Sinds 2002 wordt het damhert niet langer meer als exoot beschouwd en wordt er niet meer automatisch een afschot vergunning voor verleend. Indien er ergens damherten voor gaan komen is het dus noodzakelijk dat er bewust voor een manier van beheer wordt gekozen.  Helaas is dit in Zeeland steeds nagelaten.  Het heeft jaren geduurd voordat ingezien werd dat het onbreken van beleid (er werd niet ingegrepen) niet langer gehandhaafd kon worden.
In 1998 zijn er 40 dammen ontsnapt of losgelaten en enkele hebben zich over het eiland verspreid. In de Manteling lopen er bijna 90. Voor de Kop van Schouwen is een damhertpopulatie van 150 dieren wenselijk. Nu zijn er ruim 250. Een jaarlijks afschot van ruim 80 dieren moet de omvang op het gewenste peil houden, met in 2005 een nog nader vast te stellen inhaalslag.

Vanavond maken we de tweede excursie in dit gebied met  Dirk Fluijt van Staatsbosbeheer. Dirk leidt ons door het bos naar enkele open plekken, die vanuit de dekking goed te observeren zijn. Ondertussen passeren we een heideveldje, het enige in heel Zeeland. In de dekking aan de randen van de open stukken zien we kaalwild voornamelijk hele donkere exemplaren en een middeloude geweidrager. Op het open terrein zien we wat hindes en enkele kalveren. Nu zijn ook lichte dammen waar te nemen.Â

Op de terugweg zien we in het donkere bos een imposant damhert ons op korte afstand passeren. Ook hier gaat het om een uitzonderlijk licht exemplaar, gelukkig maar, een donker damhert hadden wij waarschijnlijk niet meer opgemerkt.