleidsmakers gezien als een "exoot" die moest verdwijnen.
· Door krachtige acties van o.a. "Het Veluws Hert" mag het nu weer in vrijheid leven.
· Een mannelijk dier heet hert, een vrouwelijk, hinde.
· Leeft het grootste deel van het jaar in kuddeverband, roedels genaamd.
· Hert weegt 70 kg en soms zelfs 100 kg, hinde weegt de helft ca. 50 kg, schouderhoogte 75 cm tot 1 meter.
· Hert heeft een gewei met plaatvorming, hinde heeft geen gewei.
· Het gewei wordt in april afgeworpen en dan begint de groei van een nieuw gewei.
· Nadat het gewei volgroeid is in augustus wordt de bast er afgeschuurd en is het gevoellooos.
· Het gewei is eerder om te imponeren dan om mee te vechten.
· Een damhert kan heel oud worden, in parken tot dertig jaar.


Leefwijze damhert

Net als edelherten leven damherten in roedels, toch zijn het meer dagdieren. Hun vluchtafstand is iets korter en hun ogen zijn heel goed ontwikkeld. Hierdoor kijken zij bewust naar vreemde dingen, zij kunnen een stilstaand mens goed herkennen en staan ook bij het oversteken van wegen stil als zij een auto zien aankomen, hetgeen vaak fatale gevolgen heeft. Damhert zijn slim en nieuwsgierig. Damherten hebben een duidelijke staart en kunnen met vier poten tegelijk weghuppen.
Door zijn aanpassingsvermogen, goede weerstand tegen ziektes en de geringe schade die een damhert in de natuur veroorzaakt neemt de verspreiding door uitzetten toe. Bos met aangrenzende weide en velden zijn ideale leefgebieden voor het damhert. Veel ruimte hebben ze echter niet nodig. Ook kunnen zij zich goed aanpassen aan het gebied of aan veranderingen (damherten in een park. Zij zijn meer overdag te zien en kunnen beter ruiken en kijken dan edelherten. Ze zoelen niet.

Bronsttijd, draagtijd en geboorte

De paartijd van de damherten heet bronsttijd. De bronst begint in de tweede helft van oktober. Een volwassen hert komt ieder jaar terug naar dezelfde plek in het bos waar hij een ondiepe kuil maakt, die hij besprenkelt met urine en waar hij de hinden opwacht. Na de bevruchting verlaten de hinden deze plek weer. Het bronstgeluid van het damhert is hoger en eentoniger dan van een edelhert. Gevechten tussen rivalen zijn niet zo heftig als bij edelherten en er vallen hoogstzelden slachtoffers. De bronstroep van een damhert klinkt als een snurkend gorgelend geluid en dit geluid draagt niet zo ver.
De draagtijd duurt ongeveer 229 dagen (32-33 weken), geboorte in juni, soms worden twee kalfjes geboren die worden gezoogd tot in de winter.

Bedreigingen en beheer

Net zoals edelherten en reeën zijn damherten volledig beschermd.
Alhoewel zij iets minder snel in paniek raken, kunnen damherten ernstig verstoord worden door loslopende honden en intensieve recreatie.
Er zijn in ons land een aantal populaties die gescheiden van elkaar leven: damherten op Walcheren zullen nooit in contact komen met dieren op de Veluwe.
Ook voor deze diersoort geldt dus vaak dat zij op eilanden leven, zodat omwille van het welzijn van de overblijvenden er jaarlijks een aantal moeten worden geschoten.

Daar waar wel wordt afgeschoten gebeurt dit door goed opgeleide mensen in een zo kort mogelijke periode en aan de hand van vastgestelde plannen met een specifieke vergunning.

Het gewei

Het gewei van een damhert heet schaufel en is plat als een schoffel (Schaufler=schoffel en duidt op de platte vorm van het gewei) Het damhertkalf zet in het voorjaar na de geboorte spitsen (damspitser) op (zonder rozenstokken). De volgende geweifase, knieper genaamd, heeft rozenstokken, oogtak, en middentak en meestal een vork als geweitop. Daarop volgt een begin van de verbreding van het gewei en ontstaat de schoffel, ook wel genoemd de schaufel (Duits), die vervolgens uitgroeit tot halfschaufel en volschaufel.
Foto: Jan Paulides
In de Amsterdamse Waterleidingduinen vindt sinds 1997 geen afschot plaats en heeft de populatie zich zeer sterk uitgebreid met gevolgen voor de vegetatie en de reeën. Biologen en beheerders zijn in voortdurende discussie en er wordt gedegen onderzoek gedaan.Vanaf 2016 wordt er weer beheerd en zal in een aantal jaren de populatie van ca. 6000 stuks teruggebracht moeten worden naar ca. 600 damherten

 

Foto: Jan Paulides
Zij kunnen met heel sober voedsel toe en hebben een voorkeur voor gras, ook al is dit van slechte kwaliteit. In gemengde bossen en loofbossen leven zij het liefst, maar ook in duingebieden aarden zij uitstekend. Doordat zij erg makkelijk te houden zijn, zie je damherten nogal eens in hertenparken.

 

Foto: Jan Paulides
In de damhertenparken ziet men vaak de gespikkelde vorm.

 

Foto: Jan Paulides
Op de Veluwe komen bijna uitsluitend zwarte damherten voor, een kwestie van smaak en selectie door de mens.

 

Foto: Jan Paulides
En in de Amsterdamse Waterleiding Duinen zowel gespikkelde als donkere exemplaren

 

Foto: Jan Paulides
Damhertenkalveren.
Hieronder is goed het verschil in grootte te zien van een volwassen edelhert (L) en een volwassen damhert (R)
Foto's: Ton Heekelaar