Aan Provincie Gelderland
Reactie op ontwerpplan ‘Recreatiezonering op de Veluwe’
21 maart 2022
Geachte dames, mijne heren,
Allereerst dank voor de gelegenheid tot inspraak op dit zoneringsplan. Uiteraard juichen wij als belangenvereniging van de inheemse wilde hoefdieren, in het bijzonder de edelherten en damherten, het toe dat bij zonering van recreatiedruk ook de belangen van de natuur meegewogen worden.
Wij hebben het plan en de bijbehorende kaart goed bestudeerd en willen graag een aantal opmerkingen/vragen plaatsen:
1. T.a.v. de zonering(skaart):
a. zones D/D*: volgens het ontwerpplan is in de zones D* geen recreatief gebruik mogelijk. Het grootste deel van deze gebieden is van oudsher niet opengesteld: defensieterreinen, wildrustgebieden en particuliere eigendommen. Wij constateren dat deze gebieden onjuist of in ieder geval incompleet op de kaart zijn weergegeven.
Toelichting: Zo staat bijvoorbeeld het grote rustgebied van de Planken Wambuis (Zuidwest-Veluwe) wel als D* op de kaart, maar geen enkel rustgebied van Natuurmonumenten op Deelerwoud of Nationaal Park Veluwezoom. Het rustgebied van De Nieuwe Aanleg (niet toegankelijk) staat als zone C*, het rustgebied van de Beerenberg (RIN-akker) als zone C, de Zandverstuiving ook als C en de rustgebieden op Deelerwoud Natuurmonumenten tegen vliegveld Terlet aan zijn ook niet als D* aangemerkt. Meest opvallend is wel dat een jaarrond voor publiek afgesloten, zeer omvangrijk en belangrijk rustgebied als de Rhederheide, minstens als D*-zone op e kaart had moeten staan, vergelijkbaar met b.v. het rustgebied op Planken Wambuis (wel als D* zone op de kaart). Zeker omdat in paragraaf 8.6 (p.40) over Veluwezoom/Posbank staat dat: ‘...weerspiegelt de zoneringskaart grotendeels de bestaande indeling van het gebied’. Volgens ons weerspiegelt de zoneringskaart dit nu juist NIET1. Voorgaande roept de vraag op of de beschrijving van de D* en andere zones leidinggevend geweest is in de zonering of de interpretatie van de verschillende beheerders/grondeigenaren van deelgebieden? Ook het ontbreken van de rustgebieden op de Hoge Veluwe (park) als D*-zone is direct opvallend.
b. zones A en B: deze zones ondersteunen de belangrijke ecologische rol van de Ecologische Poorten van de Veluwe nu niet.
Toelichting: op p.14 van het ontwerpplan wordt gesteld dat de poorten van de Veluwe vallen in de zone voor intensief recreatief gebruik, zone A. Wie op de kaart kijkt, ziet overigens al gauw dat de poortgebieden overwegend zone A en zone B toegekend gekregen hebben. Enerzijds is de redenering in het ontwerpplan logisch dat hier veel recreatiedruk is en de behoefte aan recreatiemogelijkheden daar ook groot is, maar de poorten van de Veluwe hebben ook een hele duidelijke ECOLOGISCHE rol. Sterker: het ‘onthekken’ van de Veluwe en het vergroten van het Centraal Veluws Natuurgebied (CVN) heeft met name in die poortgebieden plaatsgevonden. Die poortgebieden hebben een duidelijke ecologische functie doordat ze de natuurlijke gradiënt van hoog en droog naar laag en nat versterken voor de natuur en in een aantal poortgebieden is ook de mogelijkheid geschapen voor de edel- en damherten om het betreffende poortgebied te gaan gebruiken als voedsel- , leef- en/of doortrekgebied (verbindende functie). Dat betekent dat poortgebieden ook een duidelijke ecologische functie hebben en dat zou – wellicht niet direct in de zoneringsduiding – maar wel in de maatregelen tot uitdrukking moeten komen (b.v. rustige stukken in de poortgebieden, opheffen verkeersknelpunten).
c. de zone D met tijdelijke afsluiting: deze zone is alleen kansrijk als de handhavingsintensiteit daarop passend gemaakt kan worden; anders is het op papier een (tijdelijk) rustgebied, maar in de praktijk zal het niet als zodanig werken (en daarmee is het mogelijk ook in strijd met de N2000- doelen).
Toelichting: de gedachte achter tijdelijke afsluiting is prima, maar mensen (recreanten) zijn gewoontedieren: als ze eenmaal gewend zijn dat een pad/gebied opengesteld is, dan vinden ze dat dat ook altijd zo moet zijn. Een tijdelijke afsluiting leidt altijd tot een percentage mensen dat het daar ‘niet mee eens is’ en het gebied toch betreedt, willens enwetens. Dus toch verstoring. Een tijdelijk bordje dat op de afsluiting wijst, helpt dan echt niet. Dit vraagt daarom ook veel van – het toch al onder druk staande capaciteit aan – handhaving en toezicht.
