Otterlo -September is al ver over de helft, elke rechtgeaarde natuurliefhebber met kennis over, weet van en  voorkeur voor grofwild is al langere tijd in de ban van een fenomeen dat de gemoederen in meerdere opzichten bezig kan houden en natuurlijk is er een onvermijdelijke noodzaak, een passie die al net zo dringend schijnt als de roerselen van instinctieve aard die de herten laat doen wat ze moeten doen.
Die passie roept de mens naar buiten, naar het revier van het edelhert: Bronsttijd!

Zaterdag de negentiende begint stralend, al in de vroege morgen verdrijft de zon de lichte mistbanken die onder een heldere sterrenhemel gevormd zijn en met recht lijkt er een, zoals de Amerikanen zeggen, ‘Indian Summer’ aan te breken welke hier te lande in wat minder romantische en dus typisch Hollands nuchtere termen als ‘Oudewijvenzomer’ door het leven gaat.
De temperatuur is er niet minder door en wanneer wij de ingang Hoenderloo passeren is die gestegen tot een goede 24 graden Celsius.  Als de herten er dan maar zin in hebben.
Niet getreurd en met goede moed naar het grote plein en op zoek naar medeleden en onze gids.
Recht tegenover  ‘De Koperen Kop’ en onder de luifel van het bezoekerscentrum treffen we de eerste bekenden en natuurlijk ook nieuwe gezichten en al snel blijkt de beoogde gids zich in Leipzig op te houden en mogen wij onder begeleiding van de onovertroffen Ab Hofman de natuur in.
Met deze en gene aan de praat, wachten tot de ploeg die een kleine twintig mensen bevatten moet compleet is, koppen tellen door de gids en mensen tellen op het plein in een verloren moment.
Want lieve mensen…..wat een mensen zijn er op de been!
Ab heet vervolgens in een wat rustiger hoekje een ieder welkom en verteld in korte schetsen wat de bedoeling is  en welk programma er gepland staat en dan zoeken we een goede witte fiets uit.
Opstappen maar en zoveel mogelijk en noodzakelijk achter elkaar rijden want ook de fietspaden zijn, zoals sneller duidelijk wordt dan ons – als stilteminnaars – lief is, erg populair en persoonlijk ontkom ik een kort moment niet aan de indruk als was de hele meute op en neer aan het pendelen naar een zonovergoten kust. Hoe ging het liedje ook alweer.
“We gaan naar Zandvoort al aan de zee, we nemen brood en koffie mee”.
In ieder geval kan er op een dag als vandaag op meerdere manieren van de natuur worden genoten.
In een onoplettend ogenblik vrees je het contact te verliezen en raak je ongemerkt verzeild tussen de ‘badgasten’.  Maar het gaat allemaal goed en als eerste stappen we af bij de ‘Schuilkelder’.
Deze observatieplek ligt op een verhoging in het terrein en biedt een prachtig uitzicht over een wildweide, door de openheid van hoger opgaand grove dennenhout en tegen mooie dekkingbosjes.
Het is nog betrekkelijk vroeg in de middag en na een stonde te hebben gewacht op het vertrek van een ander onder deskundige begeleiding staand gezelschap nemen we het smalle zandpad dat door de dennen kronkelt en genieten een moment later van het  ‘Veluws panorama’.
Zonder wild, dat wel. Maar dat had niemand ook echt verwacht.
Een uitstekende gelegenheid om weer een stukje kennisoverdracht te doen en zodoende verteld onze gids over gedragseigen details van edelherten tijdens de bronst en betrekt als vanouds deze en gene bij zijn verhaal of weet de ware deskundige een nuttige bijdrage te ontfutselen.
Het komt te gaan over van alles en nog wat en ook in deze observatiehut bevindt zich een grote houten kist waar een mooie hoorn van een moeflon uit te voorschijn komt en vanzelfsprekend ook een afwerpstang van een edelhert waarbij wederom een uitspraak kan worden gedaan over leeftijd en conditie. Voor wie het aandurft en zich deskundig genoeg denkt te weten. Moeilijk hoor.
