WOLF OUD BEIEREN 203 kln bew

Recentelijk wordt er weer veel over de in Nederland aanwezige wolven geschreven. Voor- en tegenstanders buitelen over elkaar heen. Journalisten, columnisten en cartoontekenaars halen hun hart op aan het gepolder dat ontstaan is omtrent de spontane terugkeer van deze diersoort. Plannen en protocollen volgen elkaar razendsnel op, er wordt al gedreigd met schadeclaims vanuit landbouwzijde, maar zelfs ook al vanuit de hoek van de jagers (!) en de eerste geluiden over het afschot van een eventueel ‘teveel’ aan wolven hebben zich ook al aangediend. En om het extra complex te maken duikt dan ook nog een discussie over gehybridiseerde wolven op (nakomelingen van wolven die met een hond – bijvoorbeeld een tsjechische wolfshond - gekruist hebben). Dat zouden geen ‘echte’ wolven zijn, die moet je opruimen….

Laten we toch allemaal een beetje kalm blijven. Wees je er bewust van dat het bij de wolf om een Europese beschermde diersoort gaat. Of die bescherming ook voor de hybride variant geldt, is niet duidelijk (genoeg). In het recent door de provincies vastgesteld nieuwe wolvenplan (‘wolvenplan 2.0’, evenveel versies van het plan als dat er wolven in Nederland zijn) staat op p.17 (https://www.bij12.nl/wp-content/uploads/2019/01/Interprovinciaal-wolvenplan.pdf) onder het kopje ‘hybride wolven’ in de 1e alinea dat hybriden ook onder de beschermde inheemse diersoorten vallen en de daarbij behorende verbodsbepalingen. Maar een alinea verder staat dat het voor het soortbehoud belangrijk zou zijn om de hybriden weg te nemen uit de populatie (maar hoe zie je het verschil?). Dit is dus in onze ogen een tegenstrijdige paragraaf in het nieuwe wolvenplan. Bedoeld wordt waarschijnlijk dat als hybridisatie echt bewezen is, dat dan ingegrepen kan en mag worden.

Overigens is het maar de vraag of we ons daar nu al zo druk om zouden moeten maken. Ook al berichten sommige media over toenemende mate van hybridisatie, het loopt echt zo’n vaart allemaal niet. In de afgelopen 18 jaar heeft zich een dergelijk ingrijpen bij onze oosterburen pas 2 keer voor gedaan. Wie daar nog wat meer over wil lezen kan kijken op:

http://www.senckenberg.de/root/index.php?page_id=5206&kid=2&id=4828

In al dat (afleidende) ‘geweld’ voor en tegen de wolf is het maar wat fijn om terug te kunnen vallen op de tijdig opgefriste versie van onze eigen nota populatiebeheer. In 2017 hebben we er al een bijlage over de wolf in opgenomen en hoe we er als vereniging tegen aan kijken. Nog niet gelezen of gezien? Welnu, de nota is te downloaden via een link in de rechterkolom van onze website. In de nota beschrijven we de mogelijke effecten op ‘onze’ edel- en damherten (groepsvorming, ander terreingebruik, migratie, vluchten en verdedigen).

De vereniging staat op het standpunt dat de komst en vestiging van wolven in Nederland primair toe te juichen is. Het aantal prooidieren bepaalt het aantal predatoren en niet omgekeerd, dus we hoeven niet bang te zijn dat door de komst van de wolf het edelhert of damhert zullen verdwijnen.

De komst van de wolf zal er waarschijnlijk wel toe leiden dat edel- en damhert ander gedrag zullen gaan vertonen. Enerzijds kan dat positief zijn: ze zullen zich mogelijk meer op de open gebieden (heides) gaan ophouden om zo de predatoren eerder aan te kunnen zien komen. Anderzijds zullen in die gebieden waar wolf zich op dat moment ophoudt de dieren mogelijk (tijdelijk?) schuwer gedrag vertonen of ander tijd-ruimte gebruik. Maar eerlijk gezegd weten we dat niet precies en de ervaringen in het buitenland zijn overal weer anders. Ter illustratie: een veel gehoorde veronderstelling is dat wolven voor een soort ‘landscape of fear’ zorgen, waardoor herten en andere wilde grazers een gebied (tijdelijk) gaan mijden vanwege de risico’s op predatie. Recentelijk kon ik in Spanje gedurende een kwartier een drietal (jonge) wolven observeren in een halfopen laagte op de berghelling, om circa een half uur later op exact dezelfde plek 2 stuks kaalwild te zien, helemaal op hun gemakje aan het laveien en water drinken. Dat is natuurlijk ‘slechts’ een anekdotische waarneming (waar ik overigens na 3 dagen observeren wel erg blij mee was), maar het illustreert wel dat wolven en herten elkaar (in dat gebied) niet in de ruimte mijden (dus geen andere gebieden opzoeken, m.a.w. het principe van ‘landscape of fear’ lijkt hier niet op te gaan), maar elkaar vooral in de tijd lijken te mijden (althans: de herten de wolven).

Kortom: voorlopig is het vooral nog gissen naar de werkelijke effecten van de wolf in Nederland. Hopelijk dat de ‘Veluwse’ wolven het een tijdje uithouden, zodat we de tijd krijgen om wat meer te leren over de impact van de wolf op onze natuur……

Uiteindelijk is VhE voorstander van 'lerend beheren', en dat is ook in dit geval aan de orde. Laten we het rustig met zijn allen ontdekken en mocht ergens een heuse probleemwolf opduiken die zich gespecialiseerd heeft in schapen of te vaak te dicht in de menselijke omgeving opduikt, dan is in het Wolvenplan voorzien in de mogelijkheid om hierop in te grijpen!