Om half zeven zitten we op een observatiehoogzit met een vrij blikveld op een voormalige wildgraasweide. De weide wordt reeds een paar jaar niet meer onderhouden en dat is zien. Het gras is kort door ontbreken van meststoffen en de zwijnen hebben de grasmat reeds flink gekeerd. Toch heeft de weide nog wel wat te bieden voor het wild.

De eerste avond zien we al snel een reebok ten tonele verschijnen. Een uurtje later komen drie overlopers erbij, twee vrouwelijk en een mannelijk. Aan het ree was hun aankomst reeds af te lezen. De avond was al ver gevorderd op het moment twee herten verschenen, helaas te donker om te fotograferen. Het gekke is dat ondanks dat je de omgeving steeds afspeurt, het lijkt dat herten uit het niets lijken te verschijnen en je ze niet ziet uittreden. Dus plotseling zien we de herten staan. In de omgeving horen we een ree schelden. De herten kijken nog wat onrustig en dralen nog wat. Reeds na 10 minuten houden ze het voor gezien en we zien ze vertrekken.

De tweede avond zien we aanmerkelijk meer reewild en geen zwijnen of herten. Zoals een week eerder elder ook gebeurde zien we aan de rand van het geiden twee mensen langkomen. Eerst stilletjes en vervolgens luid pratend horen we ze verdwijnen. De kans om nog herten te zien is daarmee flink gezakt.

De rest van de avond moeten we genoegen nemen met het reewild. Eeen reebokje staat in de verste hoek. Een reegeit met kalf loopt uit een andere hoek de wei op. Enige tijd laten komt een zesender reebok luid schelden aan gerend. Het reebokje weet niet hoe snel die moet vertrekken en wordt tot in het bos achtervolgd. Teruggekomen besnuffelen de zesender en het kalf elkaar en rent de bok eerst achter de geit en later weer eens achter het kalf aan.


Reegeit met kalf


Een nog niet geveegde vier-ender reebok
zien we de volgende avond weer, maar dan
met één geveegde stang.


Drie overlopers en een ree.


Luid scheldend komt een zesender
bok de andere bok wegjagen.


Nadat de dominante bok een andere bok heeft
weggejaagd begroet hij de reegeit met kalf.


Een bonte specht op een dode boom