Aan de overkant van het kanaal zie ik een oud hert zitten. Een stukje verder kan ik het kanaal oversteken en loop terug. Als ik bij hem kom staat hij op, hij heeft een teruggezet gewei en is mank aan zijn linker voorpoot.

 

 

Het is 20 oktober. Op de parkeerplaats Pannenland is het om een uur of acht al behoorlijk druk. Veel mensen, gewapend met fotoapparatuur en statieven, gaan de duinen in. Ik ga linksaf, richting de Zilk.

Al snel hoor ik uit verschillende richtingen burlen, ik loop door in de richting van de Zilk. Aan de overkant van het kanaal zie ik een oud hert zitten. Een stukje verder kan ik het kanaal oversteken en loop terug. Als ik bij hem kom staat hij op, hij heeft een teruggezet gewei en is mank aan zijn linker voorpoot. Thuis zie ik dat hij waarschijnlijk ook blind is aan zijn linkeroog. Een klein stukje verder hoor ik luid burlen naast me en zie ik een hert in de kracht van zijn leven op een duintop, de dames lopen een stukje verderop.

In het begraasde deel kom ik een zeer donker hert tegen dat zijn geur aan het uitzetten is aan een boom, die blijkbaar al door meer heren is gebruikt. Er is geen schors meer te bekennen

.
Op de terugweg komen er twee tweedekopsherten uit het bos. De ene is wat schuwer, de andere niet, die loopt al etend mijn richting uit. Hij mist een deel van zijn rechtergeweistang. Zo jong en dan al zo actief, dat belooft wat voor later. Of is er een andere oorzaak voor het afbreken van die stang? Tevreden keer ik huiswaarts.