Het is februari, bij de mannelijke edelherten de tijd dat het oude gewei wordt afgeworpen. Een jaarlijks terugkerende gebeurtenis waarbij het volgroeide en geveegde gewei plaats moet maken voor een nieuw gewei. In veld en bos zullen de geweien vallen. 

stangen in het veld kln knip.JPG

Foto Ronald Risseeuw

Op het hoofd is de eerste dagen een bloederig beeld te zien. 

bloedende rozenkrans 1 kln knip   bloedende rozenkrans 2 kln knip

Foto's: Patrick van Asselt

Hier groeit heel snel bast overheen waardoor het gewei in enkele maanden kan uitgroeien tot een compleet gewei.

De oudere, volwassen herten werpen het eerst af, in de maanden februari en maart, later volgen de jongere herten die van eind maart tot zelfs begin mei hun stangen verliezen. Het is dan ook niet vreemd dat je in deze periode hertenroedels tegenkomt bestaande uit herten met diverse stadia van geweiopbouw. De oudere herten waarbij het nieuwe bastgewei alweer aan het groeien is, herten met alleen wat basthuid over de rozenstok of de kolf (aanvang nieuw bastgewei) en jonge herten nog met hun oude gewei. In deze periode kan de hiërarchie in het roedel duidelijk wijzigen.

afgeworpen kln knip.JPG

Foto Ronald Risseeuw

Maar hoe raken de herten dit gewei nu kwijt? Het zit toch muurvast aan de schedel en hebben over het algemeen toch een behoorlijk gewicht? Om maar niet te spreken welke krachten er tijdens de bronstgevechten op worden losgelaten?

Het gewei groeit vanuit de rozenstokken die onderdeel zijn van de schedel en bestaat bij voltooide groei uit hoofdzakelijk mineralen (voornamelijk calcium en fosfor), eiwit en een restgedeelte vocht. Het afwerpen wordt gestuurd door de hoogte van de hormoonspiegel die bij volwassen dieren hoger ligt en waarbij dominantie ook een rol speelt. Bij dit proces maakt het hert osteoclasten aan, een soort reuzencellen die bot- of beenvreters worden genoemd. Deze botvreters zorgen ervoor dat het calcium op het breukvlak tussen de rozenkrans, de basis van het gewei en de rozenstok wordt afgebroken en zodoende de geweistangen afvallen. Dit afwerpen van de stangen gebeurt zeer zelden tegelijkertijd. Er kan soms wel enige dagen tussen zitten. Door het werk van de osteoclasten wordt ook elk jaar een klein laagje van de rozenstokken 'opgegeten' met als resultaat dat de rozenkransen elk jaar wat dichter op de schedel komen te staan, zeker bij de oudere herten duidelijk zichtbaar.

De afgeworpen stangen hebben in de natuur nog wel degelijk een functie. Veel dieren profiteren van een knabbeltje extra mineralen in de stangen en zorgen zo direct en indirect dat deze mineralen weer worden opgenomen in de natuur.

Helaas zijn er nog steeds mensen die in deze periode doelgericht buiten de paden en vaak in de rustgebieden op zoek gaan naar stangen. Dit 'stangen zoeken' levert veel verstoring op, juist in een periode waar voedsel nog schaars is en de dieren gebaat zijn bij rust om zoveel mogelijk energie te besparen. Er zijn ook terreineigenaren die juist om deze reden zoveel mogelijk stangen uit het veld halen. Ook kan het buiten paden treden zorgen voor een fikse boete.

Dus houdt u aan de geldende regels van de terrein beherende organisaties en blijf op de paden. En wellicht komt er tijdens een van uw wandelingen toch wel een stang op uw pad!