Al enkele jaren wordt het gebruik van verbindingszones tussen verschillende leefgebieden gemonitord op het gebruik van verschillende diersoorten. Een werkgroep met leden van Vereniging het Edelhert hebben de waarnemingen uitgewerkt van negen verbindingszones in diersoort, aantallen, geslacht, leeftijd en eventueel gedrag. Vooral het gebruik door grote hoefdieren zoals het edelhert en het wild zwijn stond daarbij voorop. Er kwam echter een andere gebruiker bij: de wolf.

wolf op ecoduct kln

Na 150 jaar van afwezigheid is deze terug en heeft zich permanent gevestigd op de Veluwe. Daardoor ontstond de vraag wat de invloed van dit dier is op het gebruik van de verbindingszones door een viertal grote hoefdieren.

In het kader van haar stage bij Staatsbosbeheer heeft Germaine Bronkhorst, studente van Van hall larenstein, eind 2021 hier onderzoek naar gedaan1. Daarbij is uitgegaan van de periode juli 2020 tot en met september 2021.

Het wild zwijn is met 22.388 stuks het meest waargenomen, gevolgd door het edelhert met 15.238 stuks, het ree met 2.021 stuks en het damhert met 1.310 stuks.

De wolf is in totaal 726 keer waargenomen op de negen verbindingszones van de Veluwe in de periode van juli 2020 tot en met september 2021. In 2020 14 keer en in 2021 waren dit 712 waarnemingen2.

Op de verbindingszones zijn de meeste wolven waargenomen in juli 2021, gevolgd door juni ’21 en september ’21. De beelden laten bij enkele verbindingszones zelfs regelmatig een wolf zien met prooiresten, zijnde (delen) van biggen, kalveren tot volwassen edelhert in zijn bek.

Nagegaan is ook of een hoefdiersoort de verbindingszone binnen een kort tijdsbestek gebruikt nadat een wolf daar heeft gelopen. Van het wild zwijn gebruikt 0,22% van al het waargenomen zwartwild binnen een kwartier na een wolf de verbindingszone. Van het damhert gebruikt 0.23% de verbindingszone binnen een kwartier, van de reeën 0,15% en van de edelherten 0,06%.

Wordt gekeken naar een tijdperiode van twee uur na het passeren van de wolf dan loopt daarin het grootste deel van de damherten binnen een halfuur over de verbindingszone, met nog een piek na ca. anderhalf uur. Het wild zwijn doet dit eveneens binnen een half uur, waarna het aantal zwijnen binnen die 2 uur geleidelijk afneemt. Reeën laten een wat wisselend beeld zien, verdeeld over de twee uur, met een piek in het eerste kwartier en na ruim een uur. Het edelhert steekt vooral de eerste drie kwartier over, met daarna geleidelijk afnemende aantallen.

Om na te gaan of het gebruik door de grote hoefdieren is toegenomen of juist is afgenomen is het aantal waarnemingen in de periode 2019 -2020 vergeleken met die in de periode 2020 – 2021. Hoewel er opnames worden gemist, door uitval, diefstal of het tijdelijk ontbreken van camera´s lijkt er juist een toename te zijn van het gebruik van de verbindingszones na de komst van de wolf. Dit wordt ook bevestigd door de periode juli t/m september 2020 te vergelijken met dezelfde periode in 2021. Ook dan is er een toename te zien van het gebruik van de verbindingszones door alle vier de hoefdiersoorten.

Nader onderzoek zal nodig zijn om na te gaan of dit de invloed van de wolf is of dat er nog andere oorzaken (mede) een rol spelen.Opgesteld door Ronald Peltzer

1 Majorstage. LDM430VNST2 2021-2022

2 Een waarneming kan meerdere wolven omvatten, tot 9 stuks.