Je moet er wat voor over hebben om te zorgen dat je bij het eerste licht van de dag de natuur ingaat. Mijn wekker staat deze morgen dan ook op 04:00 uur. En wanneer ik dan onderweg ben, dan voel ik mij trots dat ik toch de stap gemaakt heb om zo vroeg op pad te gaan.
Nadat ik in de verte al wat roodwild heb zien staan, kom ik al wandelend haast bovenop een hert te staan. Op slechts 30 meter afstand staat een hert te laveien alsof hij weken niet gegeten heeft. Misschien is dat wel zo, want hij is mager, heel mager. De rug is scherp en de botten steken overal uit. Ik blijf zo'n 10 minuten staan, hij merkt mij niet op, ondanks dat ik volkomen verkeerd ten opzichte van de wind sta. Eén keer kijk hij op en kijkt recht in mijn gezicht. Ik sta echter half achter een grote boom en ik sta doodstil en knipper zelfs niet. En hij gaat weer door met laveien. Gebrek aan voedsel in dit gebied is er niet. Het is zeker geen jong hert meer en ik vermoed, dat zijn kiezen flink zijn gesleten, waardoor hij niet meer goed kauwen kan. Veel eten, en slecht verteerd er weeruit. Aangezien in dit gebied niet op herten gejaagd wordt, zal het hert na een lang leven aan ouderdom doodgaan. Even later krijgt hij lucht van me en hij loopt weg.
Even verder wissel damwild vanaf de hei de dekking in. Ze merken mij op; niet zo moeilijk, want ik sta midden op het pad.
Ik ben al drie jaar hier niet meer geweest en vraag me af of de herten hier nog wisselen zoals weleer. Helaas heb ik geen een tijd om me verdekt op te stellen, want het eerste hert verschijnt al op de hei.
Ik neem snel wat foto's en loop dan de bosrond in. Uit het licht en tussen de takken sta ik beter. Het jonge hert (op de kont gekeken) wacht even en voeg in.
In kleine groepjes komen er steeds weer herten door.
Tussen al de afgeworpen herten loopt nog een niet afgewopen 8-endertje
Net voor de dekking verzamelen de herten zich.
Eén van de jongere herten is te brutaal en daagt een oude hert uit en wordt getracteerd op een fikse uithaal...
en maakt zich snel uit de voeten.
De herten hebben mij al eerder zien staan, de afstand is echter groot en omdat ik pontifikaal op het pad en dus in het zicht sta, kunnen zij mij goed in de gaten houden en vertonen geen vluchtgedrag. (Mede door de ochtend: het wild is rustiger en hier niet gejaagd wordt.)
De lange observatie wordt, zoals vaak als gesloten met de bilpartijen.
Ik zie een magere zeug (let op de grote spenen!) en blijft even wachten of de frislingen volgen.
Ja hoor, zes stuks moet ze voeden.