Zondag 24 augustus ’08.

De heren van het bos lieten zich graag zien.

Foto: Nobert Hoogewoning

Zondag morgen was ik niet de eerste in het Kroondomein. Maar ik vertrouwde  er op, dat ik naar een plek ging, waar nog geen mensen wandelden. Achteraf heb ik gezien dat de herten en wandelaars onzichtbaar voor elkaar, elkaar passeerden. Het wild voelt zich niet verstoord, maar blijven op gepaste afstand.
Ik zag een lichtbruine rug, ik zocht gelijk dekking achter een boom, en tuurde met mijn verrekijker of er meerdere herten waren. Het was een geweidrager, maar al gauw was ik het beest kwijt. Langzaam liep ik naar de plek waar het hert stond, zeker was het nog 100 meter. Steeds dichterbij om de 10 meter,  turen door de kijker of ik nog wat kon zien. Op de plek waar het hert stond was het begin van een pad. Hier ben ik gaan zitten en na 15 minuten zag ik dat er 4 geweidragers het pad over staken.

Foto: Nobert Hoogewoning

Dat was mooi,…. wel wat foto’s genomen, maar te veel bewogen. Ik ben tevreden met deze ontmoeting, een lekker kopje oploskoffie genomen en een boterham. Met het inpakken van mijn ontbijtspullen, zag ik in mijn ooghoek iets wat mogelijk een hert was. Weer achter een boom gaan staan, om met mijn kijker het bos af te zoeken. Twee  geweidragers, op weer zo’n  100 meter, een stonden mij aan te kijken , althans zo voelde dat. Ik heb een aantal foto’s genomen.
Ik was erg nieuwsgierig wat er ging gebeuren, normaal gesproken gaan zij in dekking. Met mijn kijker volgde ik hun bewegingen, maar ze bleven daar staan, ik kon niet ontdekken hoeveel het er waren.  Hebben zij mij alleen maar geroken of zien zij mij ook?

 

Foto: Nobert Hoogewoning

Na een lange tijd zag ik dat het hert de ander kant op keek, schuin naast mij.  Ik draaide mijn hoofd om, en zag zo’n 30 meter naast mij, herten het pad over steken. Eerst een kalf, daar achter een jonge geweidrager en een spitser. Zij zagen mijn rugzak of iets, maar waren niet verstoord  en gingen door met eten zoeken. Even later zag ik achter deze drie nog meer bewegingen. Een 16-ender en daar achter mogelijk een 18-ender. Deze heren liepen gestaagd door,  stopte even voor een snelle hap en ging weer verder via de dichte begroeiing uit het zicht.  Als toetje nog een jong mannetje, die had ook niet in de gaten dat ik er was,  ondanks met het geluid van mijn camera.
Nog steeds stonden de andere herten, de passerende herten gade te slaan en een van die herten keek weer naar mij. Hij ging wat bladeren uit de boom eten, draaide zich om en liep met  zijn eigen roedel de andere kant op.
Ik heb nog maar een kop koffie genomen. Dit overkomt  je niet vaak.
Norbert Hoogewoning.