Tijdens deze uitwisseling van wetenswaardigheden, kennis nemen van kennis en het meedelen van ervaringen zijn de wildweide en de omliggende bossen volkomen zonder wild gebleven.
Op de fiets maar weer en later door het Otterlose zand, vertelling over een stukje ontstaansgeschiedenis dat terug gaat tot de laatste echte ijstijd en over beheer in onze tijd en dan op de pedalen om een gebeuren te aanschouwen dat zijn weerga niet kent. Wildbaanweg.
Je moet het gezien hebben. De opstelling van een vrijwel onafzienbare rij automobielen in een min of meer ordelijk gelid, de machtige statieven met zware camera ’s en megalenzen.
Welk een mengeling van gevoelens overkomt je hier!
Amerikaanse toestanden op Nederlandse schaal, Tour de France voor natuurhistorische liefhebbers.
Of moet hier op een onverwacht en verrassend moment de Verschrikkelijke Sneeuwman verschijnen,
de Yeti zoals hij in Tibet bekend staat en waar voor zover wij weten als enige westerling Kuifje mee in contact is geweest?  Een ieder denkt er het zijne van en we laten een ieder in zijn of haar waarde.
Uiteraard is dit de enige en juiste locatie om redelijk comfortabel foto ’s te maken van. Van edelherten wel te verstaan. Inmiddels zijn de uren weer zeer aangenaam en dus al te snel verstreken en is het tijd voor een pauze, tijd om even te rusten en de inwendige mens te versterken.
Wanneer tenslotte een ieder uitkijkt en hoopt op het hoogtepunt van de dag: naar de observatiehut en het mogelijk aanspreken van een roedel kaalwild met een plaatshert. Of meer!
Tijdens de wandeling sturen we voor de verandering eens geen wild weg, maar stuurt het wild ons weg: een mooie reebok zit min of meer klem in een afgerasterde hoek en weet zich geen raad.
Ophoepelen mensen, we willen het dier niet onnodig in de stress laten schieten.
Dan manen tot stilte, we naderen de HUT, zachtjes wordt het toegangshek geopend en wanneer daadwerkelijk toe aan betreden wordt er gerept over het juist weglopen van een roedel. Pech.
Maar ook pech is betrekkelijk: het roedel, met plaatshert, is nog ter plaatse.
Ieder zoekt een plekje en dan begint het in gepaste stilte genieten.
Jammer, ze zijn toch wel een beetje erg ver weg, het plaatshert burlt met zekere regelmaat.
De hinden lijken nogal onrustig en bewegen van hot naar her, kalfjes rennen en springen.
En dat hert maar volgen en proberen de boel zo goed en zo kwaad als het gaat bij elkaar te houden.
En wie schetst onze verbazing wanneer er een groene jeep ten tonele verschijnt, de hinden met hun hert op veilige afstand de boel in de gaten blijven houden, er een duo groenjassen uitstapt en de belangstellende kijker ter wille zijnde lustig enige rijk gevulde emmers met geprakte appels beginnen uit te strooien. Wanneer dit werkje geklaard is en de wagen amper uit beeld komen de dieren verbazingwekkend snel terug en nu op een kleinere afstand tot de observatiehut zodat er geprobeerd kan worden enkele redelijke foto ’s te maken. Klikklikklik…..zo gaat het.

En zo wordt de dag op voor een ieder passende en volledig voldoening schenkende manier afgesloten en wanneer we op het plein terug zijn en ons verbazen zowel als verheugen over de werkelijk zomerse condities in deze septembermaand genieten we al stilletjes na en weten dat de dag welbesteed is geweest. Door het waarnemen en beleven in eerste instantie maar beslist en niet in de laatste plaats door het samen beleven. We kijken al weer uit naar de volgende excursie!