1 Bovendien is de gebruikte foto onderaan pagina 40 niet correct (is zeker geen foto nabij de Posbank, maar is een opname aan de rand van de Veluwe bij Twickel of Hof te Dieren), maar dat terzijde.
-
T.a.v. de ecologische onderbouwing: die is nu sterk op vogelsoorten gericht. Op zich prima, en logisch vanuit de Vogelrichtlijnsoorten die het betreft, maar ze vormen ‘slechts’ een deel van de Veluwe-fauna.
Toelichting: Ook marterachtigen en de wilde hoefdieren zijn belangrijke componenten van Veluwe, en voor veel recreanten ook DE reden om naar de Veluwe te komen. Is nu voldoende rekening met deze zoogdieren en hun wensen/eisen gehouden? De opmerkingen die o.a. bij punt 1a t.a.v. de zones D/D* gemaakt zijn, geven de indruk dat dat niet het geval is. Bovendien zien we bij zowel de vogels als de zoogdieren dat er steeds meer mineralenproblemen op de Veluwe optreden, zeker in het centrale deel. Dat uit zich o.a. in een verplaatsing van deze dieren (aantallen, territoria) naar de randen, dus naar wat nu de zones A en B vaak zijn op de kaart. Het zou goed zijn om met dit natuurlijke, maar door mensengedrag (stikstofbelasting) veroorzaakte, proces rekening te houden in de zonering danwel de maatregelen (zie ook de opmerking bij 1b).
-
T.a.v. het edel- en damhert specifiek:
-
in bijlage 2 zien we het edelhert alleen terug als een specifiek aan zone D*- gekoppelde soort, terwijl het edelhert gebruik maakt van de gehele Veluwe. Het damhert wordt in zijn geheel niet genoemd.
Toelichting: het edelhert komt momenteel in alle zones voor (zie ook de opmerkingen onder 1b), mits ter plaatse aan een aantal voorwaarden voldaan kan worden. De soort damhert wordt in het gehele ontwerpplan niet genoemd, terwijl dit ook een belangrijke inheemse beschermde diersoort is die in wisselende dichtheden op de Veluwe voorkomt.
-
Ook willen we wijzen op juist het recreatieve belang van de wilde hoefdieren, w.o. het edel- en damhert, op de Veluwe. Deze soorten vormen een belangrijk deel van de ‘recreatieve kwaliteit’ van de Veluwe. Jammer en ook een gemis dat dit niet in dit plan onderkend en uitgedragen wordt.
Toelichting: onze atlas van wildobservatieplaatsen (WOP’s) vindt al jaren gretig aftrek bij de recreanten. Het zou mooi zijn als via de maatregelen die gekoppeld zijn aan de recreatiezonering ook de kansrijke plekken voor wildobservatie gestimuleerd kunnen worden, b.v. door het revitaliseren van de ‘oude’ (vaak verwaarloosde) wildakkers- en wildweiden (daar profiteren meteen een groot aantal andere diersoorten van) en/of de nieuwplaatsing van dergelijke voorzieningen (0,25 tot 0,5 ha is vaak al voldoende per locatie). Hierdoor kan een geweldige impuls aan de recreatieve beleving, recreatieve sturing en de biodiversiteit (aangehaalde mineralenproblematiek) geleverd worden. Dit zou kunnen door beschikbaar stellen van inrichtings- en onderhoudsvergoedingen voor dergelijke wildakkers- en weiden en eventueel daarbij passende observatievoorzieningen.
-
Kortom: wij vinden als Vereniging het Edelhert het ontwerpplan in de basis prima, maar:
-
De zonering lijkt enerzijds niet overeen te komen met de werkelijkheid en de terreinen zoals wij die sinds jaar en dag kennen; Grote, belangrijke gebieden die in de praktijk nu zone D* zijn (en blijven) zijn niet als zodanig op de kaart terug te vinden. Dat roept vragen op.
-
Er wordt te weinig (tot geen) aandacht besteed aan de grote hoefdieren (en andere zoogdieren) als onderdeel van dit plan (ook al is vanuit de Natura2000- doelstelling de aandacht primair gericht op de 7 Vogelrichtlijnsoorten);
Reactie van de Provincie:
-
Er kan bij de maatregelen meer aandacht aan geschiktheidsmaatregelen voor de hoefdieren geschonken worden (b.v. voldoende grote en rustige blokken situeren in de zones A en B om aan de oorspronkelijke doelstelling van de Ecologische Poortgebieden gehoor te geven) en aan zichtbaarheids- c.q. belevingsmaatregelen (te denken valt dan aan wildweiden en -akkers, observatievoorzieningen).
In afwachting van uw reactie en aanpassingen van het plan en de kaart n.a.v. bovenstaande verblijven wij, met vriendelijke groet,
Ir P.B. (Bas) Worm,
Vice-voorzitter Vereniging het Edelhert,
Namens het bestuur van Vereniging het Edelhert, statutair gevestigd te Apeldoorn sinds 1946.