Art. 37 van de wet zegt letterlijk: Het bevorderen van de wildstand door middel van bijvoeren is verboden, behoudens bijzondere weersomstandigheden als bedoeld in artikel 46, vijfde lid (Gedeputeerde Staten kunnen, zolang bijzondere weersomstandigheden dat naar hun oordeel met het oog op de instandhouding van wild vergen, de jacht voor de hele provincie of een deel daarvan, voor een bepaalde tijd sluiten.)

foto dick van den Hoorn
Het bijvoeren is sinds 2002 niet meer toegestaan.


Bijvoeren is sinds april 2002 dus niet meer toegestaan. Vele faunabeheerders zijn er trouwens al eerder mee gestopt of sterk verminderd. Sommige pas op het laatste moment, wat bij het wild tot problemen heeft geleid. Steeds waren de dieren verzekerd van bieten, aardappelen, brokken, appels enz., vooral als er weinig voedsel te vinden was (winter en vroege voorjaar). Nu moesten ze zelf leren om voedsel te vinden in de voedselarme tijden. Het heeft een paar jaar geduurd voordat het wild aan de nieuwe situatie gewend was.


Momenteel mag er slechts wat lokvoer verstrekt worden:

-ten behoeve van tellingen het wild op te telplaatsen te krijgen
-ten behoeve van afschot het wild op de afschotplek te krijgen
-ten behoeve van educatieve doeleinden het wild op observatieplaatsen te krijgen.


De hoeveelheid voer is voor de eerste twee uitzonderingen slechts 15 kg per 100 hectare per jaar mag als lokvoer verstrekt worden. Dat is zo weinig dat één zwijn in een gebied van één bij één km er slechts twee weken van zou kunnen leven en werkt dus niet standverhogend.

Image

Verstrekking van mais op een telplaats

Image

De duiven en de gaaien zijn er als eerste bij

Image

Maar de zwijnen komen uiteindelijk ook



foto dick van den Hoorn
Het hert likt de liksteen om de noodzakelijke mineralen en zouten aan de vullen. Dit is op het randje van wel en niet toegestaan. Veel faunabeheerder plaatsen geen likstenen meer.