Eind vorig jaar verscheen het eerste Nederlandse boek over wilde zwijnen: 'Wilde zwijnen'. De schrijvers van het boek, de biologen Geert Groot Bruinderink en Jasja Dekker, zorgden hiermee voor een primeur. Ondanks alle aandacht voor deze spraakmakende zoogdieren door de eeuwen heen, is er in Nederland namelijk nog niet eerder een boek over wilde zwijnen geschreven. Een mooie aanleiding voor een goed gesprek.

Beide auteurs praten met grote passie over wilde zwijnen. Ze beschrijven de dieren als ‘guitig’, ‘slim’ en ‘spannend’. Dekker: “Als je op de Veluwe bent en je hoort een zwijn ritselen in de verder stille nacht, dan maakt dat echt wel indruk. Ze kunnen net zoveel wegen als een volwassen mens en hebben indrukwekkende hoektanden.” Groot Bruinderink weet daar alles van. Hij heeft zelfs de nodige ervaring met het vangen en oormerken van wilde zwijnen voor onderzoeksdoeleinden. En hij kent de anekdotes van jagers uit de tijden van de drijfjachten. Ga nooit tussen een zeug en haar jongen staan en tijdens de jacht mijd je de wissels. Daar rennen ze over als ze worden opgejaagd en dan kun je beter niet in de weg staan. Groot Bruinderink: “Ik heb wel drijvers gezien die met hele japen in het ziekenhuis belandden. Geen fraai gezicht.” lees verder op natuurbericht.nl

Bron: natuurbericht