Dindagavond 26 mei wordt er voor de tweede keer dit jaar zwijnen geteld. Verzamelen om 18.00 bij de lokale uitspanning. Ervaren tellers worden samen met beginnende tellers ingedeeld op een van de 35 telplaatsen. Het is niet alleen zaak te kunnen tellen, waar het om gaat is weten wat je telt. Er dient onderscheid gemaakt te worden tussen keilers, zeugen, mannelijke en vrouwelijke overlopers, biggen tot 3-4 maanden en echt jonge biggen. De aantallen met aankomst- en vertrektijd, alsmede de richting dient vermeld te worden.

Als je geluk hebt is het nog goed licht. Als je pech hebt komen ze pas in de schemer. We zijn ingedeeld op een voerplek met wildkansel. Valk op de voerplek kijkt de kansel van 4 meter hoogte uit op de kale plek in het bos op slechts 5-8 afstand.

Om de zwijnen op de gewenste plaatsen te krijgen wordt er 2 weken lang elke avond een paar handjes mais gestrooid. Om de zwijnen vanavond wat langer op de de voerplaatsen te houden strooien wij ook wat mais. Zodoende kan voorkomen worden, dat de zwijnen te snel naar de volgende voerplaats rennen en daar dubbel geteld worden.

Na een uurtje zien we in de dekking beweging. schuchter komt een zwijn tevoorschijn en verdwijnt weer even snel. Dan komt hij weer terug met in zijn kielzog nog een paar zwijnen. Ondanks de geringe afstand toch even de kijker erbij. Door het heldere beeld met behulp van de kijker kunnen de details beter waargenomen worden. Drie mannelijke overlopers en een mannelijke big van 3-4 maanden.  Ze blijven een drie kwartier bezig om het mais op te ruimen en vertrekken dan. Wij weten genoeg. We wachten stil af. Misschien komt er nog een groepje. Enkele zeugen met kleine biggen zou leuk zijn. Helaas dat gebeurt niet.  Wel komt er nog een jaarling reebok.  Hebben we toch nog wat te zien. Ondertussen zitten drie uur op een plank zonder rugleuning met een stukje schuimrubber en we zouden de benen we even willen strekken.
Om half 11 vertrekken we en leveren de tellijst in. De totalen van de avond worden bepaald:
24 Keilers, 46 zeugen, 141 Overlopers, mannelijk en vrouwelijk, 119 biggen maakt een totaal van 330 stuks .

De 3e telling gaf de volgende aantallen:
41 Keilers, 56 zeugen, 226 Overlopers, mannelijk en vrouwelijk, 247 biggen maakt een totaal van 570 stuks .

De dubbele tellingen moeten er er nog uit worden gehaald, waardoor het aantal nog sterk kan zakken.

Image
Allereerst wordt er wat mais door het zand gestrooid. Hierdoor blijven de zwijnen wat langer op deze lokplaats en kan dubbeltelling voorkomen worden.

Image
De duiven en vlaamse gaaien zijn er als eerste bij en doen zich tegoed aan het mais

Image
In een mum van tijd hebben de zwijnen de maiskorreltjes opgegeten.
Image


Image

Image
Een jaarling komt als toegift ook even langs.

Image