Noord- en Zuid-Holland hebben op 1 februari 2011 het faunabeheerplan damherten van de Faunabeheereenheden van Noord- en Zuid- Holland goedgekeurd.

Het plan heeft betrekking op het beheer van damherten in het leefgebied van IJmuiden tot Den Haag. Doelstelling van het plan is het waarborgen van de verkeersveiligheid en het voorkomen van schade aan de bollenvelden. Met het bereiken van deze doelstelling zal ook de overlast in de stedelijke bebouwing worden teruggedrongen.

Proces
Een groot deel van het leefgebied van de damherten heeft betrekking op de Amsterdamse Waterleidingduinen. De gemeente Amsterdam is eigenaar van dit gebied. In februari zal de gemeente naar verwachting een besluit nemen over het al dan niet meewerken aan de uitvoering van het beheer. Indien hier duidelijkheid over is, zullen de provincies in overleg met de Faunabeheereenheden bepalen of een ontheffing of een aanwijzing wordt afgeven op grond waarvan het beheer kan worden uitgevoerd. Het plan zal gedurende een periode van 6 weken op het provinciehuis ter inzage worden gelegd en is ook in te zien op de website van Noord-Holland en www.zuid-holland.nl Tegen de goedkeuringsbesluiten kan geen bezwaar worden gemaakt.

Beheerplan
In het faunabeheerplan zijn alle genomen en nog te nemen maatregelen beschreven. Het gaat hier bijvoorbeeld om het plaatsen van hekwerken, wildroosters, wildspiegels en wildreflectoren, het verlagen van de snelheid op wegen en uitbreiding bebording en de nog aan te leggen natuurbrug Zandpoort. Ondanks alle getroffen maatregelen en nog te nemen maatregelen blijft de schade toenemen. Daarnaast zijn ook alternatieve vormen van beheer onderzocht, zoals het toedienen van anticonceptie, het uitzetten van natuurlijke vijanden (wolven) of het verplaatsen van dieren. Conclusie in het plan is dat deze alternatieven niet praktisch en/of haalbaar zijn en dat naast alle getroffen maatregelen afschot van de damherten nodig is om verdere schade te voorkomen. Het in het plan geformuleerde beheer heeft als uitgangspunt dat schade wordt beperkt door te verhinderen dat damherten zich buiten het leefgebied begeven. Met dit beheer worden de jonge mannelijke dieren gedood, die uit het gebied dreigen te treden. Daarnaast wordt de groei van de populatie beïnvloed door afschot van hindes.

Om de effecten van deze aanpak te kunnen meten, wordt in het plan voorgesteld dit beheer intensief te monitoren en te evalueren gedurende een periode van twee jaar en zo nodig bij te stellen. Hierbij zal ook rekening worden gehouden met de effecten van de maatregelen die de komende jaren nog genomen zullen worden.