Winterweer. Kou en sneeuw blijven uitzondering in Nederland. Hele winters kunnen voorbij gaan zonder
ijs op de sloten of een wit dek over het land. In ieder geval blijft het een biezonderheid als "de sneeuw blijft liggen".
Afgelopen dagen bleef het kwik op meerdere graden onder nul steken en 's nachts was strenge vorst (kouder dan -10°C). Om het
beeld kompleet te maken viel er afgelopen zondag 1 cm en dinsdagnacht nog eens 2-3 cm sneeuw en vormde zo een mooi decor
voor een wandeling. Bij -6°C woensdagmiddag de Houtvesterij het Loo in.
Het landschap hiernaast is zo mooi,
dat het bijna niet natuurlijk meer lijkt. Alsof het geschilderd is door een van de 17e eeuwse hollandse meesters..
De compositie van de foto is een schakeringen van bruin, beige en oker.
De foto is opgebouwd volgens een veelgebruikt compositieschema: een
donkere voorgrond, een helder verlicht middenplan - hier het geplagde
heideveld in de avondzon - en weer een iets donkerder achtergrond. De
kleurstelling en het licht doen bijna denken aan het werk van Rembrandt
of Adriaen van Ostade.
Het leuke van een vers pak sneeuw is dat de prenten
zo duidelijk zijn. De hoeveelheid prenten valt tegen. In deze winterkou
blijken de dieren in het bos een stuk minder bewegelijk.
Wat als eerste opvalt aan sporen zijn vele de bandensporen van de
jachtopzichters van het Loo. Ik kom er twee in hun terreinauto's
meerdere keren tegen.
Ook de mountainbikesporen ontbreken niet. Sinds de
sneeuwval tel ik 5 (verschillende) sporen. Maar interessanter
zijn de dierensporen. Ongeveer zes prenten van herten, zestien reeën,
weinig zwijnen en vooral in verhouding veel (acht) vossensporen. En
nee, het zijn geen hondensporen. Ook bosmuizen zijn van de partij. Een
onderbroken sleepspoor is daarbij te zien van de lange staart.
Verderop wat kleine veertjes van wat eens een merel was
met de poot- en veerafdrukken van de roofvogel eromheen. Op de heen weg
was dit er nog niet.Wat vers bloed in de sneeuw. Waarschijnlijk is de
roofvogel, voordat hij aan het maal begonnen is, door mijn komst
verstoort en is met de prooi in zijn klauwen en vandoor gegaan.
Of het komt dat ik naar steeds naar de prenten op zoek ben weet ik niet,
maar ik heb nog steeds geen wild gezien. Een feit is, dat deze tijd van het jaar het
wild zich niet zo makkelijk laat zien. Er is weinig te eten en ze blijven in de dekking.
De aanwezigheid van zwijnen is altijd goed zichtbaar. Nu
helemaal. Het woelspoor is goed te volgen en is tot ver het bos in
zichtbaar.
Bijna ben ik het het bos uit. Afwisselend kijk ik naar
de grond en om mij heen. Naar links, naar rechts, ver het bos in
turend. Dan opeens zie ik wat bij het pad bewegen. Een hinde begint
snuffelend over de grond over te steken. Ik kan me wel voor mijn kop
slaan. Waarom zag ik dat niet? En het wordt steeds erger. Twee, drie
stuks staan er ondertussen op het pad. Misschien maar 30 meter van mij
af. Zij hebben nog geen onraad geroken. Langzaam zak ik door mijn
knieën. En als mijn hond oplet, gaat hij naast mij liggen. Maar nu dus
even niet!
Ik heb zelfs tijd een een foto te maken. (Helaas bleek het al te
donker. De omgeving stond er mooi op, maar de herten waren op zijn
zachts gezegd bewogen. Slechts schimmen waren op de foto zichtbaar).
Het roedel zet zich in beweging en het zijn er geen drie, maar vijf.
Door hun donkere kleur zijn ze tegen de heide slecht te onderscheiden.
De dag is gered.