De grote hoeveelheid kleine grazers (57.000 ganzen in januari 2013) eten het gras voor de lopers van de grote grazers weg.

Afgelopen winter zijn er volgens Staatsbosbeheer 1684 (36%) van de 4650 grote grazers (edelherten, konikpaarden en heckrunderen) afgeschoten of doodgegaan. Vorig jaar waren dat er 1481.

Volgens de telling in november waren er ongeveer 3350 edelherten, daar zijn 1256 edelherten (37%) van dood gegaan. Dieren waarvan duidelijk is dat zij de winter niet zullen overleven, worden afgeschoten om onnodig lijden te voorkomen. Daarbij wordt gekeken naar beschutting, voedsel en weersomstandigheden. Van de 1100 Konikpaarden gingen er 283 dood (26%) en van de 300 Heckrunderen gingen er 145 (48%) dood. Van alle omgekomen dieren werd 88% afgeschoten. Dat is te weinig volgens adviezen van de ICMO, die SBB dient uit te voeren. De winterperiode loopt van 1 december tot en met 30 april.

De afgelopen winter was koud en lang, maar het verschil met vorig jaar is vooral in de laatste maand ontstaan. Het koude, droge weer in maart en april zorgde voor een tweede piek in de sterfte. Vooral veel edelherten overleefden de winter niet, met name veel volwassen mannetjes gingen deze winter dood.

Voor het tweede jaar op rij is het aantal levende dieren flink gedaald. Volgens Staatsbosbeheer passen de populaties zich op een natuurlijke manier aan het gebied aan door voor een groot deel dood te gaan.