De film de nieuwe wildernis is een aaneenschakeling van prachtige beelden. Misschien wel te mooi om waar te zijn. En meestal is dat ook zo. Want ga je op excursie door de OVP, dan zie je een heel ander beeld.  Maria Quist, voormalig werkneemster bij Staatsbosbeheer, maar ook bij Natuurmonumenten, Sovon Vogelonderzoek en de Werkgroep Roofvogels Nederland zet in een ingezonden brief in de Volkskrant een aantal feiten op een rijtje.

-De OVP werd tot 1996 door de Rijksdienst IJsselmeerpolder (RIJP) beheerd en was een rijk, gevarieerd natuurgebied, een lust voor het oog totdat het overgedragen werd aan SBB

- De OVP werd tot prestigeproject onder leiding van Frans Vera en de opgedane kennis door RIJP werd grotendeels terzijde geschoven en onderzoek werd nauwelijks nog gedaan.

- In de 17 jaren is onder beheer van SBB het aantal vogels en het aantal soorten dramatisch afgenomen is.

- SBB leidt steeds de aandacht van de negatieve aspecten van de OVP af door te focussen op "successen", zoals de broedende zeearend. Die zitten ook in de Biesbos, Lauerensmeer en Roggebotzand en dat zonder specifieke en dure beheersmaatregelen.

- SBB zet grote grazers in voor ganzen en moerasvogels. Alleen de ganzen, die in heel Nederland voorkomen en lokaal veel overlast veroorzaken, profiteren ervan. Dat gaat tenkoste van andere schaarse soorten. Het gebied is niet meer "uniek" en "duurzaam".

- De randgebieden Kotterbos en Braambos zouden de verdreven soorten kunnen herbergen, zegt SBB, maar worden tegenwoordig ook door SBB genoemd als mogelijke uitbreiding van het grotegrazersgebied.

- Oernatuur in Nederland is utopie, een ongefundeerde wensdroom. Dode bomen, kaalheid als gevolg van de weggevreten vegetatie en de grote aantallen dode dieren, verhongerd of afgeschoten zijn een treurigstemmend beeld van de situatie.

Prachtige film, prima propaganda, maar ver van de realiteit.

 

Staatsbosbeheer heeft hierop gereageerd. Helaas gaf SBB geen concrete tegenwerpingen en gaf antwoorden op vragen die niet gesteld waren.