Komt alleen voor bij wilde zwijnen. Geslachtsloze larven bevinden zich in de spieren en komen bij consumptie vrij in de maag van de volgende gastheer en gaan over in geslachtsrijpe trichinen. Na paring gaan de vrijgekomen microscopisch kleine larfjes door de damwand via de bloedbaan naar de spieren van het middenrif, slokdarm, kauw- en bilspieren.