De Zwavelzwam (Laetiporus sulphureus) is een van de kleurrijkste op hout groeiende buisjeszwammen. De bovenzijde van de consoles vormende paddestoel is fraai oranjegeel, de buisjes laag aan de onderzijde zuiver zwavelgeel. Bij een dakpansgewijze groei soms op verscheidene meters hoogte op een oude eik en een totale breedte tot ca. 1 meter biedt een groep Zwavelzwammen een imposante aanblik. De meest uiteenlopende boomsoorten, zowel van bossen als van boomgaarden, worden door deze soort geparasiteerd.
Hier zien we een kleiner exemplaar, maar toch indrukwekkend met een hoogte van zo'n 60 cm aan de Koningsweg in augustus. De bloeitijd is van mei tot september.

De jonge paddestoel heeft geel, sappig vlees, dat op den duur bleek en kaasachtig droog wordt. Bewaard gebleven exemplaren van het vorige najaar zien er zo anders uit, dat men ze nauwelijks meer als Zwavelzwammen herkent. De zurige lucht van de paddestoel is niet bepaald uitnodigend. Toch zijn er veel paddestoelenkenners die vol lof zijn over als schnitzels gebraden jonge Zwavelzwammen. De paddestoelen moeten dan nog wel in hun volle groei zijn, wat te zien is aan de goudgele druppels die aan de rand en de onderkant worden afgescheiden. De vruchtlichamen zijn eenjarig, maar het mycelium groeit in de boom door. De Zwavelzwam veroorzaakt bruinrot en is dan ook een gevreesde parasiet.