Af en toe valt een beetje motregen uit de grauwe lucht. De nacht wil nog niet echt verdwijnen. Waar de zon opkomt zou de lucht lichter moeten zijn, echter deze ochtend niet en laat het licht het afweten.

Op de open vlaktes staan de edelherten in roedels van tien tot twintig hindes, soms is het aantal wat minder. Staan de mannelijke herten en hindes de rest van het jaar in grote groepen van elkaar gescheiden in grote roedels bij elkaar, nu is er een geheel andere verdeling. De mannelijke herten hebben een eigen territorium ingenomen, voornamelijk op de grote open vlaktes en blijven daar ook. Van belang is dat elk van deze herten een roedel hindes in zijn gebied weet vast te houden. kan het hert niet voorkomen dat het vrouwelijk roedel wegtrekt, dan is het jammer, het hert blijft alleen achter. Dat gaat op de Veluwe soms ook anders, daar loopt hert hert letterlijk achter de hindes aan en probeert steeds de in de buurtkomende rivalen, de bijherten, op een afstand te houden.

Het wijdse zicht geeft een apart beeld. Op de voorgrond zijn watervogels, zoals grauwe ganzen of zwanen te zien, daarachter staan de herten verdeeld in de verte staat een kudde paarden en met hier en daar een enkele Heckrund-stier.

In het gebied met begroeing zijn in het riet of tussen de vlier vele solitair staande herten te zien, die nog even afwachten of weer wat op krachten proberen te komen. Hier en daar soms een enkele en af en toe een paar stuks vrijlopend kaalwild, afgescheiden van een roedel en zonder hert. Dat is echter een uitzondering, verre de meeste zijn opgenomen in een van de harems op de grote vlakte.

Echt wild gaat het er niet aan toe. Door de overzichtelijke situatie en doordat het kaalwild zich slechts over een korte afstand verplaatst, komt het niet tot conflictsituatie met de aangrenzende territoria. Een enkele keer worden toch twee herten met de kop naar beneden en de geweien naar elkaar toe waargenomen. Vaak zijn het echter nog jonge herten zonder roedel. Het is meer een beetje ravotten met elkaar, dan een meting van kracht. Bij twee op korte afstand van elkaar passeren kapitale herten van een jaar of acht, houden beide elkaar nauwlettend in de gaten. Nu waarschijnlijk geen echte bedreiging en wordt de energie gespaard, de bronst duurt nog lang. In de OVP globaal lopend van half september tot in de derde week van oktober. Door de grote roedels is de variatie in ontvankelijkheid van de eicel om bevrucht te worden groot en daardoor de bronstperiode lang. In het veld is het geburl goed hoorbaar, door de open vlakte wordt het geluid echter snel verstompt. Op afstand op een verhoging in het terrein staande is het geburl uit de verte echter aan een stuk te horen.

In de roedels heerst orde en rust. Het plaatshert, veelal een jaar of zeven, acht heeft de boel onder controle en kijkt om zich heen, soms in onze richting, deels uit waakzaamheid, deels uit nieuwsgierigheid. De jongere herten kunnen de spanning van de langkomende auto niet aan en trekken weg. De wat oudere herten blijven staan, het is hun gebied en laten zich niet zo snel verdrijven. Zij kennen de klappen van de zweep en verspillen geen energie, indien er geen echte noodzaak is. Hier en daar drijft het hert achter een van de hindes aan om te ontdekken of de hinde al bronstig is en bereid is om beslagen te worden. Het roedel deint uiteen, wanneer zij er dwars doorheen trekken. Enkele tientallen meter komen zij weer tot rust en de hinde stapt terug richting roedel, het hert tuurt een moment naar zijn buurman, die "plotseling" iets dichterbij gekomen lijkt te zijn. Teruglopend naar zijn roedel lost het probleem zichzelf op. Bij andere roedels staan er zonder probleem twee of drie herten tussen, vaak is de onderlinge afstand wat groter. Indien de herten wat jonger zijn staan ze in het roedel en stoeien wat met elkaar. Ze laten zelfs de geweien tegen elkaar kletteren. Het is oefenen voor later, wanneer het er wel op aankomt er de heerschappij over het roedel aan de orde komt.

Aan de rand van het gebied staat een ouder hert. Onder de kroon heeft het hert een flinke naar achter gerichte stang. Door de ongewone geweiopbouw is het hert te herkennen als een van de uitgezette herten in 1992. Zijn leeftijd zal dus zo'n 14-15 jaar kunnen zijn en verkeerde in een goede conditie wat weerspiegeld wordt in het mooie gewei. Vlak bij dit hert staat een hinde met kalf. Het kalf heeft nog stippen en is dus vrij laat gezet. Dit heeft als nadeel dat het kalf minder tijd heeft om een goede conditie op te bouwen om de winter door te komen. Bij grote aantallen is een enkel kalf zoals deze geen verrassing en kan niet als echt afwijkend gezien worden. In dezelfde catagorie kan de spitser gerangschikt worden, die net begonnen was met vegen. In andere terreinen, zoals het Kroondomein lopen zelfs in de bronsttijd ook vaak nog spitsers met een basthuid rond. De conditie van de herten, voorzover ik dat kan bepalen is uitstekend. Ze zien er vet uit en maken een goede indruk en reageren alert op hun omgeving. Zwakke exemplaren heb ik niet kunnen ontdekken. Niet onlogisch in deze tijd van jaar, waar de herten op hun allerbest zijn.

Image
Op de grote vlakte liggen de herten rustig wat te herkauwen.

Image
De vele herten staan verdeeld over de vlakte en laten ruimte voor elkaar.

Image
Tijdens het voorbijlopen kijken de rivalen elkaar  recht in de ogen en draaien van elkaar weg.

Image
Enkele jonge herten lopen wat te sparren. Tot echte gevechten komt het niet.

Image
Het hert  jaagt een jonger hert (buiten beeld) weg. Op de achtergrond een grote  kudde Konikpaarden

Image
Tussen de distels staat dit hert wat verlaten te burlen.

Image
Zoals we de OVP voorstellen: met in het drassige gebied hoog riet.

Image
De herten staan er graag in en eten ervan.

Image

Image
Dit hert is herkenbaar als een afstammeling van de oorspronkelijk  uitgezette herten, de kroon wijst recht naar achteren.