Boek “Het Edelhert, observeren en herkennen” gepresenteerd. Tijdens de terugkomdag van deelnemers aan de grofwildcursus op 26 februari 2010 is het unieke boek “Het Edelhert, observeren en herkennen” gepresenteerd. Het was de allereerste terugkomdag voor de vele honderden cursisten, die bij IPC Groene Ruimte de opleiding tot grofwildbeheerder hebben gevolgd.

In de volledig gevulde grote zaal vertelde gastheer Hans Spek, dat inmiddels meer dan 500 cursisten het diploma hebben behaald en dat daarnaast vele honderden geïnteresseerden de verkorte grofwildcursus hebben gevolgd. Er is een zodanig grote wachtlijst voor de praktijkcursus, dat besloten is tot een 1-jarige cursus, waarin vooral aandacht wordt besteed aan aanspreken/observeren, jachtmethoden, verzorging van het wild na het schot en nazoek. Het is positief dat zo velen zich scholen en bijscholen.

De heer Leen Jacobs, districtshoofd regio Oost van Staatsbosbeheer (SBB), hield een boeiende inleiding over de visie van SBB op de ontwikkelingen op de Veluwe. Allereerst gaf hij de visie over het landschap weer:
- Terug naar het echte Veluwelandschap
- Woeste natuur, beleefbaar en spannend, minder menselijk ingrijpen
- Rust, ruimte stilte, duisternis en zichtbare fauna

In het kader van “Veluwe 2010” heeft SBB de volgende beleidsdoelstellingen:
- Op de Midden-Veluwe, met grotere natuurlijke aangesloten eenheden, vindt geïntegreerd bosbeheer plaats met afbouw van de jacht en de houtopbrengst. Op de Noord-Veluwe blijft er meer productiebos.
- Ontrasteren, ontsnipperen en verbinden. Meer aandacht voor de randen van de Veluwe (poorten!)
- Op de Midden-Veluwe (her)introductie van de Wisent. Het proces daartoe is gestart.

Een aantal opmerkelijke punten m.b.t. de recreatie:
- Kernkwaliteiten van de Veluwe meer benutten (rust, ruimte, stilte, donker)
- Ontwikkeling poortgebieden door vergaande zonering
- Meer transferia en informatie- en bezoekerscentra
- Verdwaalnatuur: geen wandelroutes meer, geen prullenbakken en zitbanken meer in de bossen, wildernisbeleving.
- Verbetering van de wildzichtbaarheid

M.b.t. het wildbeheer heeft SBB een landelijk beleid, dat ook op de Veluwe wordt gevolgd:
- Geen jacht, tenzij dit noodzakelijk wordt geacht
- Het automatisme van preventief populatiebeheer is verlaten: van “de kogel vooraf ” naar ”de kogel aan het einde”.
- Afschot daar waar je geen dieren wilt hebben. Op die plekken is “oogst” geen bezwaar.
- Leren van plekken, waar een meer natuurlijk beheer wordt nagestreefd, zoals in de OVP. Dit concept niet kopiëren naar de Veluwe, maar wel gebruik maken van de leerzame effecten.
- Ten noorden van de A1 wordt de stand relatief laag gehouden. Ten zuiden van de A1 zijn door de natuurlijke omstandigheden hogere standen mogelijk. Daar wordt maximale wildbeleving nagestreefd.

- Wat de wilde zwijnen betreft wordt het beheer niet alleen gericht op schadebestrijding en getallen maar op ecologische draagkracht per gebied. Er is onderzoek gedaan naar populatiedynamiek, biodiversiteit, zichtbaarheid, overlast, lerend beheren en mogelijkheden van minder/geen afschot. Conclusies uit het onderzoek: er zijn teveel parameters, er is te weinig kennis en er is onvoldoende inzicht in de ethische en maatschappelijke vraagstukken. Een vervolgonderzoek zou minstens 10 jaar moeten lopen. LNV en de provincie zijn niet bereid een dergelijk onderzoek te financieren.

