Van verschillende kanten bereikte mij foto’s van ‘driestangen-herten’. Het betrof allen geen echte meerstangigheid, maar in alle gevallen ging het om een al dicht bij de rozenstok vertakkende geweistang die dan de indruk geeft van 2 separate stangen. Zelf kon ik in 2009 zo’n hert fotograferen, maar ook Rob Boks en Henri van Vliet hebben vergelijkbare herten gezien en gefotografeerd.

Bijzonder genoeg om ze hier even de revue te laten passeren.

Midden Veluwe
Henri van Vliet fotografeerde ergens nabij Hoenderloo op de Midden-Veluwe vanuit de dekking van wat bomen uitkijkend op een wildweitje. Het betreffende hert liep daar in de middag al op 24 juni j.l. samen met enkele geweidragers rustig te grazen. Het viel direct op door zijn afwijkende gewei: in zijn rechterstang groeit een lang binneneind dat ongeveer vanaf ijstakhoogte mee begint te groeien.

Een hert met een vergelijkbare geweigroei kon ik in 2009 tijdens de bronst fotograferen, ook op de Midden-Veluwe. Je zou misschien op het eerste gezicht denken: ‘hetzelfde hert’, maar het hert uit 2009 had een veel zwaarder, kapitaler gewei; overigens met grote verschillen tussen diens rechterstang (met het lange binneneind) dat veel zwaarder en veelendiger was dan diens linkerstang. Al met al een ongelijke 22-ender. Dat het niet hetzelfde hert is, blijkt uit bijgaande foto’s:







Zuidoost-Veluwe
Rob Boks fotografeerde in 2009 een ‘drie-stangenhert’ dat verbleef op de Dierense Hoogte vanaf de gewei-opbouw tot en met begin van de bronstperiode. Hij heeft het hert na de bronst (2009) ook niet weer gezien, en ook heeft hij niet vernomen of ergens afworpstangen van dit hert gevonden zijn.

Drie foto’s van dit hert op verschillende momenten:

27 mei 2009:


28 juli 2009: nog in de bast


8 september 2009: vlak voor de bronst


Zuidwest-Veluwe
Vervolgens nog foto’s, ook van Rob, van een edelhert op de Noord-Ginkel bij Ede. Dit hert was in eerdere bronstperiode door gevecht al blind geraakt aan zijn rechteroog. Het dier heeft ook een begin van zo’n binneneind aan zijn rechterstang.



Dit binneneind was volgens faunabeheerder Han ten Seldam (Vereniging Natuurmonumenten) voor die tijd nog eens zo lang maar is in de loop der tijd al een keer afgebroken. Dit hert heeft Rob uiteindelijk vorig jaar september dood gevonden. Het dier bleek gestorven ten gevolge van verwondingen opgedaan tijdens de bronst in 2010.


Tot slot
In ‘Het Edelhert’ van 1992 is een artikel over dit verschijnsel verschenen, met daarin foto’s van een hert uit het Deelerwoud (te vinden in de digitale versies van het tijdschrift elders op deze website). In dat artikel wordt ook aangegeven dat er sprake is van ‘echte’ meerstangigheid en ‘pseudo-meerstangigheid’. In het eerste geval is – meestal als gevolg van een rozenstokbreuk – sprake van 3 rozenstokken en daarmee van 3 ‘echte’ stangen. In het 2e geval, de ‘pseudo-meerstangigheid’, is sprake van een bijzondere stangontwikkeling:  een 2e stang ontspringt als het ware uit de hoofdstang. Die pseudo-vorm is ook de meest voorkomende vorm. Echte meerstangigheid is een zeldzaamheid.

Wie meer wil lezen, in ‘Das Geweih’ (Bubenik, 1966) staat het een en ander op de pagina’s 116 en 173. Ook in ‘Rotwild’ (Wagenknecht , 1985) wordt op de pagina’s 152/153 dit fenomeen aan de orde gesteld. En voor wie dan nog niet genoeg gehad heeft, ook Raesfeld schrijft er in ‘Das Rotwild’ (1978) op pagina 96/98 over. In de genoemde publicaties staan ook verschillende foto’s en tekeningen van echte en pseudo-meerstangigheid (maar vooral dus die laatste).

_____________

aanvulling door Herman Meijboom

Het Hert dat Rob Boks fotografeerde nabij de Dierense hoogte in 2009 heb ik dat jaar ook gevolgd en op de foto gezet. Ik las dat hij dit hert hierna niet meer had aangetroffen. Ik kan je verzekeren dat het benoemde Hert nog steeds nabij de Dierense hoogte verblijft en ik heb hem hier dit jaar weer op de foto kunnen zetten met een oog aandoening.