Na een korte pauze was het woord aan Rob Borst, auteur van het boek “Het edelhert, observeren en herkennen”. In een boeiend en humoristisch betoog behandelde Borst een aantal interessante thema’s, die ook in het boek terug te vinden zijn.

Het edelhert en duurzaam beheer:
- Zorg dragen voor een gezonde instandhouding van de soort
- Voorwaarden scheppen voor natuurlijk gedrag
- Voldoende ruimte bieden
- Ingrijpen in de populatie op het niveau van leefgebied
- Het beheer dient planmatig plaats te vinden m.b.v. faunabeheerplannen met een looptijd van 5 jaar
- Grondgebruikers moeten leefgebieddekkend samenwerken en dat geldt ook voor het afschot. Het laatste is helaas nog niet overal ingevoerd.

Het leefgebied is het landschap met:
- Voldoende ruimte om vrij te leven en zich voort te planten
- Jaarrond beschutting en voldoende water ter beschikking
- Mogelijkheden om te migreren

Leeftijdsopbouw:
- Er moet steeds een genetisch brede basis zijn en in populaties moeten natuurlijke sociale structuren mogelijk zijn
- Er kunnen vijf levensfasen worden onderscheiden: kalf, jaarling (spitser, smaldier), jong (tot ongeveer 7 jaar oud), volwassen (tot ongeveer 12 jaar oud), oud (vanaf 12 à 13 jaar)

Vervolgens gaf Rob Borst zijn gehoor een minicursus observeren en herkennen. Aan de hand van afbeeldingen uit het boek nam hij de belangrijkste lichaamskenmerken van de herten in de verschillende levensfasen door. Duidelijk werd dat het observeren en herkennen (aanspreken) zowel voor de professional als de liefhebber niet eenvoudig is. De exacte leeftijd schatten is bij een dier in het veld heel moeilijk. Probeer de geobserveerde dieren te plaatsen in één van de vijf levensfasen, hield Borst zijn gehoor voor. Als dat lukt, ben je al een heel eind. En…vergeet dat de geweien altijd uitsluitsel geven over de conditie van een dier.

Na de inleiding van Borst, was het tijd voor de presentatie van het boek. Borst reikte het eerste exemplaar uit aan de heer Kuper, rentmeester van de koningin, verantwoordelijk voor Kroondomein Het Loo. Kuper noemde het boek fantastisch, vol met feiten en waarnemingen. Het is geschreven vanuit de observeerder en niet vanuit de jager. Het is geen boek over de jacht.

Kuper gaf zijn gehoor van wildbeheerders nog wat ter overdenking mee aan de hand van een korte schets van de geschiedenis van de jacht:

-De prehistorische jacht was er voor het eten, om te overleven. In feite was er geen verschil tussen jagers en predators.

-In de Middeleeuwen wordt de landbouw ingevoerd. De jacht is niet meer nodig om te kunnen eten en te overleven. Er ontstaat een feodale machtsstructuur, waarin landheren de jacht naar zich toe trekken. Daarmee wordt de jacht een “cultuurvorm”.

-In de 20e eeuw wordt geprobeerd de door de groeiende bevolking en de landbouw gedegradeerde habitat te restaureren. Jacht toont macht, die te koop is. De jager bepaalt het leven van de dieren. Wat onderscheidt de jager nog van de intensieve veehouder?
- Het is de uitdaging van de 21e eeuw om de jacht weer natuurlijker te maken:
- Los van de macht
- Hoe gaan we om met aantallen
- Moeten we wel zo zwaar tillen aan geslachtsverhoudingen
- Moeten we wel zo fanatiek aan de leeftijdsopbouw vasthouden
- Hoe zou Darwin met het begrip kwaliteit zijn omgegaan

Kuper sloot af met de raad aan de wildbeheerders om het boek conform de titel te gebruiken voor herkenning en observering en niet voor de bepaling van het afschot.

Het boek is vanaf nu verkrijgbaar bij IPC De Groene Ruimte. Gezien de kwaliteit zal het m.i. gretig aftrek vinden bij zowel professionals als geïnteresseerde hertenliefhebbers.

Tussendoor bliezen de "Overlopers" een deuntje op hun jachthoorns

De infomarktstand.